abstract
Bewarend beslag kan slechts worden gelegd wanneer er sprake is van hoogdringendheid. Het bewarend beslag is gewettigd telkens wanneer naar objectieve maatstaven de financiële positie van de debiteur in het gedrang komt.
De urgentie dient te bestaan zowel op het tijdstip waarop het beslag wordt gelegd, als op het ogenblik waarop de rechter over de handhaving van het beslag dient te oordelen.
De bewijslast van deze urgentie rust op de beslaglegger.
Hij moet de concrete gegevens ter zake aanbrengen. Vage geruchten omtrent de insolvabiliteit van de debiteur volstaan niet.
Die bewijslast geldt niet enkel bij de procedure op eenzijdig verzoekschrift maar blijft ook bestaan bij de beoordeling van het derdenverzet. Er is in die fase van de procedure geen omkering van de bewijslast. In geval van verzet tegen het beslag moeten beide procespartijen evenwel meewerken aan de bewijsvoering. Van de beslagene kan worden gevergd dat hij toelichting verschaft over bepaalde feitelijke omstandigheden, waarvoor hij beter dan de wederpartij geplaatst is om hierover uitsluitsel te geven.
Hij kan zich dus niet beperken tot een loutere ontkenning van hetgeen de schuldeiser aanvoert.
De spoedeisendheid is problematisch wanneer de schuldeiser zelf talmt, de schuldenaar lange tijd ongemoeid laat of zijn vordering voor de bodemrechter niet benaarstigt. Wanneer de schuldeiser in het verleden een passieve houding heeft aangenomen, verbeurt hij vanzelfsprekend zijn recht niet om op een later tijdstip bewarende maatregelen te vragen, maar in dat geval moet hij concreet aangeven welke omstandigheden die gewijzigde houding verantwoorden.
De urgentie wordt niet noodzakelijk bewezen door te verwijzen naar jaarrekeningen die immers slechts een momentopname zijn. Om het al dan niet bestaande risico op insolvabiliteit te beoordelen kan het nodig zijn om rekening te houden met andere, door de beslagen schuldenaar aan te leveren, bedrijfseconomische factoren die (nog) niet blijken uit de jaarrekening.
De enkele omstandigheid dat het verzet gegrond is, volstaat niet om te spreken van misbruik van beslagrecht.
De beschikkingen van de beslagrechter zijn in de regel van rechtswege uitvoerbaar bij voorraad zodat de uitvoerbaarheid niet moet worden gevraagd, noch uitdrukkelijk moet worden uitgesproken.
zie ook www.elfri.be - Rechtspraak - Bewarend beslag vereiste van urgentie schuldeiser mag niet talmen