Een onderscheid dient gemaakt tussen een buitengerechtelijke bescherming (zorgvolmacht) en een gemeenrechtelijke volmacht (ook lastgeving of mandaat geheten).
De gewone lastgeving krijgt uitwerking op het moment in overeenstemming tussen lastgeving en lasthebber bepaald. Lastgeving en lasthebber kunnen overeenkomen dat de lastgeving onmiddellijk aanvangt bij het ondertekenen van de lastgevingsovereenkomst, dan wel de aanvang koppelen aan een voorwaarde, een gebeurtenis of een termijn.
Een zorgvolmacht (buitengerechtelijke bescherming) vangt pas aan op het ogenblik dat de te beschermen persoon verkeert in een toestand zoals voorzien in de artikelen 488/1 of 488/2 Burgerlijk Wetboek, mits de zorgvolmacht geregistreerd is.
De niet-geregistreerde zorgvolmacht of de niet-geregistreerde gewone lastgeving verliest elke uitwerking op het ogenblik dat de persoon verkeert in een toestand zoals voorzien voorzien in de artikelen 488/1 of 488/2 Burgerlijk Wetboek.
Een zorgvolmacht kan zowel aspecten van een gewone lastgeving als van een zorgvolmacht vertonen. Zo gebeurt het vaak dat de zorgvolmacht wordt opgesteld op een moment waarop de volmachtgever nog niet in een toestand verkeerd zoals voorzien in de artikelen 488/1 of 488/2 Burgerlijk Wetboek, maar waarbij de volmacht toch onmiddellijk uitwerking krijgt. In dit geval is de volmacht een volmacht naar gemeen recht met onmiddellijke uitwerking vanaf de ondertekening van de volmacht en zal deze geruisloos overgaan in een zorgvolmacht wanneer de persoon verkeert in een toestand zoals voorzien in de artikelen 488/1 of 488/2 Burgerlijk Wetboek .
In de zorgvolmacht kan bepaald op welk moment de buitengerechtelijke bescherming plaats vindt of op welke wijze zal vastgesteld worden dat de te beschermen persoon verkeert in een toestand zoals voorzien in de artikelen 488/1 of 488/2 Burgerlijk Wetboek. Indien dit niet beschreven is staat het de lasthebber vrij het moment van de aanvang van de buitengerechtelijke bescherming te bepalen zonder dat hiertoe de vrederechter een beslissing dient te nemen.
De zorgvolmacht kan net zoals de volmacht op elk moment worden herroepen door de lastgever. De zorgvolmachthebber kan op elk moment een einde maken aan de opdracht. Herroeping door de lastgever en opzegging door de lasthebber dienen evenwel geregistreerd. Motivering van opzegging of herroeping is niet vereist.
De zorgvolmacht net zoals de gewone volmacht eindigen verder door overlijden, kennelijk onvermogen of faillissement.
Elke gewone volmacht (die niet terzelfdertijd een zorgvolmacht uitmaakt, eindigt wanneer de lastgever verkeert in een toestand zoals voorzien in de artikelen 488/1 of 488/2 Burgerlijk Wetboek. Uitzondering hierop indien dit uitdrukkelijk werd bedongen in een contract van discretionair vermogensbeheer, een hypothecair mandaat of een burgerlijk maatschap (art. 2003, tweede lid in fine.)
Elke volmacht, zo ook de zorgvolmacht eindigt wanneer de lasthebber zelf wils of handelingsonbekwaam wordt of als verkwister werd aanzien..
De Vrederechter is bevoegd om een zorgvolmacht geheel of gedeeltelijk te beëindigen (art. 490/2 BW).
De vrederechter kan te allen tijde de bijzondere of algemene lastgeving bedoeld in artikel 490 geheel of gedeeltelijk beëindigen, indien de wijze waarop de lasthebber de opdracht uitvoert van die aard is dat de belangen van de lastgever in het gedrang komen. Hij kan deze lastgeving geheel of gedeeltelijk vervangen door rechterlijke beschermingsmaatregelen die beter overeenstemmen met de belangen van de lastgever. Hij kan de tenuitvoerlegging van de lastgeving of de uitoefening van de bevoegdheden van de lasthebber onderwerpen aan dezelfde vormvereisten als degene die van toepassing zijn op de rechterlijke beschermingsmaatregelen.
