Een “aangetekende zending” is, luidens artikel 131, 9° van de wet van 21 maart 1991 betreffende de hervorming van sommige economische overheidsbedrijven, zoals vervangen bij de wet van 13 december 2010:
“een dienst die op forfaitaire basis tegen de risico's van verlies, diefstal of beschadiging waarborgt, waarbij de afzender, in voorkomend geval op zijn verzoek, een bewijs ontvangt van de datum van afgifte of van de bestelling van de postzending aan de geadresseerde.”
Een “postzending” dan weer is, luidens artikel 131, 7° van dezelfde wet:
“[een] geadresseerde zending in definitieve vorm die een aanbieder van postdiensten verzorgt. Naast brievenpost worden bijvoorbeeld als postzending aangemerkt: boeken, catalogi, kranten, tijdschriften en postpakketten die goederen met of zonder handelswaarde bevatten.”
Artikel 135 § 2 van dezelfde wet, zoals ingevoegd bij de wet van 13 december 2010, luidt:
“Aan alle verplichtingen opgenomen in deze en alle andere wetten die betrekking hebben op aangelegenheden als bedoeld in artikel 78 van de Grondwet en hun uitvoeringsbesluiten die betreffende de aangetekende zendingen de woorden 'ter post', 'bij de post', 'per post' of elke andere soortgelijke verwijzing bevatten is voldaan wanneer gebruik wordt gemaakt van een aangetekende zending zoals gedefinieerd in artikel 131, 9° van deze wet of gebruik wordt gemaakt van een elektronisch aangetekende zending overeenkomstig de wet van 9 juli 2001 houdende vaststelling van bepaalde regels in verband met het juridisch kader voor elektronische handtekeningen, de elektronisch aangetekende zending en certificatiediensten.”
Voor de regeling van de rechtspleging bij de Raad van State is voorts van belang het artikel 5 § 3 van de wet van 17 januari 2003 betreffende de rechtsmiddelen en de geschillenbehandeling naar aanleiding van de wet van 17 januari 2003 met betrekking tot het statuut van de regulator van de Belgische post- en telecommunicatiesector, zoals ingevoegd bij de wet van 13 december 2010, dat luidt in nagenoeg identieke bewoordingen:
“Aan alle verplichtingen opgenomen in deze en alle andere wetten die betrekking hebben op aangelegenheden als bedoeld in artikel 77 van de Grondwet en hun uitvoeringsbesluiten die betreffende de aangetekende zendingen de woorden 'bij de post', 'per post' of elke andere soortgelijke verwijzing bevatten is voldaan wanneer gebruik wordt gemaakt van een aangetekende zending zoals gedefinieerd in artikel 131, 9° van de wet van 21 maart 1991 betreffende de hervorming van sommige economische overheidsbedrijven of wanneer gebruik wordt gemaakt van een elektronisch aangetekende zending overeenkomstig de wet van 9 juli 2001 houdende vaststelling van bepaalde regels in verband met het juridisch kader voor elektronische handtekeningen, de elektronisch aangetekende zending en certificatiediensten.”