Gelet op de rechtspraak van het Hof van Cassatie kan worden gesteld dat de vereiste originaliteit uit twee componenten bestaat. Een werk is origineel wanneer enerzijds aan de basis ervan een aanwijsbare activiteit van de menselijke geest ligt, en wanneer het anderzijds het stempel van de persoonlijkheid van zijn maker draagt.
In een belangwekkend arrest van 16 juli 2009 achtte het Europese Hof van justitie het originaliteitscriterium in de hele EU geharmoniseerd sedert de richtlijn Informatiemaatschappij en verduidelijkte het dit criterium in die zin dat voor bescherming van een werk vereist is dat het gaat om 'een schepping van de geest' ofwel om 'materiaal dat oorspronkelijk is in die zin dat het gaat om een eigen intellectuele schepping van de auteur ervan'.
Daarmee geniet enkel de uitdrukkingsvorm van het werk (de expressie of de compositie) bescherming - de ideeën, gedachten, principes of methodes vallen hier buiten. De mate van inspanning, de artistieke graad, de graad van nieuwigheid en banaliteit e.d.m. zijn als dusdanig irrelevant om uit te maken of het werk aan het originaliteitscriterium voldoet. Het auteursrecht kent daardoor een zeer omvangrijk toepassingsdomein. Auteursrechtelijk beschermde werken kunnen evenzeer artistieke als wetenschappelijke werken omvatten. Ook voordrachten of pleidooien, teksten, titels, foto's, beelden, muziek-, video-en audiovisuele sequensen, computerprogramma's, databanken ... kunnen deze bescherming genieten, al dan niet geregeld in een lex specialis.
Zodra het werk aan de originaliteitsvereiste voldoet en in een bepaalde vorm is gegoten, geniet het automatisch bescherming van het auteursrecht, zonder verdere vormvereisten.
Uit de toepassingen van de rechtspraak blijkt dat het originaliteitscriterium ruim wordt geïnterpreteerd en dat de drempel in de loop der jaren steeds lager is komen te liggen, waardoor het contentieuze materiaal zeer vaak auteursrechtelijk beschermd zal worden.
De auteursrechtelijke bescherming geldt evengoed voor online als voor offline gecreëerde werken, zodat de auteur van een website of van in een website gecreëerde creaties dezelfde bescherming geniet als de auteur van een klassiek werk van letterkunde of kunst.
Voor fotografie is het intrinsieke originele karakter van de foto's dat decisief is voor de beoordeling als auteurswerk.
Zo kan door de opstelling van de te fotograferen objecten binnen een bepaalde ruimtelijke omgeving en door de opnamehoek van de camera, de foto een duidelijke compositie bezitten, waardoor een visuele indruk wordt gegeven van de kracht van het gefotografeerde object hetgeen het resultaat is van een intellectuele activiteit van de fotograaf waardoor de foto's zijn persoonlijk stempel dragen en dus origineel zijn en auteursrechtelijk beschermd.
Het is totaal irrelevant dat de foto's in opdracht zijn genomen?
De omstandigheid dat de opdrachtgever heeft aangeduid welke voorwerpen dienen te worden gefotografeerd en op welke locatie, sluit de originaliteit van de foto's niet uit.
De beoordeling van het originaliteitskarakter van de foto bevat ontegenzeggelijk een aantal subjectieve elementen. Toch kan worden vastgesteld dat de recente rechtspraak de lat niet uitzonderlijk hoog legt wat de originaliteitsvoorwaarde voor de fotografische werken betreft.
Voor de beoordeling van het originele karakter van foto's zijn niet doorslaggevend:
- de artistieke waarde van de foto's;
- de inhoud van de foto's (ook de foto waarop banale toestellen zijn afgebeeld, in een kale of wanordelijke ruimte, kan auteurswerk zijn);
- de bestemming van de foto's.
De rechtspraak heeft reeds diverse malen geoordeeld dat het originele karakter van een foto kan blijken uit de opstelling van de objecten binnen een bepaalde ruimtelijke omgeving, de opnamehoek, de keuze van belichting en de duur ervan, en het diafragma, die leiden tot een compositie van de foto, dewelke het resultaat is van een intellectuele activiteit van de fotograaf (Brussel 29 maart 1991, RW. 1991-1992, 816-820; Gent 22 april 998, IRDI. 1998, 232; Brussel, 23 juni 2009, A M 2010, 253; Brussel 5 april 2011, DAOR 20121101, 119, noot prof. dr. M.-C. JANSSENS, "Het Hof van justitie over de auteursrechtelijke bescherming van foto's").
