HOE ALTERNATIEF IS ALTERNATIEVE GESCHILLENBESLECHTING (ADR-ALTERNATIVE DISPUTE RESOLUTION)?
I. Inleiding
1. «ADR», het acroniem voor «Alternative Dispute Resolution»,
waaruit het acroniem voor «AGB» «alternatieve geschillenbeslechting»,
2. Ontstaan uit de frustraties In de loop van de jaren ‘70 in de Verenigde Staten:
• «pre-trial discovery» (versleept massa’s stukken naar de rechtszaal
• «cross examination»,
• «expert witness»
• «jury trial»
3. Methode gericht op waarheidsvinding wordt doel op zich
4. vanuit bekommernissen:
• de budgetten voor gerechtelijke procedures drastisch te kunnen reduceren,
• het tijdsverloop tussen het uitbreken van een geschil en de beslechting ervan in te korten,
• de voorspelbaarheid van de uitkomst van een geschil onder controle te houden,
• in de toekomst nog zaken te kunnen doen met de tegenpartij
werd in 1979 in de Verenigde Staten «CPR Institute for Dispute Resolution» opgericht, «The International ADR Coalition of Leading Chief Legal Officers and Major Firms — Developing Nonbinding Alternatives to the High Costs of Litigation for Business and Public Disputes»;
•
vertaald: «De internationale AGB-coalitie van leidende juridsch adviseurs en grote bedrijven — de ontwikkeling van niet-bindende alternatieven voor de hoge kosten van gerechtsprocedures voor geschillen van commerciële en publieke aard».
5. Verenigd Koninkrijk, werd het «Center for Dispute Resolution» te Londen opgericht in 1990
6. In Continentaal Europa stuit ADR op tegenstand. De bewijsvoering in burgerlijke en handelszaken is totaal anders gestructureerd is dan in de Verenigde Staten en het Verenigd Koninkrijk, en ook de houding ten aanzien van conflictbehandeling is verschillend.
7. In Nederland wordt AGB gepromoot door het Nederlands Mediation Instituut (NMI).
In Zwitserland biedt de Kamer van Koophandel te Zürich sedert 1984 «mediation and mini-trial» aan.
België cfr CEPINA
II. Op zoek naar een definitie van AGB
8. AGB alternatief voor het gewone dus voor dading, arbitrage of scheidsgerecht, en de procedure voor staatsrechtbanken.
9. Artikel 2044 B.W. (dading)
10. Artikel 1676, (arbitrage)
11. Daarvan te onderscheiden is geschillenbeslechting door staatsrechtbanken,
12. AGB ligt tussen enerzijds dading en anderzijds arbitrage/staatsrechtbank
13. Gemeenschappelijk en onderscheidend aan dading
14. AGB versus de onderhandelingen gevoerd zonder de aanwezigheid van een derde
15. AGB versus «bindende derdenbeslissing»,
16. AGB versus geschillenbeslechting volgens de regels van het recht
17. De contractuele grondslag van arbitrage versus de wettelijke grondslag van de staatsrechtbanken
18. Zeggenschap die aan een derde wordt toegekend, versus de zeggingskracht waarmee de uitspraken van deze derde bekleed wordt bekleed.
19. AGB definitie:
Van de verschillende mogelijke methoden om geschillen te beslechten is alternatieve geschillenbeslechting de methode waarbij de partijen tot een geschil op contractuele basis een beroep doen op een derde die de partijen behulpzaam zal zijn bij het nastreven van een dading, doch deze derde kan, behoudens andersluidende overeenkomst tussen partijen, hoegenaamd geen uitspraken doen die de partijen zouden binden.
Benaming derde:
• «bemiddelaar»,
• «verzoener»,
• «conciliator»
• «faciliator».
• katalysator,
• «mediator»
«Alternative Dispute Resolution» is een syntheseconcept verschaft voor een onuitputtelijke waaier van methoden van conflictbeslechting met eigen dynamiek gebruikmakend van moderne onderhandelingstechnieken, psychologische beïnvloedingsvaardigheden, gedragswetenschappen en linguïstiek.
