De vrijheid onder voorwaarden kan bevolen worden voor een maximale termijn van drie maanden en uiterlijk tot het eindvonnis door de bodemrechter wordt geveld. De termijn van drie maanden kan evenwel telkens verlengd worden tot er een eindvonnis werd geveld. De verdachte moet hiervan uitdrukkelijk in kennis worden gesteld.
Artikel 35, § 1, eerste lid, Voorlopige Hechteniswet bepaalt dat in de gevallen waarin de voorlopige hechtenis wordt bevolen de onderzoeksrechter de betrokkene in vrijheid kan laten onder oplegging van een of meer voorwaarden voor de tijd die hij bepaalt en maximum voor drie maanden.
Tijdens het gerechtelijk onderzoek dienen de bevoegde diensten van de gemeenschapen (justitieassistenten) zij hun verslag aan de onderzoeksrechter te bezorgen ten laatste vijftien dagen voor het verstrijken van de door hem opgelegde termijn.
Na het afsluiten van het gerechtelijk onderzoek dient er een verslag aan de procureur des Konings bezorgd als die erom verzoekt en ten minste om de zes maanden
Wanneer de raadkamer, bij het regelen van de rechtspleging, de verdachte naar de politierechtbank of de correctionele rechtbank verwijst wegens een feit dat de toepassing wettigt van een van de in het voormelde artikel 35 van deze wet bedoelde voorwaarden, beslist zij met een afzonderlijke gemotiveerde beschikking of de opgelegde voorwaarden al dan niet worden gehandhaafd en dit totdat de beslissing ten gronde kracht van gewijsde heeft verkregen of tot een beslissing van vroegere datum tussenkomt.
In dit geval is de geldigheidsduur van de beslissing tot het opleggen of handhaven van voorwaarden niet beperkt tot de maximum drie maanden, maar blijven die voorwaarden, behoudens opheffing door het vonnisgerecht overeenkomstig artikel 36, § 3, Voorlopige Hechteniswet, van kracht blijven tot de eindbeslissing.
Ook indien het onderzoeksgerecht een verdachte heeft verwezen naar het vonnisgerecht en met een afzonderlijke beslissing heeft geoordeeld dat de voorlopige hechtenis in de gevangenis of onder elektronisch toezicht wordt gehandhaafd en het vonnisgerecht vervolgens na een overeenkomstig artikel 27, § ,, Voorlopige Hechteniswet ingediend verzoek tot voorlopige invrijheidstelling de invrijheidstelling van de betrokkene beveelt mits het naleven van voorwaarden, blijven die voorwaarden gelden tot de eindbeslissing. Hun geldigheidsduur is dan dus niet beperkt tot maximum drie maanden.