De Koning heeft de regeling voor het herstel van schade ten gevolge van arbeidsongevallen bepaald bij de Arbeidsongevallenwet Overheidspersoneel, toepasselijk verklaard op o.m. het personeel van de federale besturen bij KB van 24 januari 1969 betreffende de schadevergoeding, ten gunste van de personeelsleden van de overheidssector, voor arbeidsongevallen en voor ongevallen op de weg naar en van het werk, hierna “KB Arbeidsongevallen Overheidspersoneel” genoemd.
Krachtens art. 19, eerste lid Arbeidsongevallenwet Overheidspersoneel worden alle geschillen inzake de toepassing van deze wet, ook die over de vaststelling van het percentage van blijvende arbeidsongeschiktheid, verwezen naar de rechterlijke overheid die bevoegd is om kennis te nemen van de vorderingen m.b.t. de vergoedingen waarin de wetgeving inzake herstel van schade uit arbeidsongevallen of uit beroepsziekten voorziet.
Krachtens art. 4, § 2, derde lid Arbeidsongevallenwet Overheidspersoneel stelt de Koning, onverminderd art. 19, de wijze vast waarop de arbeidsongeschiktheid wordt bepaald.
Krachtens art. 8 KB Arbeidsongevallen Overheidspersoneel, zoals hier van toepassing, bepaalt het Bestuur van de medische expertise (“Medex”) het percentage van de blijvende arbeidsongeschiktheid die het gevolg is van het fysiologisch letsel veroorzaakt door het arbeidsongeval.
Art. 9 KB Arbeidsongevallen Overheidspersoneel, zoals hier van toepassing, bepaalt:
“Het Bestuur van de medische expertise maakt aan de minister zijn met redenen omklede beslissing bekend omtrent de vaststelling van het ongeschiktheidspercentage.
“De minister of zijn afgevaardigde gaat na of de toekenningsvoorwaarden van de vergoedingen vervuld zijn; hij onderzoekt de bestanddelen van de geleden schade en stelt het slachtoffer of zijn rechthebbenden de betaling van een rente voor. In dat voorstel worden de bezoldiging waarop de rente wordt berekend, de aard van het letsel, de verminderde geschiktheid en de datum van de consolidatie vermeld.
“Wanneer het ongeval geen blijvende ongeschiktheid heeft veroorzaakt, legt de in artikel 6 bedoelde dienst het slachtoffer of zijn rechthebbenden het resultaat van het onderzoek, met de conclusie dat er geen verminderde geschiktheid werd vastgesteld, voor akkoord voor.
“Indien het slachtoffer of zijn rechthebbenden akkoord gaan, wordt het in het tweede of derde lid bedoelde voorstel neergelegd in een ministerieel besluit dat ter kennis gebracht wordt van het slachtoffer of zijn rechthebbenden.”
Uit de wetsgeschiedenis van deze bepalingen volgt dat de beslissing van Medex voor de minister bindend is in zoverre die een blijvende invaliditeit erkent en dat hij alleen het vastgestelde percentage kan verhogen. Hieruit volgt dat de arbeidsrechtbank die oordeelt over een geschil m.b.t. het percentage aan blijvende invaliditeit van een personeelslid van een federaal bestuur, zoals bedoeld in art. 19 Arbeidsongevallenwet Overheidspersoneel, geen lager percentage van blijvende invaliditeit kan toekennen dan het percentage dat door Medex is erkend.