De Indicatieve Tabel 2012 voert het nieuwe begrip «persoonlijke ongeschiktheid» in. (Integrale publicatie Indicatieve tabel 2012 in T. Pol 2012, 93)
De «persoonlijke ongeschiktheid» is «het geheel» van de gevolgen van de aantasting van de fysieke en psychische integriteit op de handelingen en de gedragingen in het dagelijks patrimoniaal leven, met inbegrip van de pijnen die volgens de medisch deskundige normalerwijze verbonden zijn aan het letsel, evenals de psychische schade die hier gewoonlijk mee gepaard gaat.
Het percentage van de persoonlijke ongeschiktheid geen meeteenheid is maar een waardemeter. De deskundige geeft eerst toelichting bij de weerslag van de letsels op het dagelijks leven alvorens een percentage te bepalen. Aanpassing kan met inachtneming van de persoonlijke situatie.
De «persoonlijke ongeschiktheid» wordt in de Indicatieve Tabel 2012 niet verder toegelicht.
Toelichting verschaft wordt wel gegeven in een bijdrage van P. Lucas en L. Jonckheere: P. Lucas en L. Jonckheere, «Persoonlijke ongeschiktheid en een nieuw stramien ter bepaling van de schade» in Indicatieve Tabel 2012, Brugge, die Keure, 2012, 139 e.v.
Het begrip invaliditeit voorheen verward met arbeidsongeschiktheid wordt hierbij verlaten.
Invaliditeit is een medisch benadering van de aantasting van anatomische of functionele aard verwijst, los van de lucratieve activiteiten van een slachtoffer.
Invaliditeit wordt voornamelijk bepaald op grond van de (dubbelzinnige) Officiële Belgische Schaal ter bepaling van de graad van invaliditeit (de zgn. OBSI), waarvan P. Lucas en L. Jonckheere beweren dat ze dubbelzinnig is.
Arbeidsongeschiktheid is een economisch begrip dat naar de economische weerslag van de psycho-fysieke ongeschiktheid verwijst en dus de economische gevolgen van een invaliditeit bepaalt.
Zie Cass. 11 januari 1983, Arr.Cass. 1982-83,
Basis is de aantasting van de lichamelijke en geestelijke integriteit. Hierna kwantificering. Hierna raming door deskundige van (1) de persoonlijke tijdelijke en (2) persoonlijke blijvende ongeschiktheid moeten ramen op een schaal van 0 tot 100, los van huishoudelijke en economische ongeschiktheid, die afzonderlijk worden geëvalueerd.
De (tijdelijke of de blijvende) huishoudelijke ongeschiktheid is de aantasting van het energetisch of functioneel potentieel van het slachtoffer met een economisch waardeerbare weerslag op zijn geschiktheid tot het vervullen van huishoudelijke taken, wat zich uit in een gedeeltelijke of totale onmogelijkheid dan wel het leveren van verhoogde inspanningen, rekening houdend met de actuele familiale situatie en de voorzienbare evolutie ervan op een schaal van 0 tot 100 als graad van aantasting van de fysieke of psychische integriteit op de huishoudelijke taken van het slachtoffer.
Cass. 7 januari 1999, Arr.Cass. 1999, 7: “Het huishoudelijk werk heeft een economische waarde heeft, los van de inkomsten. Deze schade kan ook in de periode van blijvende arbeidsongeschiktheid worden geleden”.
De economische ongeschiktheid omvat op een schaal van 0 tot 100:
• de gevolgen van de aantasting van de fysieke en de psychische integriteit op de handelingen en gedragingen in het professioneel en lucratief leven van het slachtoffer
• de aantasting van de concurrentiekracht van het slachtoffer op de arbeidsmarkt.
Voor de indicatieve tabel 2016: klik hier
Voor de indicatieve tabel 2020: klik hier
Nieuw in de indicatieve tabel 2020:
- Administratieve kosten fotokopieën, typen enz.): forfaitaire vergoeding van tussen de € 50 en € 150 ‘rekening houdend met de complexiteit van de zaak’.
