Deze bijdrage bespreekt de oudere rechtspraak van de raad van state.
Inmiddels is de procedure gewijzigd.
verandering familienaam:
Met toepassing van art. 370/3, § 1 en § 2 BW wordt een verzoek tot verandering van naam door elke persoon, die om het even welke reden heeft om van naam te veranderen, gericht aan de minister van Justitie.
Wanneer de minister van Justitie de naamswijziging weigert toe te staan, dan kan binnen een termijn van dertig dagen een vordering bij verzoekschrift worden ingesteld bij de familierechtbank (art. 370/9, § 1 en § 2 BW).
verandering voornaam:
Elke persoon die van voornamen wenst te veranderen, dient daartoe een verzoek in bij de ambtenaar van de burgerlijke stand :
- van de gemeente waar de betrokkene in de bevolkingsregisters, het vreemdelingenregister of het wachtregister is ingeschreven, of;
- indien de betrokkene in het buitenland verblijft, van de gemeente waar hij het laatst was ingeschreven in de bevolkingsregisters, vreemdelingenregister of wachtregister, of bij ontstentenis;
- van Brussel.
De ambtenaar van de burgerlijke stand kan, na controle van de gerechtelijke antecedenten van de betrokkene, de voornaamsverandering toestaan indien de gevraagde voornamen geen aanleiding geven tot verwarring en de verzoeker of derden niet kunnen schaden.
In geval van ernstige twijfel bij de beoordeling van de in het eerste lid bedoelde voorwaarden, kan de ambtenaar van de burgerlijke stand het advies van de procureur des Konings inwinnen.
De ambtenaar van de burgerlijke stand staat de voornaamsverandering toe aan de in artikel 370/3, § 4, bedoelde personen.
In geval van weigering van de voornaamsverandering wordt de verzoeker daarvan in kennis gesteld door de ambtenaar van de burgerlijke stand.
Binnen drie maanden na het verzoek maakt de ambtenaar van de burgerlijke stand die de voornaamsverandering toestaat, een akte van voornaamsverandering op en verbindt deze met de akten van de burgerlijke stand die betrekking hebben op de begunstigde en de geboorteakten van diens afstammelingen tot de eerste graad.
Wanneer de ambtenaar van de burgerlijke stand de voornaamsverandering weigert toe te staan, dan kan de betrokkene, overeenkomstig artikel 370/4, § 2, een vordering instellen via een verzoekschrift dat wordt gericht aan de familierechtbank.