III. Wezenskenmerken van AGB
20. Tot de wezenskenmerken van AGB behoren:
— de contractuele basis;
•
— het optreden van een neutrale derde die bemiddelt tussen de partijen bij het geschil, doch die, behoudens andersluidende overeenkomst tussen de partijen, geen uitspraken kan doen die de partijen binden;
•
— de volstrekte geheimhoudingsverplichting indien de bemiddelingspoging niet resulteert in een dading;
•
— indien de bemiddelingspoging mislukt, herwinnen partijen hun volstrekte vrijheid.
21. AGB bestaat enkel bij de gratie van een overeenkomst tussen de partijen om toekomstige geschillen of een gerezen geschil te pogen te laten beslechten door AGB.
22. Anders dan bij arbitrage dient inzake AGB gesproken te worden van een «poging».
23. toepasselijk recht en de bevoegde rechtbank.
24 flexibiliteit in AGB
25. bekwaamheid van de bemiddelaar.
26. De geheimhoudingsverplichting
27. Als de bemiddelingspoging mislukt, herwinnen de partijen hun volstrekte vrijheid,
IV. Vormen van AGB
28. volledig in handen van de bemiddelaar in overleg met de partijen
29. Een in de literatuur steeds weerkerend onderscheid is dat tussen «facilitatieve» en «evaluatieve» bemiddeling. 15
«Facilitatieve» bemiddeling betekent dat de bemiddelaar de partijen zal bijstaan in het expliciteren van het geschil, het ontwikkelen van alternatieven, en het suggereren van punten voor partiële of globale wilsovereenstemming.
werk van Fisher Roger en Ury William, Getting to Yes: negociating agreement without giving in (1982). Deze auteurs stellen vier richtlijnen voor om een win-win-resultaat te bereiken:
1) «seperate the people from the problem» — maak het onderscheid tussen de persoon en het probleem;
•
2) «focus on interests, not position» — concentreer op belangen, niet op posities;
•
3) «invent options for mutual gain» — ontwikkel alternatieven tot wederkerig voordeel;
•
4) «insist on objective criteria» — dring aan op objectieve criteria.
30. Richtlijnen van de «Getting to Yes»-methode geven een inzicht in de redenen voor het succes van AGB.
Door het geschil te depersonaliseren wordt een afstand gecreëerd tussen het geschil en de personen die een rol speelden of spelen in het geschil
opeenvolgende stappen
— elk van de partijen gelegenheid geven het eigen standpunt duidelijk te formuleren;
•
— elk van de partijen ertoe brengen duidelijk inzicht te verwerven in het standpunt van de tegenpartij;
•
— de kern van het geschil omschrijven, en deze kern hoeft niet noodzakelijk in juridische of economische termen omschreven te worden;
•
— trachten de partijen zelf tot nieuwe inzichten te brengen over de wijze waarop zij hun geschil zouden kunnen beslechten (lateral thinking);
•
— partijen confronteren met het beste alternatief indien geen dading tot stand komt («best alternative if no negociated agreement» — BATNA), en tevens met het slechtste alternatief indien geen dading tot stand komt («worst alternative if no negociated agreement» — WATNA);
•
— alternatieven suggereren waarvan verwacht kan worden dat zij tot een wilsovereenstemming tussen de partijen leiden;
•
— indien deze wilsovereenstemming een feit wordt, behulpzaam zijn bij het opstellen van de dading.
31. Caucus./ bemiddelaar bedreven in hermeneutiek, of uitlegkunde / omgekeerde Socratische dialectiek
De Socratische dialectiek was erop gericht de gesprekspartner van Socrates tot het inzicht te brengen dat hij niet wist wat hij dacht te weten. De bemiddelaar zal trachten de partijen te doen inzien dat hetgeen zij als een geschil beleefden, de aanzet tot een overeenstemming kan opleveren.