De vrederechter kan ofwel ambtshalve, ofwel op verzoek van enige belanghebbende of van de procureur des Konings, uitspraak doen over de uitvoeringsmodaliteiten van de lastgeving of over de bevoegdheden van de lasthebber. In geval van niet-naleving van de uitvoeringsmodaliteiten van de lastgeving of van de bevoegdheden van de lasthebber, gelden dezelfde sancties als degene waarin is voorzien voor een rechterlijke beschermingsmaatregel.
De buitengerechtelijke beschermingsmaatregel neemt een einde :
1° ingeval niet meer wordt voldaan aan de voorwaarden bedoeld in de artikelen 488/1 en 488/2;
2° door de registratie van de opzegging (en dus niet door de loutere opzegging) van de lastgeving door de lasthebber overeenkomstig artikel 490, vijfde lid;
3° door de registratie van de herroeping van de lastgeving door de lastgever overeenkomstig artikel 490, vijfde lid;
4° door het overlijden van de lastgever of van de lasthebber of door diens plaatsing onder een rechterlijke beschermingsmaatregel, overeenkomstig artikel 492/1;
5° door een beslissing van de vrederechter genomen overeenkomstig § 2 of artikel 490/1, § 2, derde lid.
De vrederechter kan een buitengerechtelijke bescherming vervangen door een gerechtelijke bescherming (bewind). De vrederechter kan de zorgvolmacht verder moduleren. Door de tussenkomst van de vrederechter in een buitengerechtelijke bescherming die hij onderwerpt aan voorwaarden of waarbij het mandaat wordt aangepast, blijft de buitengerechtelijke bescherming bestaan, weze het dat ze een rechterlijke bescherming kent, zonder dat daarom sprake is van bewind.
De beschermde persoon blijft in het kader van een zorgvolmacht bekwaam.
Wetgeving uittreksel uit het burgerlijk wetboek:
Art. 488/1.[1 De meerderjarige die wegens zijn gezondheidstoestand geheel of gedeeltelijk, zij het tijdelijk, niet in staat is zonder bijstand of andere beschermingsmaatregel zijn belangen van vermogensrechtelijke of niet-vermogensrechtelijke aard zelf behoorlijk waar te nemen, kan onder bescherming worden geplaatst, indien en voor zover de bescherming van zijn belangen dit vereist.
[2 Voor een minderjarige kan vanaf de volle leeftijd van zeventien jaar een verzoek tot plaatsing onder bescherming ingediend worden indien vaststaat dat hij bij zijn meerderjarigheid in de toestand zal verkeren als bedoeld in het eerste lid. De bescherming treedt in werking op het tijdstip waarop de beschermde persoon meerderjarig wordt.]2 ]1
----------
(1) 2013-03-17/14, art. 30, 061; inwerkingtreding : 01-09-2014 (W 2014-05-12/02, art. 22)>
(2)<w 2014-04-25/23, art. 183, 062; Inwerkingtreding : 01-09-2014>
Art. 488/2. [1 Een beschermingsmaatregel over de goederen kan worden bevolen voor meerderjarige personen die zich in staat van verkwisting bevinden, indien en voor zover de bescherming van hun belangen dit vereist.]1
----------
(1) 2013-03-17/14, art. 31, 061; inwerkingtreding : 01-09-2014 (W 2014-05-12/02, art. 22)>
Afdeling 2. - [1 Buitengerechtelijke bescherming]1
----------
(1) 2013-03-17/14, art. 32, 061; inwerkingtreding : 01-09-2014 (W 2014-05-12/02, art. 22)>
Art. 489.[1 De bepalingen van deze afdeling zijn uitsluitend van toepassing op daden van vertegenwoordiging die betrekking hebben op de goederen [2 en de personen, en op daden van beheer zoals bedoeld in artikel 494, g)]2.]1
----------
(1)<w 2013-03-17/14, art. 33, 061; inwerkingtreding : 01-09-2014 (W 2014-05-12/02, art. 22)>
(2)<w 2018-12-21/09, art. 6, 086; Inwerkingtreding : 01-03-2019>
Art. 490.[1 De bijzondere of algemene lastgeving verleend door een wilsbekwame meerderjarige of ontvoogde minderjarige persoon waarvoor geen enkele beschermingsmaatregel werd getroffen als bedoeld in artikel 492/1, en die in het bijzonder tot doel heeft om voor hem een buitenrechterlijke bescherming te regelen [2 , en de beëindiging van deze lastgeving krachtens het vijfde lid worden geregistreerd]2 in het centraal register dat wordt bijgehouden door de Koninklijke Federatie van het Belgisch Notariaat.
