Bij wet van 18 juni 2018 houdende diverse bepalingen inzake burgerlijk recht en bepalingen met het oog op de bevordering van alternatieve vormen van geschillenoplossing (B.S. 2 juli 2018) werd de procedure tot verandering van naam gewijzigd (hierna verder genoemd: de "Naamwet").
De gewijzigde bepalingen van de Naamwet van 15 mei 1987 zijn in werking getreden op 1 augustus 2018: met ingang van 31 maart 2019 werden de aldus gewijzigde bepalingen in de nieuwe artikelen 370/1 tot en met 370/9 Oud BW opgenomen en werd de wet van 15 mei 1987 opgeheven.
Voor een verandering van de familienaam was tot voor kort nog steeds een verzoek gericht aan de minister van Justitie vereist.
Wanneer de minister van Justitie weigert om de naamswijziging toe te staan, is sedert 1 augustus 2018 evenwel in een mogelijkheid tot verhaal bij de civiele rechter (familierechtbank) voorzien.
Deze wijziging kwam er ingevolge een amendement waarin o.m. ter verantwoording werd gesteld dat een beroep bij de Raad van State - die slechts een wettigheidscontrole kon uitoefenen - ''geen passende oplossing [is} voor het reële psychisch lijden van personen die door het leven moeten met een naam die zij niet als de "hunne" aanvoelen (. . .). Om aan de verwachtingen van de samenleving te voldoen en acht te slaan op de evolutie in de verhoudingen tussen de autonomie van de burgers en de maatschappelijke regulering door de Staat, is het wenselijk dat van de naamswijziging een volwaardig burgerlijk recht wordt gemaakt, zonder in te boeten op de controle op de ernst van de motieven van een verzoek tot naams- of voornaamsverandering" (zie: Parl.St. Kamer 2017-18, nr. 54-2919/3, 156).
Door de overheveling naar de familierechtbank van het verhaalsrecht tegen een beslissing van weigering is de naamsverandering in plaats van een gunst een subjectief recht geworden waarover de rechter zich met volle rechtsmacht kan uitspreken en op basis van de feitelijke gegevens moet oordelen of aan de wettelijke voorwaarden voor een naamsverandering voldaan is.
Overeenkomstig artikel 10/1, § 3 van de Naamwet (thans artikel 370/9, § 3 Oud BW) kon de naamsverandering slechts worden toegestaan, in zoverre:
(a) het verzoek op ernstige redenen steunt, waarmee bedoeld wordt dat de verzoeker een wettig (moreel of materieel) belang bij de verandering van naam moet kunnen laten gelden,
(b) de gevraagde naam geen aanleiding geeft tot verwarring en
(c) de gevraagde naam noch verzoeker noch derden kan schaden.
Het beginsel van de vastheid van de naam houdt, naar het oordeel van het hof, niet zozeer in dat het nagenoeg onmogelijk moet zijn om zijn naam te laten veranderen, maar wel dat niemand in officiële documenten ("publiekelijk") een andere naam mag dragen dan deze vermeld in zijn geboorteakte.
Dit beginsel neemt echter niet weg dat deze naam kan worden gewijzigd of verbeterd, zij het op de wijze en in de gevallen bepaald door de wet.
Hiervoor moeten echter ernstige redenen voorhanden zijn.
Uit artikel 370/3, § 2 BW kon worden afgeleid dat men "om het even welke reden" kan hebben om van naam te veranderen.
Wel moeten deze redenen geobjectiveerd zijn, in die zin dat men niet vrijblijvend van naam kan veranderen, maar voor de beoogde naamswijziging een "ernstige" reden moet hebben.
Wat als een ernstige reden kon worden beschouwd is een feitenkwestie, waarover de rechter soeverein oordeelt.
De naam waarvan de wijziging wordt gevraagd moest de verzoeker op de een of andere manier hinderen, benadelen of krenken, wat een situatiespecifieke en concrete benadering vergt.
Een naam van vreemde origine is op zich niet grievend, kwetsend of beledigend.
Mogelijke fonetische problemen zijn een gevolg van het feit dat de naam van appellanten, gelet op hun origine, niet eigen is aan de Nederlandse taal.
Hetzelfde geldt voor de schrijfwijze van de naam.
Dat een naam met vreemde origine een integratie in de weg zou staan is een loutere bewering, die niet afdoende wordt gestaafd.
Deze redenering zou dan overigens opgaan voor een groot aantal mensen van buitenlandse origine die hier verblijven en die afkomstig zijn uit gebieden buiten West-Europa, waar het uiteraard niet de bedoeling kan zijn van de wettelijke bepalingen inzake naamswijzigingen om aan al deze mensen een andere familienaam toe te kennen.
zie evenwel voor de recentste aanpassing van de wet ook www.elfri.be - Artikel - Veranderen van familienaam en de Wet 7 januari 2024 tot wijziging van het oud Burgerlijk Wetboek en het Wetboek der registratie-, hypotheek- en griffierechten teneinde de procedure voor naamsverandering te versoepelen, BS 19 januari 2024.