Ervaringsregels door de rechter
De rechter mag zich dan steunen op ervaringsregels die hij als rechter en/of als mens kent en die vermoedens uitmaken die noodzakelijk in de rechtsbedeling worden verondersteld en aldus noodzakelijkerwijze tot het recht behoren. De rechter mag aldus onder meer afgaan op feitelijke vermoedens als het hem voorkomt dat de normale gang van zaken is verstoord.
Berekening schade in concreto of ex aequo et bono
Wanneer een berekening in concreto niet mogelijk is, mag een benaderende herstelwijze van het bedrag van de schade worden gehanteerd: de begroting ex aequo et bono, hetzij een forfaitaire evaluatie uit billijkheidsoverwegingen.
Deze berekeningswijze mag overeenkomstig de artikelen 1382 en 1383 van het Burgerlijk Wetboek door de rechtbank gehanteerd worden wanneer geen van de partijen elementen voor een nauwkeurige begroting of de juiste vaststelling van de omvang van de schade verschaft of kan verschaffen.
Slaagt het slachtoffer er dus niet in objectieve stavingsstukken voor te leggen, dan kan de begroting ex aequo et bono gebeuren.
De beslissing van de rechter om aldus een vergoeding toe te kennen is naar recht verantwoord wanneer hij de redenen opgeeft waarom, enerzijds, de door een partij voorgestelde ramings- en/of berekeningswijze moet worden verworpen, en anderzijds, de raming enkel ex aequo et bono kan geschieden (Cass. 16/04/2015, RW 2016-2017, 1389 en Cass. 15 januari 2021, RW 2021-2022, 791).