Het boek Erfrecht van M. Puelinckx-Coene maakt als Boek VI, 1 deel uit van de prestigieuze reeks Beginselen van het Belgisch Privaatrecht, onder de redactionele leiding van prof. R. Dillemans en prof. W. Van Gerven.
In dit eerste boek over erfrecht in deze reeks, komen volgende aspecten aan bod:
openvallen van de nalatenschap (Deel I);
toewijzing van de nalatenschap (Deel II);
erfovereenkomsten (Deel III);
reserve en inbreng (Deel IV).
De aan bod komende materies worden niet in hoofdlijnen uiteengezet, maar grondig en kritisch behandeld. Daarbij wordt ook telkens en met verantwoording stelling ingenomen ten aanzien van de vele betwistingen die het huidige complexe erfrecht kenmerken.
Uiteraard dat in deze geactualiseerde editie grote aandacht gaat naar de laatst ingevoerde erfwetten als de Wet Valkeniers (2003) en de Wet op het erfrecht van de langstlevende wettelijk samenwonende (2007). Maar na een systematische uiteenzetting van wat de wetgever vooropstelde, wordt ook gezocht naar een antwoord op de vele onderkende en onopgeloste vragen die de integratie oproept van deze nieuwe wetten in het bestaande erfrecht, dat uitging van totaal andere uitgangspunten.
Ook de soms onverwachte (onrechtstreekse) invloed van recente wetswijzigingen in al dan niet verwante rechtsgebieden krijgt omstandig toelichting. Denk bijvoorbeeld aan de nieuwe wetgeving inzake adoptie, afstamming, afwezigheid, echtscheiding, medisch begeleide voortplanting, huwelijksvermogensrecht& maar ook inzake fiscaal en vennootschapsrecht.
Omzeggens de helft van het boek is gewijd aan de grote erfrechtelijke hinderpalen waarmee vermogensplanners geconfronteerd worden:
het verbod van erfovereenkomsten (Deel III);
de bescherming van de reserve en haar mogelijke wedersamenstelling via inkorting of inbreng (Deel IV).
Het werd een geargumenteerd pleidooi om deze intussen toch gecontesteerde hinderpalen ook de lege lata zo veel als mogelijk binnen redelijke perken te houden.
De rode draad die doorheen het hele boek loopt is de vraag in welke mate het Belgisch erfrecht thans beïnvloed werd of kan worden door het door de Grondwet geponeerde gelijkheids- en niet- discriminatiebeginsel, dé grote nieuwe vraag ten aanzien van het privaatrecht in zijn geheel. Naast bedenkingen bij nochtans lang aanvaarde maar niet altijd redelijk en objectief verantwoorde uitzonderingsbepalingen, leidt dit bij betwisting tot een uitgesproken voorkeur voor oplossingen die het minst inbreuk plegen op deze grondwetprincipes.
Erfrecht is nochtans meer dan een uitgebreide reeks technisch-juridische regels. Het heeft in de loop der tijden onze maatschappij en het leven van de burgers meer beïnvloed dan we denken. Wie iets meer over dit minder gekende aspect van het erfrecht wil vernemen, kan terecht in de Inleiding, waarin het erfrecht in een ruimere historische en sociaal-economische context gesitueerd wordt.
bron legalworld