De schadeloosstelling inzake onteigening is een geheel van herstel- en vergoedingsmiddelen die erop gericht zijn de benadeelde te plaatsen in de toestand waarin hij zou zijn gebleven of gekomen wanneer de onteigening er niet zou geweest zijn en dit zowel wat zijn vermogen, zijn inkomstenpositie en zijn morele positie betreft.
Een billijke schadeloosstelling in de zin van art. 16 van de Grondwet vereist in beginsel een integraal herstel van het geleden nadeel. Een vergoeding gelijk aan de venale waarde, die gelijk is aan de verkoop- of de marktwaarde van een onroerend goed, kan worden beschouwd als een billijke schadeloosstelling.
Als uitgangspunt voor de schadeloosstelling wegens het verlies van het eigendomsrecht moet in de eerste plaats de venale waarde of de verkoopwaarde in aanmerking genomen worden, zijnde de prijs waarvoor het goed kan worden verkregen bij een in normale omstandigheden gehouden openbare verkoop.
De waardebepaling van de onteigende goederen gebeurt op de datum van het vonnis houdende de vaststelling van de door de onteigenende overheid verschuldigde provisionele vergoeding.
De comparatieve begrotingstechniek voor het bepalen van de venale waarde van het onroerend goed is de comparatieve methode. Daarbij wordt gezocht naar de marktwaarde van het onroerend goed op basis van vergelijkingspunten.
De geschiktheidswaarde is de bijzondere waarde van een gebouw voor de eigenaar wegens de aangepaste, nuttige of zelfs aangename inrichting ervan, bij voorbeeld wanneer de woning is aangepast aan de fysieke handicap van de eigenaar, of nog, wanneer een perceel grond is aangelegd als parking van een prestigieus kapsalon.
De wederbeleggingsvergoeding is bedoeld om de kosten te dekken die de onteigende zal moeten maken wanneer hij zich een nieuw onroerend goed wil aanschaffen, zoals notaris-, registratie- en overschrijvingskosten. Doorgaans wordt deze vergoeding ook toegekend indien vaststaat dat de onteigende niet opnieuw een onroerend goed zal aankopen.
Wachtintresten worden toegekend wanneer het voor de onteigende niet mogelijk is om onmiddellijk een geschikt onroerend goed aan te kopen en het uitgekeerde kapitaal dan gedurende enige tijd geen behoorlijke opbrengst zou hebben.
In principe komen de kosten van de noodzakelijke bijstand van een technisch raadsman in aanmerking voor vergoeding (Cass. 1 maart 2012, RW 2013-14, 19; Pol. Antwerpen, afd. Turnhout 8 oktober 2020, RW 2020-21, 183).
Overige mogelijke vergoedingsposten
• vastgoedmakelaarsvergoeding
• verhuisvergoeding
• tijdelijke huurvergoeding
• nutsvoorzieningen
• stoffering (gordijnen, armaturen...
• huurverlies
• bedrijfsschade