Het verzoek tot registratie gebeurt door de neerlegging van een voor eensluidend verklaard afschrift van de overeenkomst ter griffie van het vredegerecht van de verblijfplaats van de lastgever en subsidiair van zijn woonplaats, of door tussenkomst van de notaris die de lastgevingsovereenkomst heeft opgesteld.
In deze overeenkomst kunnen een aantal beginselen worden opgenomen die de lasthebber bij de uitoefening van zijn opdracht in acht moet nemen.
Binnen vijftien dagen na het verzoek tot registratie van de lastgevingsovereenkomst laat de griffier of de notaris deze opnemen in het centraal register dat wordt bijgehouden door de Koninklijke Federatie van het Belgisch Notariaat. De Koning bepaalt de nadere regels inzake oprichting, beheer en raadpleging van het centraal register. Hij bepaalt welke overheden gratis toegang hebben tot het centraal register en bepaalt het tarief van de kosten voor de registratie van de overeenkomsten.
[2 De lasthebber, de meerderjarige lastgever die wilsbekwaam is of de ontvoogde minderjarige voor wie geen beschermingsmaatregel werd getroffen als bedoeld in artikel 492/1, delen hun beslissing om de overeenkomst te beëindigen aan de in het tweede lid bedoelde griffier of notaris mee. De lasthebber deelt deze informatie mee aan de vrederechter.]2 De lastgever kan op dezelfde wijze ook de beginselen wijzigen die de lasthebber bij de uitoefening van zijn opdracht in acht moet nemen en die zijn opgenomen in die overeenkomst. De griffier of de notaris die in kennis is gesteld van de beslissing om de overeenkomst te beëindigen, brengt de griffier of notaris door wiens tussenkomst de overeenkomst werd geregistreerd hiervan op de hoogte. Deze laatste vermeldt de wijziging op de oorspronkelijke akte of op het afschrift. Er wordt voorts gehandeld overeenkomstig het vierde lid.]1
----------
(1)<w 2013-03-17/14, art. 34, 061; inwerkingtreding : 01-09-2014 (W 2014-05-12/02, art. 22)>
(2)<w 2018-12-21/09, art. 7, 086; Inwerkingtreding : 01-03-2019>
Art. 490/1.[1 § 1. § 1. De in artikel 490 bedoelde bijzondere of algemene lastgeving eindigt niet van rechtswege wanneer de lastgever verkeert in de toestand als bedoeld in artikel 488/1 en 488/2.
In afwijking van het eerste lid kunnen in dat geval niet als lasthebber optreden :
1° de personen op wie een in afdeling 3 bedoelde rechterlijke beschermingsmaatregel van toepassing is;
2° de personen die krachtens artikel 496/6 geen bewindvoerder mogen zijn.
§ 2. De vrederechter kan hetzij ambtshalve, hetzij op verzoek van de lastgever, de lasthebber, iedere belanghebbende evenals de procureur des Konings, een beslissing treffen omtrent de uitvoering van de lastgeving. [3 ...]3
Ingeval de vrederechter vaststelt dat de lastgever zich bevindt in de toestand als bedoeld in artikel 488/1 of 488/2, dat de lastgeving beantwoordt aan het belang van de lastgever en dat de lasthebber zijn opdracht heeft aanvaard, beveelt hij dat de lastgeving geheel of gedeeltelijk wordt uitgevoerd overeenkomstig artikel 490/2. De beslissing wordt bij gerechtsbrief ter kennis gebracht van de verzoeker, de lastgever en de lasthebber.
