Het feit dat de vergoeding van een contractant enkel bestaat uit een vaste vergoeding bv. "honorarium per werkdag van 8 u" geheten, sluit in beginsel het bestaan van een handelsagentuurovereenkomst niet uit. Het is zelfs niet ongewoon dat wanneer een agentuur betrekking heeft op een nieuw product of een nieuwe markt, minstens gedurende een eerste periode, waarin het onzeker is of de inspanningen van de agent tot de realisatie van een noemenswaardige omzet zullen leiden, een vaste vergoeding wordt bedongen.
De rechter dient bij de kwalificatie van een overeenkomst in de eerste plaats rekening te houden met de kwalificatie die de partijen daaraan hebben gegeven. Hij gaat daarbij de gemeenschappelijke bedoeling van de partijen na. Wanneer geen elementen worden aangevoerd die onverenigbaar zijn met de door de partijen gekozen kwalificatie, moet de feitenrechter deze kwalificatie volgen. Zijn er daarentegen wel elementen die toelaten de conventionele kwalificatie uit te sluiten, dan moet hij de kwalificatie wijzigen. De voorrang die gegeven wordt aan de kwalificatie door de partijen, geldt evenwel slechts in afwezigheid van wettelijke vermoedens.
De handelsagentuurovereenkomst is een overeenkomst waarbij de ene partij, de handelsagent, door de andere partij, de principaal, zonder dat hij onder diens gezag staat, permanent en tegen vergoeding belast wordt met het bemiddelen en eventueel afsluiten van zaken in naam en voor rekening van de principaal (art. 1, eerste lid agentuurwet, thans art. I.11, 1 ° WER). De agentuurwet is niet van toepassing op overeenkomsten gesloten met handelsagenten die hun werkzaamheid van tussenpersoon niet met regelmaat uitoefenen (art. 3, 1 ° agentuurwet, thans art. X.1, tweede lid WER). Het duurzame karakter van de activiteiten van de handelsagent is dus essentieel voor de toepasselijkheid van de agentuurwet.
De opdracht van de handelsagent bestaat in het bemiddelen en eventueel afsluiten van zaken in naam en voor rekening van de principaal. Vereist is dat er een permanente band bestaat tussen principaal en agent. De principaal kan eventueel aan de handelsagent bijkomende taken opleggen, naast de hoofdactiviteit van bemiddeling. Deze bijkomende taken kunnen onder meer betrekking hebben op het verstrekken van adviezen over de concurrentie op de markt, de mogelijkheid tot uitbreiding van het marktaandeel, het rekruteren en opleiden van medewerkers, het invorderen van facturen, het organiseren van een dienst na verkoop, het aanhouden van een voorraad of het aankopen van een hoeveelheid demonstratiemateriaal.
De omstandigheden dat de partijen gedurende een bepaalde tijd op zelfstandige basis samenwerken en dat de ene in naam en voor rekening van de andere feitelijke of rechtshandelingen stelt, zijn noodzakelijke, doch geen voldoende voorwaarden voor het bestaan van een handelsagentuurovereenkomst. De vaststelling dat een agent gedurende ongeveer 2 jaar maandelijks gemiddeld 20 dagen factureerde aan aan de principaal toont aan dat er een permanente band was tussen partijen. Opdat sprake zou zijn van een handelsagentuur moet bovendien aangetoond dat tijdens deze overeenkomst regelmatig en niet louter occasioneel bemiddeld heeft bij het tot stand komen van zaken tussen de principaal en haar klanten, dat zij met andere woorden als tussenpersoon optrad tussen de principaal en haar klanten voor het tot stand komen van zaken.
Activiteiten als consultant of manager zijn geen activiteiten als handelsagent.