Dwaling is een oorzaak van nietigheid van de overeenkomst, wanneer zij de zelfstandigheid betreft van de zaak die het voorwerp van de overeenkomst uitmaakt (artikel 1110 van het oud Burgerlijk Wetboek).
De "zelfstandigheid van de zaak" is elk element dat door de partijen bij de contractssluiting ais essentieel werd beschouwd, in de zin dat zonder dat element de overeenkomst niet zou zijn gesloten. Slechts de verschoonbare dwaling maakt de toestemming gebrekkig en kan tot de nietigheid van de overeenkomst aanleiding geven.
De dwaling is verschoonbaar wanneer zij door ieder redelijk, nauwlettend en voorzichtig mens zou kunnen begaan zijn.
Wanneer de situatie van vastgoed afwijkt van vergunde plannen en dat er uitbreidingen aan het vastgoed werden uitgevoerd die niet werden vergund kan aangenomen worden dat er sprake is van dwaling in hoofde van de koper die geen kennis had van de bouwovertreding.
Bijkomende voorwaarde blijft dat de dwaling de zelfstandigheid van de zaak raakt.
Vraag is dan of de niet-vergunning de zelfstandigheid van de zaak raakt, hetgeen een onderzoek naar de ernst van de gevolgen van de niet-vergunning vergt. Wanneer de kopers het bewijs niet kunnen leveren dat er een ernstig risico bestaat dat de regularisatie niet of slechts mits belangrijke investeringen of kosten zou kunnen worden verkregen, slagen de kopers niet in het bewijs dat zij over de zelfstandigheid van de zaak hebben gedwaald.
Voor de wettelijke bepalingen van bedrog in het NBW zie
www.elfri.be - Artikel - Bedrog