In het tegenovergestelde geval kan de vrederechter, bij een met bijzondere redenen omklede beschikking, met toepassing van artikel 492/1 een rechterlijke beschermingsmaatregel bevelen die de lastgeving geheel of gedeeltelijk beëindigt, of daarbovenop komt. [3 ...]3
§ 3. [2 De lasthebber beoordeelt het tijdstip waarop de lastgever komt te verkeren in een toestand als bedoeld in artikel 488/1 of 488/2, in voorkomend geval, overeenkomstig hetgeen wordt bepaald in de lastgevingsovereenkomst bedoeld in artikel 490. Deze beoordeling is tegenstelbaar aan een derde te goeder trouw.]2
[3 ...]3]1
----------
(1) 2013-03-17/14, art. 35, 061; inwerkingtreding : 01-09-2014 (W 2014-05-12/02, art. 22)>
(2)<w 2014-04-25/23, art. 184, 062; Inwerkingtreding : 01-09-2014>
(3)<w 2018-12-21/09, art. 8, 086; Inwerkingtreding : 01-03-2019>
Art. 490/2.[1 § 1. Behoudens andersluidende wettelijke bepaling is de in artikel 490 bedoelde lastgeving onderworpen aan de artikelen 1984 tot 2010.
Bij de uitvoering van zijn opdracht neemt de lasthebber, voor zover mogelijk, de door de lastgever overeenkomstig artikel 490, derde lid, opgegeven beginselen in acht.
[2 De lasthebber betrekt de lastgever zoveel mogelijk en in verhouding tot diens begripsvermogen bij de uitoefening van zijn opdracht. Hij pleegt bij de uitvoering van zijn opdracht op regelmatige tijdstippen en ten minste eenmaal per jaar overleg met de lastgever en, in voorkomend geval, de door de lastgever aangewezen personen.]2
Wanneer de belangen van de lasthebber in strijd zijn met die van de lastgever, stelt de vrederechter, ambtshalve of op verzoek van de lastgever of iedere belanghebbende, een lasthebber ad hoc aan. [2 ...]2
De gelden en de goederen van de lastgever worden volledig en duidelijk afgescheiden van het persoonlijke vermogen van de lasthebber. De banktegoeden van de lastgever worden op zijn naam ingeschreven.
[2 Heeft de lastgever meerdere lasthebbers aangewezen, dan worden de geschillen tussen hen beslecht in het belang van de lastgever, na getracht te hebben het standpunt van de partijen dichter bij elkaar te brengen overeenkomstig artikel 1247 van het Gerechtelijk Wetboek.]2
§ 2. [2 De vrederechter kan te allen tijde de bijzondere of algemene lastgeving bedoeld in artikel 490 geheel of gedeeltelijk beëindigen, indien de wijze waarop de lasthebber de opdracht uitvoert van die aard is dat de belangen van de lastgever in het gedrang komen. Hij kan deze lastgeving geheel of gedeeltelijk vervangen door rechterlijke beschermingsmaatregelen die beter overeenstemmen met de belangen van de lastgever. Hij kan de tenuitvoerlegging van de lastgeving of de uitoefening van de bevoegdheden van de lasthebber onderwerpen aan dezelfde vormvereisten als degene die van toepassing zijn op de rechterlijke beschermingsmaatregelen.
De vrederechter kan ofwel ambtshalve, ofwel op verzoek van enige belanghebbende of van de procureur des Konings, uitspraak doen over de uitvoeringsmodaliteiten van de lastgeving of over de bevoegdheden van de lasthebber. In geval van niet-naleving van de uitvoeringsmodaliteiten van de lastgeving of van de bevoegdheden van de lasthebber, gelden dezelfde sancties als degene waarin is voorzien voor een rechterlijke beschermingsmaatregel.]2
§ 3. De buitengerechtelijke beschermingsmaatregel neemt een einde :
1° [2 ingeval niet meer wordt voldaan aan de voorwaarden bedoeld in de artikelen 488/1 en 488/2;]2
2° door [2 de registratie]2 van de opzegging van de lastgeving door de lasthebber overeenkomstig artikel 490, vijfde lid;
3° door [2 de registratie]2 van de herroeping van de lastgeving door de lastgever overeenkomstig artikel 490, vijfde lid;
4° door het overlijden van de lastgever of van de lasthebber of door diens plaatsing onder een rechterlijke beschermingsmaatregel, overeenkomstig artikel 492/1;
5° door een beslissing van de vrederechter genomen overeenkomstig § 2 of artikel 490/1, § 2, derde lid.]1
----------
(1) 2013-03-17/14, art. 36, 061; inwerkingtreding : 01-09-2014 (W 2014-05-12/02, art. 22)>
(2)<w 2018-12-21/09, art. 9, 086; Inwerkingtreding : 01-03-2019>
Art. 2003.Lastgeving eindigt :
Door herroeping van de volmacht van de lasthebber,
Door opzegging van de lastgeving door de lasthebber,
Door de (...) dood, [1 ...]1 of het kennelijk vermogen, hetzij van de lastgever, hetzij van de lasthebber.
