Art. 1682, § 1 Ger.W. bepaalt: «De rechter bij wie een geding aanhangig is gemaakt waarop een arbitrageovereenkomst betrekking heeft, verklaart zich, op verzoek van een partij, zonder rechtsmacht, tenzij de overeenkomst ten aanzien van dat geschil niet geldig is of geëindigd is. Op straffe van niet-ontvankelijkheid, moet de exceptie voor elke andere exceptie of verweer worden voorgedragen.»
Enkel als er sprake is van een onsplitsbaar geschil, moet de rechter de zaak alsnog behandelen ten aanzien van alle verwerende partijen, zelfs ten aanzien van de partijen die zich in beginsel met succes op een arbitragebeding zouden kunnen beroepen (zie ook: Cass. 9 mei 1963, Arr.Cass. 1962-63, 956). Een geschil is onsplitsbaar wanneer de gezamenlijke tenuitvoerlegging van de onderscheiden beslissingen waartoe het aanleiding (kan) geven, materieel onmogelijk zou zijn (art. 31 Ger.W.; Gent 14 april 2014, DAOR 2014/111, 120).
15. De Nationale Loterij heeft in limine litis, namelijk in haar eerste conclusie die op de griffie werd neergelegd op 19 mei 2015, en dus vóór elke andere exceptie of verweer, een exceptie van arbitrage opgeworpen. Ze verwijst meer bepaald naar art. X van haar (laatste) contract met mevr. B. In deze zaak stelt mevr. B. zowel tegen LS T.R.B. als tegen de Nationale Loterij een vordering in tot gedwongen uitvoering van de overeenkomsten.
De uitvoering van de overeenkomst met de Nationale Loterij is strikt verbonden met de uitvoering van de overeenkomst met LS T.R.B. Dat blijkt uit het feit dat de nieuwe contracten met mevr. B. op hetzelfde ogenblik werden aangegaan (namelijk op 24 mei 2011) en de overeenkomsten van de Nationale Loterij betrekking hadden op het Lotto-verkooppunt in het Ring Shopping Kortrijk Noord, in de lokalen waarin mevr. B. haar hoofdactiviteiten uitoefende voor LS T.R.B. Zo heeft LS T.R.B. nieuwe valideerapparaten van de Nationale Loterij geplaatst in het verkooppunt van mevr. B. De distributie van loterijproducten was dus onlosmakelijk verbonden met de voortzetting van de overeenkomst met LS T.R.B., meer bepaald met de uitbating van de Press Shop-winkel in het Ring Shopping Kortrijk Noord.
De gezamenlijke tenuitvoerlegging van (per hypothese tegenstrijdige) beslissingen m.b.t. de beide overeenkomsten zou materieel onmogelijk zijn. Meer bepaald zou het de facto onmogelijk zijn voor mevr. B. om loterijproducten te verdelen zonder dat zij de Press Shop in het Ring Shopping Kortrijk Noord kan uitbaten. Het geschil is bijgevolg onsplitsbaar in de zin van art. 31 Ger.W., zodat de exceptie van arbitrage verworpen wordt.