De lijst van Voorrang - Lijst van Préséance
1. De Koning en de leden van de koninklijke familie
2. De kardinaal
3. De vertegenwoordiger van de Heilige Stoel, die tevens deken is van het diplomatiek korps
4. De voorzitter van het Europees Parlement
5. De voorzitter van het Vlaams Parlement
6. De voorzitters van de Senaat en de Kamer van Volksvertegenwoordigers –afwisselend, 2de dinsdag van oktober (paar) kamer, (onpaar) Senaat)
7. De voorzitters van de andere gewest- en gemeenschapsparlementen (volgens leeftijd)
8. Voorzitter van de Europese Raad en leden van de Europese Raad (Staats- en Regeringshoofden)
9. De minister-president van de Vlaamse Regering
10. De eerste minister
11. De ministers-presidenten van de andere gewest- en gemeenschapsregeringen (volgens leeftijd)
12. De viceministers-presidenten van de Vlaamse Regering
13. De vice-eersteministers en de ministers van de Vlaamse Regering
14. De voorzitter en de leden van de Raad van de Europese Unie
15. De minister van Buitenlandse Zaken (indien buitenlandse diplomaten aanwezig zijn)
16. De voorzitter van de Europese Commissie en de secretaris-generaal van de NAVO, volgens anciënniteit in het ambt
17. De buitenlandse ministers
18. De federale ministers
19. De buitenlandse ambassadeurs, geaccrediteerd in België
20. De voorzitter van het Internationaal Gerechtshof van Den Haag
21. De voorzitter van het Hof van Justitie van de Europese Unie
22. Voorzitters, van het Grondwettelijk Hof – afwisselend 01 september (paar): N (onpaar): F
23. Eerste voorzitter en de procureur-generaal van het Hof van Cassatie
24. Eerste voorzitter van het Rekenhof en eerste voorzitter en auditeur-generaal
van de Raad van State (volgens anciënniteit) 25. De vice-voorzitters en de leden van de Europese Commissie en de hoge vertegenwoordiger voor het gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid van de Europese Unie
26. De viceministers-presidenten en ministers-leden van de andere gewest- en gemeenschapsregeringen (in de volgorde van hun ministers-presidenten – zie
nr. 11)
27. De federale staatssecretarissen
28. De federale regeringscommissarissen
29. De staatssecretarissen van de regering van het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest
30. De Belgische ministers van Staat
31. De rechters bij het Internationaal Gerechtshof in Den Haag
32. De rechters, de advocaten-generaal en de hoofdgriffier bij het Hof van Justitie van de Europese Unie.
33. De permanente vertegenwoordigers bij de Europese Unie en bij de NAVO (afwisselend op 1 september van elk jaar)
34. De zendingshoofden bij de Europese Unie en bij de NAVO
35. De voorzitter van de Hoge Raad voor de Justitie
36. Leden van het Directiecomité van het Hof (Kabinetschef van de Koning, Intendant van de Civiele Lijst van de Koning, Hoofd van het Militaire Huis van de Koning, Protocolchef van het Hof, Hoofd van het Departement Buitenlandse Betrekkingen, Hoofd van het Departement Rekwesten, Hoofd van het Departement Economische, Sociale en Culturele Zaken, volgens rangschikking bepaald door het Paleis.)
37. De voorzitter van de Europese Investeringsbank
38. De voorzitter van het Europees Economisch en Sociaal Comité
39. De chef van defensie
40. De eerste voorzitters van de hoven van beroep en de arbeidshoven
41. De procureurs-generaal bij de hoven van beroep
42. De procureur van het federaal parket
43. De commissaris-generaal van de federale politie
44. Buitenlandse ambassadeurs geaccrediteerd in het buitenland
45. Belgische ambassadeurs op post
46. De provinciegouverneurs (volgens anciënniteit) ook buiten zijn provincie, met voorrang voor de titularis
47. De vicegouverneur van het administratief arrondissement Brussel-Hoofdstad, de adjunct-gouverneur van de provincie Vlaams-Brabant
48. De voorzitters van de Vlaamse Gemeenschapscommissie en de Franse Gemeenschapscommissie
49. De voorzitters van de provincieraden
50. De militaire bevelhebbers van de provincies (in hun provincie voor niet-militaire ceremonies)
51. De buitenlandse zaakgelastigden
52. De rectoren, de voorzitters van de raden van bestuur van de universiteiten en de voorzitters van de associaties
53. De algemeen directeurs en de voorzitters van de hogescholen
54. De vicechef van defensie
55. De voorzitters en de vaste secretarissen van de Vlaamse en federale koninklijke academiën
56. De voorzitter van de rechtbank van eerste aanleg in zijn rechtsgebied
57. De voorzitter van de arbeidsrechtbank in zijn rechtsgebied
58. De voorzitter van de rechtbank van koophandel in zijn rechtsgebied
59. De procureur des Konings in zijn rechtsgebied
60. De arbeidsauditeur in zijn rechtsgebied
61. De arrondissementscommissarissen
62. De burgemeester in zijn stad/gemeente
63. De aartsbisschop van Mechelen-Brussel (indien geen kardinaal), de bisschoppen, de opperrabijn, de voorzitter van het Centraal Israëlitisch Consistorie van België, de voorzitter van de Synode van de Verenigde Protestantse Kerk in België, de voorzitter van het Centraal Comité van de Anglicaanse Eredienst in België, de metropoliet-aartsbisschop van het Oecumenisch Patriarchaat van Constantinopel, de voorzitters van de Unie Vrijzinnige Verenigingen, de voorzitter van de Executieve van de Moslims van België