Gelet op de rechtspraak van het Hof van Cassatie kan worden gesteld dat de vereiste originaliteit uit twee componenten bestaat. Een werk is origineel wanneer enerzijds aan de basis ervan een aanwijsbare activiteit van de menselijke geest ligt, en wanneer het anderzijds het stempel van de persoonlijkheid van zijn maker draagt.
In een belangwekkend arrest van 16 juli 2009 achtte het Europese Hof van justitie het originaliteitscriterium in de hele EU geharmoniseerd sedert de richtlijn Informatiemaatschappij en verduidelijkte het dit criterium in die zin dat voor bescherming van een werk vereist is dat het gaat om 'een schepping van de geest' ofwel om 'materiaal dat oorspronkelijk is in die zin dat het gaat om een eigen intellectuele schepping van de auteur ervan'.
Daarmee geniet enkel de uitdrukkingsvorm van het werk (de expressie of de compositie) bescherming - de ideeën, gedachten, principes of methodes vallen hier buiten. De mate van inspanning, de artistieke graad, de graad van nieuwigheid en banaliteit e.d.m. zijn als dusdanig irrelevant om uit te maken of het werk aan het originaliteitscriterium voldoet. Het auteursrecht kent daardoor een zeer omvangrijk toepassingsdomein. Auteursrechtelijk beschermde werken kunnen evenzeer artistieke als wetenschappelijke werken omvatten. Ook voordrachten of pleidooien, teksten, titels, foto's, beelden, muziek-, video-en audiovisuele sequensen, computerprogramma's, databanken ... kunnen deze bescherming genieten, al dan niet geregeld in een lex specialis.
Zodra het werk aan de originaliteitsvereiste voldoet en in een bepaalde vorm is gegoten, geniet het automatisch bescherming van het auteursrecht, zonder verdere vormvereisten.
Uit de toepassingen van de rechtspraak blijkt dat het originaliteitscriterium ruim wordt geïnterpreteerd en dat de drempel in de loop der jaren steeds lager is komen te liggen, waardoor het contentieuze materiaal zeer vaak auteursrechtelijk beschermd zal worden
De auteursrechtelijke bescherming geldt evengoed voor online als voor offline gecreëerde werken, zodat de auteur van een website of van in een website gecreëerde creaties dezelfde bescherming geniet als de auteur van een klassiek werk van letterkunde of kunst.
Voor fotografie is het intrinsieke originele karakter van de foto's dat decisief is voor de beoordeling als auteurswerk.
Zo kan door de opstelling van de te fotograferen objecten binnen een bepaalde ruimtelijke omgeving en door de opnamehoek van de camera, de foto een duidelijke compositie bezitten, waardoor een visuele indruk wordt gegeven van de kracht van het gefotografeerde object hetgeen het resultaat is van een intellectuele activiteit van de fotograaf waardoor de foto's zijn persoonlijk stempel dragen en dus origineel zijn en auteursrechtelijk beschermd.
Het is totaal irrelevant dat de foto's in opdracht zijn genomen?
De omstandigheid dat de opdrachtgever heeft aangeduid welke voorwerpen dienen te worden gefotografeerd en op welke locatie, sluit de originaliteit van de foto's niet uit.
De beoordeling van het originaliteitskarakter van de foto bevat ontegenzeggelijk een aantal subjectieve elementen. Toch kan worden vastgesteld dat de recente rechtspraak de lat niet uitzonderlijk hoog legt wat de originaliteitsvoorwaarde voor de fotografische werken betreft.
Voor de beoordeling van het originele karakter van foto's zijn niet doorslaggevend:
- de artistieke waarde van de foto's;
- de inhoud van de foto's (ook de foto waarop banale toestellen zijn afgebeeld, in een kale of wanordelijke ruimte, kan auteurswerk zijn);
- de bestemming van de foto's.
De rechtspraak heeft reeds diverse malen geoordeeld dat het originele karakter van een foto kan blijken uit de opstelling van de objecten binnen een bepaalde ruimtelijke omgeving, de opnamehoek, de keuze van belichting en de duur ervan, en het diafragma, die leiden tot een compositie van de foto, dewelke het resultaat is van een intellectuele activiteit van de fotograaf (Brussel 29 maart 1991, RW. 1991-1992, 816-820; Gent 22 april 998, IRDI. 1998, 232; Brussel, 23 juni 2009, A M 2010, 253; Brussel 5 april 2011, DAOR 20121101, 119, noot prof. dr. M.-C. JANSSENS, "Het Hof van justitie over de auteursrechtelijke bescherming van foto's").
