Het openbaar ministerie dient met oog op de facultatieve herroeping slechts dagvaarden met het oog op die herroeping van het verleende uitstel op verslag van de probatiecommissie dat strekt tot herroeping.
Uittreksel uit de probatiewet
Art. 13.§ 1. (De opschorting kan worden herroepen ingeval gedurende de proeftijd een nieuw misdrijf gepleegd is dat veroordeling tot een criminele straf of een (...) hoofdgevangenisstraf van ten minste een maand [1 of tot een gelijkwaardige straf die in aanmerking genomen wordt overeenkomstig artikel 99bis van het Strafwetboek]1 tot gevolg heeft gehad.) <W 1994-02-10/44, art. 5; 003; Inwerkingtreding : 15-10-1994> <W 1999-03-22/61, art. 8, 007; Inwerkingtreding : 2000-04-11>
[2 § 1bis. De gewone opschorting en de probatieopschorting kunnen ook worden herroepen indien diegene voor wie de maatregel is genomen wegens een overtreding van de wet van 16 maart 1968 betreffende de politie over het wegverkeer of van haar uitvoeringsbesluiten, gedurende de proeftijd een nieuw misdrijf heeft gepleegd dat veroordeling krachtens de wet van 16 maart 1968 betreffende de politie over het wegverkeer tot gevolg heeft gehad.
Het eerste lid geldt eveneens indien de maatregel tegelijkertijd is genomen wegens een overtreding van de wet van 16 maart 1968 betreffende de politie over het wegverkeer of van haar uitvoeringsbesluiten en wegens een overtreding van de artikelen 419 of 420 van het Strafwetboek.]2
§ 2. (...) <W 1994-02-10/44, art. 6, 003; Inwerkingtreding : 15-10-1994>
Herroept het gerecht de opschorting niet, dan kan het de gewone opschorting vervangen door de probatieopschorting of aan laatstgenoemde nieuwe voorwaarden verbinden.
§ 3. De probatieopschorting kan ook worden herroepen indien degene voor wie die maatregel is genomen, de opgelegde voorwaarden niet naleeft en de probatiecommissie de niet-naleving voldoende erg heeft geacht om ze ter kennis van het openbaar ministerie te brengen. Ook in dit geval kan het gerecht nieuwe voorwaarden verbinden aan de probatieopschorting, in plaats van ze te herroepen.
Artikel 14 § 2. Het probatieuitstel kan worden herroepen indien degene voor wie die maatregel is genomen, de opgelegde voorwaarden niet naleeft.
In dat geval dagvaardt het openbaar ministerie, op verslag van de commissie dat strekt tot herroeping, de betrokkene, ten einde het uitstel te doen herroepen, voor de rechtbank van eerste aanleg van zijn verblijfplaats [
2 of, in het geval bepaald in § 1ter, voor de politierechtbank van de plaats van het misdrijf]
2 binnen dezelfde termijn, onder dezelfde voorwaarden en in dezelfde vormen als in correctionele zaken. Dit geldt zelfs bij herroeping van een uitstel dat door het Hof van assisen is uitgesproken. Herroept het vonnisgerecht het uitstel niet, dan kan het nieuwe voorwaarden verbinden aan het probatie-uitstel, gelast bij de eerste veroordeling.
Tegen deze beslissingen kan worden opgekomen met alle rechtsmiddelen waarin het Wetboek van strafvordering voorziet.
§ 3. De vordering tot herroeping wegens niet-naleving van de opgelegde voorwaarden moet worden ingesteld uiterlijk binnen een jaar na het verstrijken van de termijn bepaald in artikel 8. Zij verjaart een vol jaar na de dag waarop zij bij het bevoegde gerecht is aangebracht.
----------
(
1)<W
2014-04-25/23, art. 67, 017; Inwerkingtreding : 24-05-2014>
(
2)<W
2014-03-09/16, art. 29, 019; Inwerkingtreding : 01-01-2015>