Bij een «facilitatieve« bemiddeling zal de bemiddelaar zich onthouden van een beoordeling van de respectieve posities van de partijen, en zijn aandacht hoofdzakelijk concentreren op belangen.
32. «Evaluatieve» bemiddeling daarentegen betekent dat de bemiddelaar een stap verder gaat en dat hij, al dan niet op verzoek van partijen, een eigen evaluatie geeft over hoe hij het geschil en de beslechting ervan ziet, en hoe hijzelf of een derde uitspraak zou kunnen doen, in rechte of in billijkheid, indien er een arbitrale of gerechtelijke uitspraak over het geschil uitgelokt zou worden.
33. «Mini-trial» of mini-trage» is die vorm van AGB waarbij een panel wordt samengesteld (a) uit een vertegenwoordiger van elke partij bij het geschil, welke vertegenwoordiger volledig handelingsbekwaam moet zijn om een dading aan te gaan, en (b) uit een bemiddelaar die het voorzitterschap van het panel waarneemt. Tegenover dit panel zal eerst door elk van de partijen bij het geschil een uiteenzetting over het geschil gedaan worden, waarna het panel zich terugtrekt en de rol van de bemiddelaar er alsdan in zal bestaan te trachten de beide andere leden van dit panel tot een dading te bewegen, waarbij alle technieken geschetst inzake «facilitatieve» en «evaluatieve» bemiddeling aangewend kunnen worden.
34. «Mediation-arbitration» (afgekort med-arb) is dan weer een variant waarbij de partijen reeds bij de aanvang van de bemiddeling overeenkomen dat de bemiddelaar, indien geen dading tot stand komt, meteen de bevoegdheid van arbiter krijgt, teneinde een arbitrale uitspraak te vellen.
35. De «Dispute Review Board» als panel tot geschillenbeslechting ontstond vanuit de noodzaak bij langetermijncontracten of contracten tot realisatie van omvangrijke projecten een forum te creëren waarbinnen geschillen zouden kunnen worden beslecht zonder dat de uitvoering van de overeenkomst in haar totaliteit noodzakelijkerwijze in het gedrang zou komen, en zonder dat iedere communicatie tussen partijen onmogelijk zou worden.
36. «Rent-a-judge» is de techniek waarbij de bevoegde staatsrechtbank een derde — vaak een emeritus magistraat — aanwijst om een geschil te beslechten met alle bevoegdheden die aan een rechter toekomen, maar die door partijen als een scheidsrechter betaald wordt.
37. «Summary jury trial» is een gesimuleerde procedure met zes juryleden wier uitspraak de partijen niet bindt.
38. «Mediation-expert opinion» betekent dat de partijen een beroep hebben gedaan op een deskundige die technisch advies zal verlenen over de technische aspecten van het geschil. Het staat partijen vrij al dan niet rekening te houden met dat technisch advies bij de verdere beslechting van hun geschil.
39. Het aantal vormen van AGB is enkel beperkt door de creativiteit van diegenen die technieken van AGB ontwikkelen.
V. Voorwaarden voor een geslaagde AGB-sessie?
40. Goede trouw
41. De bemiddelaar vervult een sleutelfunctie
42. Verder is het essentieel dat de partijen vertegenwoordigd worden door personen die ten volle bevoegdheid hebben om over het geschil een dading te sluiten.
43. Tijdsbeperking en tijdsverlenging
44. infrastructuur voor de AGB-sessie
45. De partijen dienen ook te bepalen wat het lot is van de documenten die zij tijdens de AGB-sessie bezorgen
46. AGB als alternatief voor meerpartijenarbitrage
VI. Risico‘s
47. Risico de AGB-sessie te perverteren
48. Omspringen met spelregels
9. Geen vaste regels inzake bewijsvoering
50. machtsonevenwicht
51. mislukking en braakligging
VII. Hoe alternatief is AGB?
VIII. Besluit