- Kilometervergoeding € 0,35 per gereden km.
- De term ‘gebruiksderving van het voertuig’ (= gebruiksderving na het immobiliseren van een voertuig met schade aan het slachtoffer tot gevolg) wordt vervangen door de term ‘vergoeding wegens onbeschikbaarheid’.
- De morele schade voor het verlies van een studiejaar, dat in 2016 voor alle onderwijsvormen op € 3.750,00 werd vastgesteld, wordt tot € 2.500,00 verlaagd voor de lagere en middelbare school. Het bedrag voor het hoger onderwijs werd tot € 3.800,00 verhoogd.
- Het forfaitaire bedrag van de blijvende ongeschiktheid wordt gezien als de geschikte vergoedingsvorm voor lichte tot matige ongeschiktheid, zonder dat er een graad wordt gepreciseerd. Daarmee wil men het slachtoffer een forfaitair bedrag toekennen ter compensatie van de ongemakken die de blijvende ongeschiktheid in de toekomst nog zal veroorzaken.
- De rente wordt aanzien als de meest geschikte vergoeding is om de schade als gevolg van een aanzienlijke blijvende ongeschiktheid (de term ‘aanzienlijk’ is nieuw) te compenseren, zonder de graad verder te specificeren. De rente moet ervoor zorgen dat het slachtoffer elke maand of elk jaar het bedrag van de uitgaven (medicijnen, prothese enz.) ontvangt waarmee hij/zij in de toekomst zal worden geconfronteerd, bijvoorbeeld het equivalent van zijn/haar gederfde inkomsten. Het slachtoffer krijgt dus een vergoeding voor één of meer schadeposten door middel van regelmatige betalingen, eventueel geherwaardeerd en geïndexeerd, tot het einde van zijn/haar leven (lichamelijk of lucratief, afhankelijk van het soort vergoeding).
De overige bepalingen van de Indicatieve Tabel 2020 wijken niet af van de tabel van 2016
De technische rentevoet van 1% blijft ook de aanbevolen rentevoet voor berekeningen voor kapitalisatie, zonder extra inflatiepercentage.
De tabel is geenszins het wondermiddel bij schadebepalingen maar is slechts een middel om partijen bij hun onderhandelingen en de magistraten bij hun beoordeling te helpen knopen door te hakken. Zoals een aandachtige lezer zal merken, biedt de tabel slechts een houvast in die zaken waar er geen andere dan forfaitaire begroting van schade mogelijk is. De tabel vergt een kritische houding vanwege al zijn gebruikers.
De tabel moet iedereen kritisch houden en een permanente aansporing zijn voor allen om zich te vervolmaken in de materie van de vergoeding van schade.
Alles verandert, dus ook de inzichten in schade en de wijzen van vergoeden. De rechtsleer en de rechtspraak volgen deze evolutie langzamer dan de werkgroepen en zijn meer bestemd voor professionelen.
Deze tabel wil op systematische wijze de uit de praktijk gekende knelpunten een oplossing geven, met aandacht voor een zo menselijk mogelijke aanpak van de materie.
Let wel voor schadegevallen vanaf 1 januari 2025 is het nieuwe boek 6 BW van toepassing met verfijning van het begrip schade en een aantal nieuwe regels. Zie deze link: Grondbegrippen over de schade en schaderegeling in het boek 6 van het (nieuw) BW.
Artikel 6.26 (nieuw) BW stelt geen nomenclatuur op van de soorten vergoedbare schade. De wetgever van het nieuw BW heeft dit niet wenselijk geacht gelet op het evolutieve karakter van deze materie en wou dan ook niet de indicatieve tabel vervangen die periodiek opgesteld wordt door het Nationaal verbond van magistraten van eerste aanleg en het Koninklijk verbond van vrede-en politierechters wegschuiven.