[1 [2 [3 Wat betreft de algemene lastgevingen bedoeld in artikel 1987 of de lastgevingen bedoeld in artikel 489]3, ingeval de lastgever]2 komt te verkeren in een staat bedoeld in artikel 488/1 of 488/2 en de lastgeving niet voldoet aan de eisen bepaald in de artikelen 490 en 490/1, § 1.]1 [3 Van het voorgaande kan worden afgeweken indien dit uitdrukkelijk werd bedongen in een contract van discretionair vermogensbeheer, een hypothecair mandaat of een burgerlijk maatschap.]3
[3 De Koning kan de lijst met uitzonderingen, bedoeld in het tweede lid, uitbreiden.
De lastgeving eindigt in alle gevallen indien de lasthebber komt te verkeren in een staat bedoeld in de artikelen 488/1 of 488/2.]3
----------
(1)<w 2013-03-17/14, art. 143, 015; 015; Inwerkingtreding : 01-09-2014 (W 2014-05-12/02, art. 22)>
(2)<w 2014-04-25/23, art. 201, 016; Inwerkingtreding : 01-09-2014>
(3)<w 2018-12-21/09, art. 47, 024; Inwerkingtreding : 01-03-2019>
Art. 2004. De lastgever kan zijn volmacht herroepen wanneer hem zulks goeddunkt, en in voorkomend geval de lasthebber noodzaken hem terug te geven, hetzij het onderhands geschrift dat de lastgeving bevat, hetzij het origineel van de volmacht, indien deze in brevet is afgegeven, hetzij de uitgifte, indien een minuut ervan gehouden is.
Art. 2005.De herroeping waarvan alleen aan de lasthebber is kennis gegeven, kan niet worden tegengeworpen aan derden die, daarvan onkundig zijnde, met hem gehandeld hebben, onverminderd het verhaal van de lastgever op de lasthebber.
[1 De staat van de lastgever bedoeld in artikel 488/1 of 488/2 kan niet worden tegengeworpen aan derden die, daarvan onkundig zijnde, met de lasthebber gehandeld hebben, onverminderd het verhaal van de lastgever op de lasthebber.]1
----------
(1)<w 2014-04-25/23, art. 202, 016; Inwerkingtreding : 01-09-2014>
Art. 2006. De aanstelling van een nieuwe lasthebber voor dezelfde zaak, brengt de herroeping van de volmacht van de eerste mede, te rekenen van de dag waarop hem van deze aanstelling is kennis gegeven.
Art. 2007. De lasthebber kan de lastgeving opzeggen door kennisgeving van zijn ontslag aan de lastgever.
Indien evenwel dit ontslag de lastgever benadeelt, moet de lasthebber hem daarvoor schadeloos stellen, tenzij hij zich in de onmogelijkheid bevindt om de lastgeving verder te volbrengen, zonder daardoor zelf een aanmerkelijke schade te lijden.
Art. 2008. Indien de lasthebber geen kennis draagt van het overlijden van de lastgever of van het bestaan van enige andere oorzaak die de lastgeving doet eindigen, is hetgeen hij in die onwetendheid verricht heeft, geldig.
Art. 2009. In de hierboven bedoelde gevallen moeten de verbintenissen, door de lasthebber aangegaan, nagekomen worden ten aanzien van derden die te goeder trouw zijn.
Art. 2010. Ingeval de lasthebber overlijdt, moeten zijn erfgenamen daarvan aan de lastgever kennis geven, en inmiddels alles doen wat de omstandigheden in het belang van de lastgever vereisen.
