Overeenkomstig artikel 161, 3°, Wetboek der successierechten, zoals ter zake van toepassing, zijn de instellingen voor collectieve belegging naar buitenlands recht zoals bedoeld in artikel 127 van de wet van 20 juli 2004 betreffende bepaalde vormen van collectief beheer van beleggingsportefeuilles, met uitzondering van de instellingen voor belegging in schuldvorderingen, onderworpen aan een jaarlijkse taks vanaf de eerste januari volgend op, naargelang het geval, hun inschrijving bij de Commissie voor het Bank-, Financie- en Assurantiewezen.
Artikel 161bis, § 2, Wetboek der successierechten, zoals ter zake van toepassing, bepaalt dat wat betreft de beleggingsinstellingen, bedoeld in vermeld artikel 161, 3°, de taks verschuldigd is op het totaal van de in België netto uitstaande bedragen op 31 december van het voorafgaande jaar, vanaf hun inschrijving bij de Commissie voor het Bank-, Financie- en Assurantiewezen.
Artikel 2 van de Overeenkomst tussen België en Luxemburg tot het vermijden van dubbele belasting en tot regeling van sommige andere aangelegenheden inzake belastingen naar het inkomen en naar het vermogen, en van het Slotprotocol, ondertekend te Luxemburg op 17 september 1970 (hierna: DBV België-Luxemburg) bepaalt:
- «Belastingen waarop de Overeenkomst van toepassing is:
§ 1. Deze Overeenkomst is van toepassing op belastingen naar het inkomen en naar het vermogen die, ongeacht de wijze van heffing, worden geheven ten behoeve van elk van de overeenkomstsluitende Staten of van de staatkundige onderdelen of plaatselijke gemeenschappen daarvan. [...]
§ 3. De bestaande belastingen, waarop de Overeenkomst van toepassing is, zijn:
1° met betrekking tot België:
a) de personenbelasting;
b) de vennootschapsbelasting;
c) de rechtspersonenbelasting;
d) de belasting van niet-inwoners;
met inbegrip van de voorheffingen, de opcentiemen op de hierboven vermelde belastingen en voorheffingen, alsmede de aanvullende belastingen op de personenbelasting. [...]
§ 4. De Overeenkomst zal ook van toepassing zijn op elke gelijke of in wezen gelijksoortige belasting, die in de toekomst naast of in de plaats van de bestaande belastingen wordt geheven. Aan het einde van elk jaar zullen de bevoegde autoriteiten van de overeenkomstsluitende Staat elkaar de wijzigingen die in hun onderscheidene belastingwetten zijn aangebracht, mededelen.»
Artikel 2, § 3, DBV België-Luxemburg somt op exhaustieve wijze op, op welke soort belasting het verdrag van toepassing is met betrekking tot België, zijnde de personenbelasting; de vennootschapsbelasting; de rechtspersonenbelasting en de belasting van niet-inwoners.
De jaarlijkse taks in de zin van vermeld artikel 161 valt niet onder de in vermeld artikel 2, § 3, limitatief opgesomde belastingen en is er ook niet gelijk of in wezen gelijksoortig aan, zodat het DBV België-Luxemburg daarop niet van toepassing is.