64. De leden van het bureau van het Vlaams Parlement, de leden van de bureaus en de quaestoren van de Senaat en de Kamer van Volksvertegenwoordigers
65. De gewezen voorzitters van het Vlaams Parlement, de Senaat en de Kamer van Volksvertegenwoordigers
66. De gewezen ministers-presidenten en de gewezen ministers van de Vlaamse Regering, de gewezen federale ministers en de ministers van de andere gemeenschappen en -gewesten die lid zijn van de Senaat of de Kamer van Volksvertegenwoordigers
67. De leden van het Vlaams Parlement, de Senaat of de Kamer van Volksvertegenwoordigers
68. De leden van de andere gemeenschaps- en gewestraden
69. De leden van het Europees Parlement
70. Leden van het Grondwettelijk Hof, voorzitter, eerste advocaat-generaal, raadsheren, advocaten-generaal en hoofdgriffier van het Hof van Cassatie,
71. Voorzitter en leden van het Rekenhof en voorzitter, leden en hoofdgriffier van de Raad van State
72. De leden van de Hoge Raad voor de Justitie en leden van de Hoge Raad voor Defensie
73. De voorzitters, raadsheren, advocaten-generaal, en hoofdgriffiers van de hoven van beroep en leden van het federaal parket
74. De voorzitters, leden, en hoofdgriffiers van de arbeidshoven
75. De secretarissen-generaal van de Europese instellingen
76. De secretaris-generaal, tevens griffier, van het Vlaams Parlement
77. De secretaris van de Vlaamse Regering
78. De voorzitter van het directiecomité en de Kanselarij van de Eerste Minister
79. De voorzitter van het College van Ambtenaren-Generaal
80. De leidend ambtenaren (secretarissen-generaal, gedelegeerd bestuurders, administrateurs-generaal, de projectleiders op N-niveau) van de Vlaamse administratie en de leidend ambtenaren van de secretariaten van de strategische adviesraden
81. De Vlaamse ombudsman
82. De griffiers van de Senaat en de Kamer van Volksvertegenwoordigers en de griffiers van de andere gemeenschaps- en gewestparlementen
83. De voorzitters van de directiecomités van de federale overheidsdiensten en de secretarissen-generaal van de ministeries van de andere gemeenschappen en
gewesten
84. De federale ombudsmannen
85. De luitenant-generaals en viceadmiraals in actieve dienst
86. De directeurs-generaal van de internationale instellingen
87. De secretaris-generaal van de Benelux Economische Unie
88. De voorzitters van de raden van bestuur van de agentschappen van de Vlaamse administratie
89. De voorzitters van de strategische adviesraden
90. De gedelegeerd bestuurder van Selor, het selectiebureau van de overheid
91. De koninklijke commissarissen
92. De leden van de bestendige deputaties, provincieraadsleden en provinciegriffiers in hun provincie
93. De gouverneur van de Nationale Bank en de voorzitter van de Bankcommissie
94. De gewezen parlementsleden
95. De gewezen federale ministers en de gewezen ministers van de andere gemeenschappen en gewesten die geen lid zijn (of geweest zijn) van de Senaat of de Kamer van Volksvertegenwoordigers
96. De kabinetschefs van de Vlaamse ministers, van de federale ministers en van de ministers van de andere gemeenschappen en gewesten97. De directeurs-generaal van de federale overheidsdiensten, van de federale politie en van de administraties van de andere gemeenschappen en gewesten,
98. Voorzitter van de Vaste Commissie van de lokale politie
99. De directeurs bij de Europese instellingen
100. De generaal-majoor en de divisieadmiraals in werkelijke dienst
101. De adjunct-permanentvertegenwoordigers en de adjunct-secretaris-generaal bij de NAVO
102. De buitenlandse beroepsconsuls-generaal
103. De adjunct-kabinetschefs, de hoofdwaterschout en de Belgische consuls-generaal op post
104. De chefs van de lokale politie en de adjunct-directeurs-generaal van de federale politie
105. De brigadegeneraals en commodores
106. De hoogleraren en buitengewone hoogleraren
107. De algemeen directeurs, de afdelingshoofden, de bestuursdirecteurs, de inspecteurs-generaal en directeurs van de Vlaamse administratie, de federale overheidsdiensten en administraties van de andere gemeenschappen en gewesten
108. De leden en ereleden van de Vlaamse en federale academies
109. De vertegenwoordigers van de Vlaamse Regering in het buitenland
110. De buitenlandse beroepsconsuls
111. De hoofdcommissarissen van de federale politie
112. De ereconsuls-generaal
113. De commissarissen van de Vlaamse Regering bij de agentschappen van de Vlaamse administratie, de Vlaamse kinderrechtencommissaris, de commissarissen van de Vlaamse Regering bij de universiteiten en bij de hogescholen
114. De stafhouder van de Orde der Advocaten in functie
115. De burgemeester buiten zijn stad/gemeente, de schepenen, de gemeenteraadsleden en de OCMW-voorzitters
116. De vrederechters en de politierechters