De zorgvolmacht is een recente uitvinding die vaak een bron is van ellende en misbruik
Nieuw maar daarom niet beter
De zorgvolmacht is een nieuwe rechtsvinding als alternatief voor het bewind. In de praktijk is dit een miskleun. De zorgvolmacht resulteert in nieuwe ernstige familiale conflicten en procedures waaronder vorderingen tot nietigverklaring van de zorgvolmacht, vorderingen tot beëindiging van de zorgvolmacht en de vervanging ervan door een maatregel van gerechtelijke bescherming en eindeloze discussies en vorderingen tot nietigverklaring van schenkingen en testamenten. Het wordt de mensen aangepraat Notarissen praten de zorgvolmacht aan als verkooppraatje voor alweer een nieuwe akte. Mensen worden benauwd gemaakt voor de dag dat ze niet meer bekwaam zouden zijn en waarbij ze dan maar verstandige maatregelen bij boorbaat dienen te nemen om hun problemen op te lossen.
Zogenaamd zou alle miserie kunnen vermeden worden met een zorgvolmacht. Welnu in werkelijkheid begint ze pas echt met de zorgvolmacht.
De zorgvolmacht wordt verleend ten zonder toezicht van de rechtbank De zorgvolmacht komt tot stand zonder enig toezicht van de rechtbank (soms zelfs zonder tussenkomst van de notaris, want de onderhandse zorgvolmacht blijft mogelijk). De rechtbank is de instantie bij uitstek die zich aan de hand van stukken en verklaringen een beeld kan vormen over een persoon en vooral nauwlettend kan toezien of het belang van de te beschermen persoon wel primeert op dat van familieleden of derden of een (kandidaat) zorgvolmachtdrager.
De zorgvolmachtdrager krijgt namelijk onmiddellijk of op termijn het recht om in naam en voor rekening van de beschermde persoon handelingen te stellen, ja zelfs geld van de rekening te halen. De rechten van de zorgvolmachtdrager worden in de zorgvolmacht bepaald en gaan in de regel zeer ver. Vaak loopt de zorgvolmacht stapsgewijs, waarbij de rechten van de zorgvolmachtdrager steeds groter worden.
Zeer verregaand
Zorgvolmachtdrager kunnen zo het recht bekomen om in naam en voor rekening van de beschermde persoon goederen, ja zelfs vastgoed te verkopen. Anders dan bij het bewind is er geen permanente controle op de uitvoering van de opdracht van de zorgvolmachtdrager. In de praktijk voelen beschermde personen zich na verloop van tijd betutteld.
De zorgvolmachtdrager kan zelfs het recht bekomen over de persoon en de huisvesting van de beschermde persoon, hetgeen drastische gevolgen kan hebben.
Met de zorgvolmacht wordt de familie pas echt uiteengereten
De zorgvolmacht is in de praktijk ook een bron van familiale ellende. Vaak wordt een kind aangeduid als zorgvolmachtdrager met uitsluiting van een ander kind. Meer dan eens ontstaan hierdoor conflicten, niet in het minst door de terechte of onterechte overtuiging van een kind dat het andere kind-zorgvolmachtdrager misbruik maakt van het mandaat.
Eigenaardig genoeg gebeuren er na het verschaffen van een zorgvolmacht zeer vaak schenkingen, die dan weer aanleiding geven tot verdachtmakingen, procedures en tot het verscheuren van families.
Met de zorgvolmacht plaatst men een vraagteken achter de eigen persoon
Wie zichzelf onder zorgvolmacht plaatst, stelt zijn eigen bekwaamheid in vraag. Onopgelost blijft vaak de vraag of iemand onder zorgvolmacht nog zelfstandig kan schenken of nog een testament kan opstellen. Misschien boeiend voor advocaten die in elk geval afzonderlijk, afhankelijk van de omstandigheden, bepaalde standpunten kunnen verdedigen, maar de rechtsonzekerheid voor de beschermde persoon neemt toe door te kiezen voor dit bizarre statuut.
