Een drukpersmisdrijf is het misdrijf gepleegd door misbruik van een meningsuiting door middel van gedrukte en ruchtbaar gemaakte geschriften; de beoordeling van dergelijk misdrijf vereist derhalve de beoordeling van de geuite mening (1). (1) Cass., 11 dec. 1979, A.C., 1979-1980, 452; 21 okt. 1981, AR 1902, A.C., 1981-1982, 271; 9 okt. 1985, AR 4319, nr 77; 17 jan. 1990, AR 7768, nr 306; DUPONT, L. en VERSTRAETEN, R., Handboek Belgisch Strafrecht, 1990, p. 177 e.v., nr 277-287; HANOTIAU, M., 'Le délit de presse: insolite, arbitraire et fragile', Journ. procès, 1990, nr 169; p. 35-38; LEMMENS, K., La presse et la protection juridique de l'individu. Attention aux chiens de garde, Bruxelles, Larcier, 2004, p.349, nr 480.
Misbruik van door inzage in het strafdossier verkregen inlichtingen, zelfs door middel van gedrukte en ruchtbaar gemaakte geschriften, vereist geen beoordeling van een mening en is derhalve geen drukpersmisdrijf, zodat de beoordeling van dat wanbedrijf toekomt aan de correctionele rechtbank.