De bescherming van databanken
Veel websites bevatten een databank. Met de richtlijn 96/9/EG van 1 maart 1996 werd enerzijds het bestaande auteursrecht aangepast voor het specifieke werk dat de databank is en werd anderzijds een 'sui generis'-regime in het leven geroepen voor databanken. De richtlijn werd in België ook tweeledig geïmplementeerd door enerzijds de invoeging van een afdeling 4bis (art. 2obis-quater) in de Auteurswet en door anderzijds de databankenwet van 31 augustus 1998 (BS 14 november 1998).
De enige en noodzakelijke voorwaarde voor een databank om auteursrechtelijke bescherming te genieten is dat de selectie ('keuze' of de ordening ('rangschikking') van de stof origineel zijn.-
De bescherming van databanken bestaat ten gunste van de producenten en niet ten gunste van de makers (lees de ontwikkelaars van databanken.
De 'producenten van databanken' is de natuurlijke of rechtspersonen die het initiatief van de databank heeft genomen en het risico draagt van de investeringen waardoor de databank ontstaan is. Lees dus degene die de makers heeft betaald en de opdracht heeft gegeven.
Een databank wordt in de regel in opdracht tot stand gebracht wordt, moet aangenomen worden dat de bescherming toekomt aan de uitvoerder van de opdracht, en met name aan de eigenlijke producent van de databank. Wanneer een producent van databanken evenwel ze f aan toeleveranciers opdrachten geeft, dan komen de rechten ten originele titel toch aan hem toe.
Krachtens art. 4, lid I wet databanken bezitten de producenten van databanken het recht de opvraging en/of het hergebruik te verbieden van het geheel of van een in kwalitatief of kwantitatief opzicht substantieel deel van de inhoud van hun databanken.
Opvragen van de inhoud van databanken betreft de permanente of tijdelijke overbrenging van de inhoud van een databank of van een substantieel deel ervan op een andere drager, ongeacht op welke wijze en in welke vorm ook. Het begrip opvraging moet zeer ruim worden opgevat.
Het overbrengen van inhoud van databanken voor private doeleinden geldt ook als een opvraging.
Hergebruik veronderstelt een openbaar karakter van de terbeschikkingstelling van de inhoud van de databank.
Het recht van de producenten van databanken zich tegen opvraging en/of het hergebruik te verzetten geldt slechts voor die . de opvraging en/of het hergebruik van het geheel of van een in kwalitatief of kwantitatief opzicht substantieel deel van de inhoud van hun databanken.
Aldus valt het opvragen en/of hergebruiken van individuele elementen die in een databank zijn opgenomen, niet onder dit recht..
Er is evenmin bescherming tegen het opvragen en/of "hergebruiken van in kwalitatief of kwantitatief" opzicht niet-substantiële delen van de inhoud van een databank.
Toch is het herhaald en systematisch opvragen en/f hergebruiken van niet-substantiële delen van de inhoud van een databank niet toegestaan indien deze handelingen strijdig zijn met een normale exploitatie van de databank of indien ze ongerechtvaardigde schade toebrengen aan de rechtmatige belangen van de producent van de databank.
Tenslotte dient gewezen op de communautaire uitputting (art. 4, lid 3 wet databanken). Deze communautaire uitputting heeft enkel betrekking op de verkoop van materiële exemplaren van databanken.
Gebruik van foto’s die uit een databank geplukt werden om deze op een andere website te gebruiken maakt een inbreuk uit op de auteursrechtelijke bescherming en de bescherming geboden aan databanken.
Uit de concrete inhoud van de foto’s kan blijken dat de enscenering, de camera-instelling, de invalshoek en de gebruikte software bij het ontwikkelen een voldoende origineel karakter vertonen en duiden op een intellectuele prestatie van de fotograaf.
De originaliteit en het kwalitatief karakter kunnen alleen al blijken uit het feit dat de foto's werden overgenomen.
Vergoeding
Bij vorderingen tot vergoeding van foto’s worden vaak al te hoge bedragen gevorderd. Toegekende vergoedingen blijven in de regel van eerder bescheiden aard. Hij die de schending van het auteursrecht of de bescherming van databanken inroept kan zich hierbij niet beroepen op zijn eigen algemene voorwaarden ten aanzien van de person die de foto’s of bestanden heeft gebruikt.
Niet aanvaarde algemene voorwaarden zijn niet tegenstelbaar. Wie een website gebruikt wordt in de regel niet verondersteld de algemene voorwaarden van de uitgever of producent van de website te aanvaarden.
Dit neemt niet weg dat er schade kan geleden worden na misbruik van foto’s of bestanden die in beperkte mate door een eerder symbolische vergoeding kan gecompenseerd, zoals in de besproken zaak beperkt tot 1.500 euro in plaats van de gevorderde (1.815 x 4 voor het gebruik van 11 foto’s in 4 media).
