Elke aannemer heeft de contractuele verplichting om de werken die hem zijn opgedragen uit te voeren volgens de regels van goed vakmanschap (artikel 1135 van het Burgerlijk Wetboek).
Een aannemer dient voor de plaatsing van materialen (ook die materialen die de bouwheer aanlevert) de techniek toe te passen die met die regels van goed vakmanschap overeenstemmen. De voorschriften van de fabrikant van deze materialen dienen daarbij gevolgd te worden, en het behoort tot de plicht van de aannemer om die voorschriften op te vragen en te raadplegen alvorens de werken aan te vatten.
Herstel van de schade in natura is de normale wijze van vergoeding van schade. De rechter is bijgevolg verplicht het herstel van de schade in natura te bevelen wanneer de aansprakelijke dit aanbiedt en deze wijze van herstel bovendien mogelijk is en geen rechtsmisbruik uitmaakt, tenzij er objectieve reden voorhanden is om eraan te twijfelen dat de aannemer het herstel in natura correct en vakbekwaam zou kunnen uitvoeren.
Of de herstelling nu gebeurt door de aannemer die de werken verkeerd uitvoerde of door een andere vakbekwame aannemer mag voor de bouwheer geen objectief verschil uitmaken. Het spreekt anderzijds voor zich dat het voor de aannemer in kwestie veel voordeliger is wanneer hij de werken zelf zou kunnen uitvoeren dan wanneer hij de kosten zou moeten vergoeden die aan een andere aannemer zouden moeten betaald worden. De kwestieuze aannemer verliest dan immers enkel de werkuren die hij niet kan aanrekenen, hetgeen een relatief klein "verlies" is, dat in wanverhouding staat tot de duizenden euro's die zouden moeten betaald worden voor de herstelling door een andere aannemer.
In deze omstandigheden de kwestieuze aannemer niet de gelegenheid te geven om de werken zelf te herstellen maakt rechtsmisbruik uit.
De rechtbank zal dan ook wanneer de aannemer een aanbod tot herstel in natura formuleert akte verlenen van diens aanbod en hem enkel veroordelen tot vergoeding van de schade die de bouwheer ook zou lijden indien de aannemer de gelegenheid wordt gegeven het herstel in natura uit te voeren. De bouwheer kan dan aldus indien hij dit wenst alsnog ingaan op het aanbod. Indien hij dat niet doet en volhardt in het rechtsmisbruik, zal hij de herstelling op eigen kosten moeten laten uitvoeren door een andere aannemer.
Indien de aannemer de herstelling gratis zou komen uitvoeren, zou deze herstelling aldus begrepen zijn in de aannemingssom die hem werd betaald en bestaat er geen reden om hem tot terugbetaling daarvan te verplichten.