Artikel 790 Burgerlijk Wetboek bepaalt dat zolang tegen erfgenamen die een nalatenschap verworpen hebben, geen verjaring is verkregen van het recht om te aanvaarden, zij bevoegd blijven om de nalatenschap alsnog te aanvaarden, indien deze niet reeds door andere erfgenamen is aanvaard, onverminderd evenwel de rechten die door derden op de goederen van de nalatenschap mochten zijn verkregen, hetzij door verjaring, hetzij door handelingen die wettig verricht zijn met de curator van de onbeheerde nalatenschap.
Erfgenamen die dus verworpen hebben kunnen op hun beslissing nog terugkomen mits de nalatenschap nog niet door andere erfgenamen is aanvaard. Dit kan zelfs nog indien de Belgische Staat de inbezitstelling heeft gevorderd. Immers, de staat is geen erfgenaam. De ratio legis van art. 790 BW is het vermijden van wanorde en vermijden dat de nalatenschapsgoederen door om het even wie kunnen worden opgeëist. (Antwerpen 30 juni 2015, T.Not. 2015, al . 10, 683-688, noot J. Verstraete en synthese van G. Degeest,TEP 2016/3, 352).
uittreksel uit burgerlijk wetboek:
"Art. 790. Zolang tegen erfgenamen die een nalatenschap verworpen hebben, geen verjaring is verkregen van het recht om te aanvaarden, blijven zij bevoegd om de nalatenschap alsnog te aanvaarden, indien deze niet reeds door andere erfgenamen is aanvaard; onverminderd evenwel de rechten die door derden op de goederen van de nalatenschap mochten zijn verkregen, hetzij door verjaring, hetzij door handelingen die wettig verricht zijn met de curator van de onbeheerde nalatenschap."