De ingebrekestelling is de verplichte voorafgaande stap die een schuldeiser dient te zetten in de procesfase die hij wil stellen in geval van niet-nakoming door de schuldenaar van zijn contractuele verplichtingen.
In deze bijdrage onderzoekt de auteur dit algemene rechtsbeginsel. Bijzondere aandacht wordt hierbij geschonken aan de rol van de ingebrekestelling in de context van exceptie van niet-uitvoering.
Het begrip ingebrekestelling (in mora stelling) is afgeleid van het Romeinse recht, dat werd gekenmerkt door de onmiddellijkheid van de uitvoering van overeenkomsten. Dit stringente principe werd getemperd door de voorafgaande in mora stelling van de schuldenaar die een voorafgaande ingebrekestelling door de schuldeiser behelsde Het beginsel werd overgenomen door het gewoonterecht en opgenomen in de de Napoleontische code, zonder echter het voorwerp te zijn geweest van een nauwkeurige definitie.
Het beginsel va de verplichte ingebrekestelling is vandaag vervat in de artikelen 1138, 1139, 1145, 1146, 1153, 1154, 1164, 1195, 1205, 1207, 1230, 1245, 1264,1652, 1656, 1657,1788, 1904, 1929, 1936 , 1938 en 1996 van het Burgerlijk Wetboek. Deze disparate vermelding verklaart de moeilijkheden bij het ontwikkelen van een coherente algemene theorie van de ingebrekestelling.
De ingebrekestelling maakt deel uit van de theorie van de uitvoering van het contract. De perfecte uitvoering door de schuldenaar van een contract resulteert in de uitdoving va het contract. De contractbreuk resulteert in vorderingen en rechtszaken in uitvoering of beëindiging van het contract. Zowel nakoming als niet-nakoming van verplichtingen zijn geen autonome juridische concepten.
Niettegenstaande de gebruikte terminologie is de uitvoeringstermijn van een overeenkomst een tijdmaat en niet een een termijn. Dies non interpellat pro homine.
Algemeen wordt aangenomen dat de uitvoering onderhevig is aan een voorafgaande in gebreke stelling, al dient dit beginsel gerelativeerd.
De ingebrekestelling van rechtswege
- de verplichtingen tot geven (dare) brengt een onmiddellijke overdracht van eigendom teweeg vanaf het ogenblik van de wilsovereenstemming conform artikel 1138 van het Burgerlijk Wetboek.
- de schending van een verplichting om niet te doen (non facere) sluit elke gedwongen executie uit en vereist in principe geen formele ingebrekestelling conform artikel 1145 van het Burgerlijk Wetboek.
- misdrijven en quasi-delicten impliceren de overtreding van een verplichting om dat niet te doen, zodat wegens het plegen van misdrijven een ingebrekestelling niet denkbaar is.
-door de aard van de overeenkomst of door de omstandigheden eigen aan de zaak (mora ex re) is het mogelijk dat de nakoming van de verplichting niet langer mogelijk is.De niet-uitvoering lijkt dan onherstelbaar, zodat de ingebrekestelling nutteloos is geworden. Uitvoering die materieel onmogelijk is geworden of niet langer nuttig is voor de schuldeiser of die het vertrouwen van de schuldeiser permanent schaadt, vereist geen formele ingebrekestelling.
-Ook de onderbreking door de schuldenaar van een verbintenis die enkel op ononderbroken wijze kan uitgevoerd, vergt geen formele ingebrekestelling.
Bij verkoop van levensmiddelen en roerende waarden wordt de verkoop gesloten ipso jure en zonder sommatie afgehandeld, De verkoper wordt verondersteld in gebreke te zijn door het enkele verstrijken van de termijn in geval van verkoop van goederen waarvan de prijs onderhevig is aan snelle en aanzienlijke schommelingen zoals dit het geval is bij roerende waarden.
De koper van onroerend goed kan ook een vordering tot schadevergoeding instellen wegens schending van een eventuele clausule « quitte et libre » zonder voorafgaande in gebrekestelling.
- Een schuldenaar die aan zijn schuldeiser zelf ter kennis brengt dat hij weigert zijn verplichtingen na te komen, stelt zichzelf in gebreke;
In overeenstemming met artikel 1139 van het Burgerlijk Wetboek kan de vrijstelling van ingebrekestelling worden vastgelegd in de overeenkomst of in de wet.
De verklaring waarbij de schuldeiser ontslagen wordt van de verplichting tot ingebrekestelling is niet onderworpen aan enige vorm: het volstaat dat de duidelijke wil van de partijen om af te zien van de ingebrekestelling voldoende blijkt dan wel kan afgeleid worden uit de overeenkomst.
Toch wordt een loutere vermelding dat rente van rechtswege verschuldigd zal zijn, door sommige rechtspraak niet erkend.
De formele ingebrekestelling-In morastelling:
De formele kennisgeving
Definitie. - De ingebrekestelling wordt gedefinieerd als een eenzijdige rechtshandeling waardoor de schuldeiser van zijn schuldenaar een correcte uitvoering van een of meer uitstaande verplichtingen eist. Zij bestaat bestaat uit een formele vaststelling van niet-nakoming van de verbintenis door de nalatige schuldenaar en die meerdere functies vervult.
De ingebrekestelling klaagt de vertraging dan wel de niet-uitvoering van de overeenkomst aan en stelt de onrechtmatige overtreding vast, waarbij de schuldenaar een laatste kans krijgt om aan zijn verplichting te voldoen, waardoor hij wordt beschermd tegen gevolgen die hij misschien niet vermoedt. Bovendien wordt de risicobelasting omgekeerd en wordt de aansprakelijkheid voor schade bepaald. De ingebrekestelling maakt de schuldenaar aansprakelijk voor elke schade die het gevolg is van de niet)-uitvoering of de vertraging. De schuldeiser brengt door de ingebrekestelling de schuldenaar ter kennis va de eventuele gevolgen waaraan hij zal worden blootgesteld bij niet nakoming van de allerlaatste termijn tot stipte uitvoering en geeft hem tevens de kans om zijn verplichtingen alsnog regelmatig na te komen, hetgeen dus een allerlaatste termijn inhoudt.
De ingebrekestelling dient uiteraard precies, geloofwaardig en ernstig te zijn. Zij is meer dan een loutere opmerking, maar behelst een formele eis die de vaststelling inhoudt dat de debiteur zijn verplichtingen niet nakomt.
De ingebrekestelling is de proloog va de gerechtelijke procedure en de tenuitvoerlegging. Zij materialiseert het recht van de schuldeiser om de uitvoering van de overeenkomst te eisen en is aldus van nature eerder van justitiële dan van burgerlijke of handelsrechtelijke aard. Aldus is de ingebrekestelling een onderdeel van een precontentieuze procedure die de schuldenaar een laatste kans geeft om alsnog uit te voeren.
Het begrip ingebrekestelling behoort echter technisch gezien tot de verbintenissenwet en raakt niet de openbare orde.
In die zin verdedigt de bijdrage van de auteur dat het ontbreken van een ingebrekestelling geen invloed op de ontvankelijkheid van de vordering.