Wanneer de installatie van een roerend goed gebeurt door de verkoper, wordt de foutieve installatie beschouwd als een gebrek aan overeenstemming van het verkocht goed en kan de verkoper terecht worden veroordeeld tot correcte uitvoering in natura.
Inzake consumentenkoop is de nationale wetgeving die een omzetting is van Europese richtlijn nr. 1999/44/EG in nationaal recht te beschouwen als regels van openbare orde. Terecht maakt de rechter ambtshalve toepassing van deze regels.
De overeenkomst met een keukenbouwer is een verkoop en geen aanneming, wanneer de plaatsing bijkomend is aan de verkoop . Op deze overeenkomst is de koopwet van toepassing.
Krachtens artikel 1649bis, § 2, 3° van het Burgerlijk Wetboek moeten alle roerende lichamelijke zaken, behalve goederen die in uitvoering van een beslag of anderszins gerechtelijk zijn verkocht, water en gas die niet marktklaar zijn gemaakt in een bepaald volume of in een bepaalde hoeveelheid en elektriciteit, als consumptiegoederen worden beschouwd.
Goederen die een keukenbouwer verkoopt zijn wel degelijk consumptiegoederen in de zin van deze wetsbepaling. Op het ogenblik van de verkoop zijn het immers roerende goederen. Dat deze goederen na de verkoop onroerend worden gemaakt door incorporatie, ontneemt aan deze goederen niet het karakter van roerend goed op het ogenblik van de verkoop.
Artikel 1649ter, § 4, eerste lid van het Burgerlijk Wetboek bepaalt dat een gebrek aan overeenstemming ten gevolge van een verkeerde installatie van het consumptiegoed wordt gelijkgesteld met een gebrek aan overeenstemming van het goed wanneer de installatie deel uitmaakt van de koopovereenkomst betreffende het goed en door de verkoper of onder diens verantwoordelijkheid is uitgevoerd. Een keukentoestel dat gebrekkig werd geïnstalleerd (door een keukenbouwer maakt deel uit van de overeenkomst, zodat deze gebrekkige installatie overeenstemt met een gebrek aan overeenstemming van dit toestel zelf..
Beschouwingen over de technische kwaliteiten en de meerwaarde van een andere uitvoering dan besteld doen niets ter zake.
De algemene voorwaarden van een keukenbouwer - dat bepaalt dat een eventuele niet-conformiteit met het bestelde wordt geacht gedekt te zijn, zo de koper hieromtrent bij de eerste vaststelling niet onmiddellijk schriftelijke melding van zou hebben gemaakt en dat de verwerking van de materialen een aanvaarding impliceert -is nietig, aangezien deze voorwaarde manifest in strijd is met artikel 1649quater, § 2 van het Burgerlijk Wetboek.
Deze wetsbepaling stelt dat de verkoper en de consument weliswaar een termijn kunnen overeenkomen waarbinnen de consument de verkoper op de hoogte moet brengen van het gebrek aan overeenstemming, zonder dat die termijn korter mag zijn dan 2 maanden vanaf de dag waarop de consument het gebrek heeft vastgesteld.
Het consumentenkooprecht raakt de openbare orde. Zo zijn overeenkomstig artikel 1649octies, eerste lid van het Burgerlijk Wetboek de contractuele bedingen of afspraken overeengekomen vooraleer het gebrek aan overeenstemming aan de verkoper door de consument ter kennis is gebracht en waardoor, rechtstreeks of onrechtstreeks, de rechten die de consument uit deze afdeling put, worden beperkt of uitgesloten, nietig.
In een arrest van het Hof van Cassatie van 18 juni 2021 werd geoordeeld dat een consument, in de regel, mag worden geacht kennis te hebben genomen van de algemene contractvoorwaarden wanneer deze op de keerzijde van een contractdocument voorkomen waarnaar wordt verwezen op de voorzijde. Maar hiervan kan niet worden uitgegaan wanneer het gaat om contractsvoorwaarden die ongebruikelijk of buitensporig zijn. Zo oordeelde het Hof van Cassatie dat de voorwaarden van DSM keukens die stellen dat de verbreking van het contract door de consument van de ondertekende bestelbon, DSM een recht verschaft op een schadevergoeding van 30%, buitensporig dan wel ongebruikelijk zijn en oordeelde het Hof van Cassatie dat het eerder arrest van het Hof van beroep te Antwerpen van 20 maart 2020 lastens DSM keukens, waarbij de consument niet gehouden was tot deze hoge vergoeding door loutere vermelding op de achterzijde van de bestelbon van deze voorwaarde, kon worden bevestigd.
Indien DSM Keukens een dergelijk zwaarwichtig beding lastens haar consument wil leggen dan dient zij volgens het arrest boven de plaats voorzien voor de handtekening van de kopers uitdrukkelijk had kunnen vermelden dat een opzegging van de overeenkomst, behoudens overmacht, aanleiding zou geven tot een vergoeding gelijk aan 30 pct. van de prijs.