Wanneer een echtgenoot een bod doet op een onroerend goed zonder kennis of instemming van de andere echtgenoot staat een mogelijkheid open voor de "miskende" echtgenoot om een vordering in te stellen tot nietigverklaring van het bod.
Hiertoe kan verwezen naar de bepalingen van het burgerlijk wetboek: 1418 en 1422-1423 (zoals verder in deze bijdrage vermeld).
De in het ongewisse gelaten echtgenoot heeft een wettig belang wanneer zij aannemelijk weet te maken dat zij opkomt voor de gezinsbelangen, ter beveiliging van haar autonomiesfeer en ter beveiliging van haar normale en niet met overdreven passief te belasten aandeel in de aanwinsten.
Wij bespreken deze problematiek aan de hand van een arrest van het Hof van Beroep Gent van 20 maart 2009
In deze zaak begon een echtgenoot zeer veel initiatief in zijn eentje aan de dag te leggen waarbij hij een bod deed van euro 100.000,- op een het onroerend goed om hierop in de toekomst een appartementsgebouw te plaatsen waartoe hij niet in zijn eentje de financiële middelen toe had.
Zijn huwelijkspartner die van toeten nog blazen wist stelde dat dit mogelijkerwijze tot gevolg had kunnen hebben dat het terugbetaalbaar passief van de huwgemeenschap ten zeerste zou verzwaren zodat ook de (beroeps) inkomsten van haar. (als zaakvoerster) zouden dienen aangewend ter delging.
In het gezin waren twee opgroeiende zonen zijn, respectievelijk geboren in 1991 en 1997, voor wier opvoeding en ontspanning een steeds groeiende hap in het gezinsbudget valt te voorzien.
Een vrouw moet zich niet neerleggen bij de politiek van voldongen feiten waarvoor haar man haar plaatst, zijnde in deze zaak het in zijn eentje gedane bod en de mogelijke gevolgen ervan waarvoor haar man haar durft te plaatsen.
In de aankoop van een onroerend goed mag zij minstens respect voor haar autonomie vragen en eisen dat dergelijke aankopen met haar instemming en met respect voor de gezinsbelangen en de inkomsten binnen het gezin zouden gebeuren.
Aldus kan een echtgenote met haar vordering tot nietigverklaring van het door de man gedane bod voorkomen dat haar echtgenoot zijn belangen en inzichten laat primeren op deze van zijn echtgenote en van het ganse gezin en dat hij voor zijn alleen genomen onroerend goed beslissing het ganse gezin en de inkomsten van het gezin voor jarenlang aan banden zou kunnen leggen.
Bleek ten overvloede dat de man zeer lichtzinnig het bod had gedaan aangezien het onroerend goed bezwaard was met een historische verontreiniging, en met mogelijke beperkingen voortvloeiend uit de aanwezigheid van een naastgelegen beschermde site…
De vordering van de vrouw tot nietigverklaring van het bod van haar man werd door het Hof van Beroep in deze zaak ingewilligd waardoor het uitgebrachte bod, dat aldus hoe dan ook in ieder geval geen nadelige gevolgen voor het gezin en voor de andere echtgenoot meer zal kunnen teweegbrengen.