Inmenging van het privéleven
Een verplichte vaccinatie en/of een verplichte gezondheidstest is een inmenging in het recht op eerbieding van het privéleven van art. 8 EVRM.
Deze inmenging bestaat wanneer het verplichte vaccin effectief toegediend wordt en ook wanneer directe gevolgen gekoppeld worden aan het niet-naleven van een vaccinatieverplichting of het laten uitvoeren van een gezondheidstest.
Een inmenging in het privéleven is evenwel in bepaalde omstandigheden mogelijk en zelfs soms noodzakelijk. Immers het recht op privéleven is volgens de rechtspraak van het Hof van de rechten van de mens niet absoluut en kan onder bepaalde strikte voorwaarden beperkt worden.
Gerechtvaardigde Inmenging van het privéleven
Op grond van art. 8, lid 2 EVRM is een inperking van het recht op privéleven gerechtvaardigd wanneer deze
- voorzien is bij wet;
- een legitiem doel dient en
- noodzakelijk is in een democratische samenleving.
Overeenkomstig art. 8, lid 2 EVRM is niet vereist dat een vaccinatieverplichting opgelegd wordt op basis van een wet Een vaccinatieplicht kan dus ook bij decreet, of zelfs middels een besluit van de uitvoerende macht worden opgelegd zolang de regel maar algemeen verbindend is. (zie ook art. 22 van de Grondwet dat een grotere bescherming beidt).
De bescherming van de volksgezondheid is een gerechtvaardigd doel voor het verplichten van vaccinatie. Immers, op elk individu rust de plicht om de gezondheid van medeburgers niet in gevaar te brengen. Een vaccinatieverplichting tijdens een pandemie is een proportionele maatregel om de volksgezondheid te beschermen.
Toch mag een vaccinatieverplichting niet effectief met lijfsdwang afgedwongen worden voor er sprake is van een inmenging met art. 8 EVRM. Het is voldoende dat de betrokkenen de directe gevolgen dragen van de weigering om zich te laten vaccineren.
Sancties in geval van niet-naleving van een opgelegde vaccinatieplicht dienen gematigd en beperkt in tijd te zijn.
Een legitiem doel bij verplichte vaccinatie kan bestaan uit:
- de bescherming van het individu
- de bescherming van kwetsbare groepen,
- de bescherming van de werking van de openbare diensten (waaronder ziekenhuizen, opvanghuizen, WZC’s, gevangenissen…)
- de bescherming van de volksgezondheid
- het bereiken van groepsimmuniteit
Gezondheidswet 1 september 1945
Deze wet voorziet in een algemene wettelijke basis voor een vaccinatieverplichting.
art. 1, 1° van de Gezondheidswet machtigt de Koning om de nodige maatregelen te nemen om besmettelijke ziekten te voorkomen of te bestrijden.
Wet Patiëntenrechten
Deze wet verschaft de patiënt het recht om de vaccinatie afhanekijk te stellen van een uitdrukkelijke toestemming, met recht te weigereren dat de beroepsbeoefenaar de vaccinatie toedient (art. 8, § 1 en § 4 Wet Patiëntenrechten).
Inenting zonder voorafgaandelijke geïnformeerde toestemming van de betrokkene, brengt strafrechtelijke en burgerrechtelijke aansprakelijkheid mee.
Minderjarigen en vaccinatie
Voor minderjarigen geldt de regel dat de wettelijke vertegenwoordigers de patiëntenrechten van de minderjarige uitoefenen, maar dat de minderjarige betrokken wordt bij de uitoefening van zijn rechten overeenkomstig zijn leeftijd en maturiteit, meestal gesteld rond de leeftijd van 14-15 jaar, in die zin dat minderjarigen met voldoende maturiteit de vaccinatie kunnen weigeren.
In de COVID-vaccinatiecampagne geldt een bijzondere regeling met vaste leeftijdsgrenzen.
Minderjarigen vanaf 16 jaar kunnen zelfstandig beslissen om zich al dan niet te laten vaccineren met een COVID vaccin. Minderjarigen onder de 16 jaar moeten in ieder geval vertegenwoordigd worden door hun ouders.
Toepassing: 15-jarigen die een vaccin tegen COVID-19 wensen maar wiens ouders tegen vaccinatie gekant zijn, kunnen niet gevaccineerd worden (onafgezien hun maturiteit).
Regeling vaccinatie wilsonbekwamen:
Zie Céline Verstraete, De verplichting om zich te laten vaccineren: hoe ver kan de wetgever gaan?, RW 2021-2022, 1291
Vaccinatieverplichting tegen COVID-19 voor bepaalde beroepscategorieën
Zie Céline Verstraete, De verplichting om zich te laten vaccineren: hoe ver kan de wetgever gaan?, RW 2021-2022, 1291
Gevolgen voor niet-gevaccineerde beroepsbeoefenaars
Zie Céline Verstraete, De verplichting om zich te laten vaccineren: hoe ver kan de wetgever gaan?, RW 2021-2022, 1291
Vergoeding voor schade als gevolg van verplichte vaccinatie
Zie Céline Verstraete, De verplichting om zich te laten vaccineren: hoe ver kan de wetgever gaan?, RW 2021-2022, 1291