De verlengde minderjarigheid is een inmiddels afgeschaft beschermingsstatuut inhoudende de handelingsonbekwaamheid van verstandelijk gehandicapte personen waarbij en waardoor de beschermde personen onder het gezag van hun ouders bleven zolang die leefden en onder een voogd aangesteld door de vrederechter van de woonplaats van de minderjarige, ingeval de ouders kwamen te overlijden.
Sinds de wet bewindvoering op 1 september 2014 in werking trad, bestaat de verlengde minderjarigheid niet langer. De vrederechter voorziet nu voor alle personen waarvoor een beschermingsmaatregel aangevraagd wordt over een bewindvoering ‘op maat’.
De statuten ‘verlengde minderjarigheid’ en ‘voorlopige bewindvoering’ worden dus niet meer toegekend. Er werd voorzien in een tijdelijke uitdoofregeling die liep tot 1 september 2019, waarna alle bestaande statuten verlengde minderjarigheid en voorlopige bewindvoering automatisch zijn overgaan naar ‘bewindvoering’.
De nieuwigheid van het bewind tegenover de verlengde minderjarigheid is dat, waar bij de verlengde minderjarigheid er van uit gegaan werd dat het verstandelijk beperkte kind niets kon en dat de rechter hierop uitzonderlingen kon toestaan, onder het bewind de situatie omgekeerd is. Bij het bewind gaat men ervan uit dat het kind alles kan en dat de vrederechter gaat bepalen wat er niet kan. Centraal hierbij is dat er naast de goederen nu ook over de persoon van het verstandelijk beperkte kind beschermingsmaatregelen kunnen genomen worden.
De auteur toont in de alhier besproken bijdrage zijn bekommernis over de opdracht, keuzes en vragen van ouders en familieleden van een mentaal gehandicapt kind. Hij wijst op de moeilijkheden inzake de materiële opvang, de opvoeding en later de begeleiding van hun mentaal gehandicapt 'kind'.
De wettelijke bepalingen zijn niet bepaald eenvoudig, laat staan overzichtelijk en worden verder constant aangepast door de verschillende bevoegde overheidsinstanties. Hierdoor ontstaat onduidelijkheid en verwarring ontstaat voor de betrokken familieleden en ouders die met heel wat vragen blijven zitten, meer zelfs met onduidelijkheid en verwarring bestaat geconfronteerd worden mbt het statuut van de verlengde minderjarige.
In dit boek toont de Vrederechter van Zelzate, Kristiaan Rotthier, de weg doorheen het bos van de wetgeving ten tijde van de wettelijke regeling van de verlengde minderjarigheid
In het boek wordt eerst nagegaan wie in aanmerking kwam voor het statuut van verlengde minderjarigheid. Nadien wordt de positie van de ouder(s) en de voogd onderzocht en de juridische gevolgen voor de verlengd minderjarige onder ouderlijk gezag of onder het stelsel van de voogdij.
Tevens wordt er bijzondere aandacht besteed aan de problematiek van de erfopvolging (hoe regel ik het best de nalatenschap van de verlengd minderjarige), en de steunmaatregelen van de overheid onder meer in het kader van de sociale zekerheid.
Het boek bevat naast een uitgebreide bibliografie, nog een aantal praktische bijlagen, zoals de gecoördineerde wetteksten, en enkele modellen.