Veel websites bevatten een databank. Met de richtlijn 96/9/EG van 1 maart 1996 werd enerzijds het bestaande auteursrecht aangepast voor het specifieke werk dat de databank is en werd anderzijds een 'sui generis'-regime in het leven geroepen voor databanken. De richtlijn werd in België ook tweeledig geïmplementeerd door enerzijds de invoeging van een afdeling 4bis (art. 2obis-quater) in de Auteurswet en door anderzijds de databankenwet van 31 augustus 1998 (BS 14 november 1998).
De enige en noodzakelijke voorwaarde voor een databank om auteursrechtelijke bescherming te genieten is dat de selectie ('keuze' of de ordening ('rangschikking') van de stof origineel zijn.-
De bescherming van databanken bestaat ten gunste van de producenten en niet ten gunste van de makers (lees de ontwikkelaars van databanken.
De 'producenten van databanken' is de natuurlijke of rechtspersonen die het initiatief van de databank heeft genomen en het risico draagt van de investeringen waardoor de databank ontstaan is. Lees dus degene die de makers heeft betaald en de opdracht heeft gegeven.
Een databank wordt in de regel in opdracht tot stand gebracht wordt, moet aangenomen worden dat de bescherming toekomt aan de uitvoerder van de opdracht, en met name aan de eigenlijke producent van de databank. Wanneer een producent van databanken evenwel ze f aan toeleveranciers opdrachten geeft, dan komen de rechten ten originele titel toch aan hem toe.
Krachtens art. 4, lid I wet databanken bezitten de producenten van databanken het recht de opvraging en/of het hergebruik te verbieden van het geheel of van een in kwalitatief of kwantitatief opzicht substantieel deel van de inhoud van hun databanken.
Opvragen van de inhoud van databanken betreft de permanente of tijdelijke overbrenging van de inhoud van een databank of van een substantieel deel ervan op een andere drager, ongeacht op welke wijze en in welke vorm ook. Het begrip opvraging moet zeer ruim worden opgevat.
Het overbrengen van inhoud van databanken voor private doeleinden geldt ook als een opvraging.
Hergebruik veronderstelt een openbaar karakter van de terbeschikkingstelling van de inhoud van de databank.
Het recht van de producenten van databanken zich tegen opvraging en/of het hergebruik te verzetten geldt slechts voor die . de opvraging en/of het hergebruik van het geheel of van een in kwalitatief of kwantitatief opzicht substantieel deel van de inhoud van hun databanken.
Aldus valt het opvragen en/of hergebruiken van individuele elementen die in een databank zijn opgenomen, niet onder dit recht..
Er is evenmin bescherming tegen het opvragen en/of "hergebruiken van in kwalitatief of kwantitatief" opzicht niet-substantiële delen van de inhoud van een databank.
Toch is het herhaald en systematisch opvragen en/f hergebruiken van niet-substantiële delen van de inhoud van een databank niet toegestaan indien deze handelingen strijdig zijn met een normale exploitatie van de databank of indien ze ongerechtvaardigde schade toebrengen aan de rechtmatige belangen van de producent van de databank.
Tenslotte dient gewezen op de communautaire uitputting (art. 4, lid 3 wet databanken). Deze communautaire uitputting heeft enkel betrekking op de verkoop van materiële exemplaren van databanken.
Gebruik van foto’s die uit een databank geplukt werden om deze op een andere website te gebruiken maakt een inbreuk uit op de auteursrechtelijke bescherming en de bescherming geboden aan databanken.
Uit de concrete inhoud van de foto’s kan blijken dat de enscenering, de camera-instelling, de invalshoek en de gebruikte software bij het ontwikkelen een voldoende origineel karakter vertonen en duiden op een intellectuele prestatie van de fotograaf.
De originaliteit en het kwalitatief karakter kunnen alleen al blijken uit het feit dat de foto's werden overgenomen.
Bij vorderingen tot vergoeding van foto’s worden vaak al te hoge bedragen gevorderd. Toegekende vergoedingen blijven in de regel van eerder bescheiden aard. Hij die de schending van het auteursrecht of de bescherming van databanken inroept kan zich hierbij niet beroepen op zijn eigen algemene voorwaarden ten aanzien van de person die de foto’s of bestanden heeft gebruikt.
Niet aanvaarde algemene voorwaarden zijn niet tegenstelbaar. Wie een website gebruikt wordt in de regel niet verondersteld de algemene voorwaarden van de uitgever of producent van de website te aanvaarden.
Dit neemt niet weg dat er schade kan geleden worden na misbruik van foto’s of bestanden die in beperkte mate door een eerder symbolische vergoeding kan gecompenseerd, zoals in de besproken zaak beperkt tot 1.500 euro in plaats van de gevorderde (1.815 x 4 voor het gebruik van 11 foto’s in 4 media).