Handboeien waarvan een andere de sleutel krijgt
Het meest mysterieuze aan de zorgvolmacht is dan weer de mogelijkheid om de uitwerking ervan uit te stellen tot op het ogenblik dat de betrokkene niet meer in staat zal zijn om zelfstandig beslissingen te nemen. Hoe en wie dit objectief gaat bepalen is en blijft steeds discretionair. De beschermde persoon kan moeilijk zelf beslissen dat de clausule in werking treedt. Immers wanneer de persoon stelt dat de zorgvolmacht pas in werking treedt wanneer hij niet meer in staat is om zelfstandig te beslissen, kan hij dus ook (dan) niet beslissen dat de tijd voor de zorgvolmacht is ingetreden.
De voorwaardelijke uitgestelde zorgvolmacht houdt dan weer in dat op het ogenblik van het opstellen van deze voorwaardelijke zorgvolmacht de persoon met zoveel woorden erkent volledig handelingsbekwaam te zijn, hetgeen bovendien in de notariële zorgvolmacht nog eens bevestigd wordt door de notaris.
Een persoon wordt een (onbestuurbare) NV
Zorgvolmachten kunnen verleend worden aan meerdere personen tegelijkertijd. Dit hoeven daarom geen familieleden te zijn. Hoe zij oordelen wanneer ze het niet eens zijn kan geregeld worden in de zorgvolmacht en de taken en bevoegdheden kunnen ook weer in de zorgvolmacht worden geregeld.
Zo kan de ene persoon bevoegd zijn voor het vermogen en de andere persoon voor de persoonlijke rechten en zo is er ook een verdeling mogelijk tussen daden van beheer en beschikking met mogelijkheden om voor bepaalde beslissingen te werken met bijzondere meerderheden. Aldus wordt een individu gesaucissoneerd tot een vennootschap met een verkapt bestuursorgaan en gebeurlijk zelfs een conflictregeling (naar Belgisch model) waar hij zelf tussen gesandwicht wordt als goedkoop beleg.
Weliswaar moet de zorgvolmachtdrager kennis geven aan de Vrederechter wanneer de beschermde persoon wilsonbekwaam wordt. Maar de controle op deze verplichting is in de praktijk zo goed als onbestaande laat staan werkzaam.
De legale kaalslag - het perfecte alibi
De zorgvolmacht is overigens een perfect alibi tot het bekomen van een gewone lastgevingsovereenkomst waarmee het mandaat even ver kan gaan, zonder dat reeds sprake is van wilsonbekwaamheid.
Beschermde personen kunnen dan wel de zorgvolmacht intrekken, althans voor zover ze nog wilsbekwaam zijn en dat kan dan weer in vraag worden gesteld.
Natuurlijk kan het ook anders maar daarom dan ook weer niet echt beter:
Alternatieven voor de zorgvolmacht zijn er zeer zeker. Vooreerst en niet in het minst het bewind.
Vergeten we niet dat slechts een kleine minderheid van personen op het einde van het leven bijstand nodig heeft in het beheer van de goederen. Een grote meerderheid van personen blijft tot de (voor)laatste levensdag bekwaam. De attributen van de burgerlijke persoonlijkheid moet een mens zo maar niet te grabbel gooien.
Wie zichzelf onder zorgvolmacht plaatst bindt immers de eigen handen vast.
Is toezicht en bijstand over de persoon en zijn vermogen nodig, dan gebeurt dit nog steeds best door een onpartijdige rechter die in heel de familiale discussie geen belang of aandeel heeft en die totaal onafhankelijk een al even onafhankelijke bewindvoerder kan aanduiden.
Wij blijven het standpunt verdedigen dat deze bewindvoerder al even onafhankelijk is. De wetgever wil bij voorkeur een familielid opdringen. Toch blijft dit een verkeerde optie. Vooreerst verwacht de wetgeving de opstelling van verslagen en de vervulling van formaliteiten die zwaar kunnen wegen op het betrokken familielid en die in praktijk slechts gebrekkig worden uitgevoerd. Verder bekomt een familielid principieel geen vergoeding. Dit lijkt positief maar is het niet. “If you pay peanuts, you get monkeys”. “Wie apennootjes betaalt krijgt apen”. Hiermee bedoelen we dat familieleden die onbezoldigd zijn wel eens de goesting krijgen om zichzelf te vergoeden of dat de beschermde persoon plots de goesting krijgt om de verzorgende zorgvolmachtdrager te compenseren, hetgeen niet steeds in verhouding staat met de dienst of overeenstemt met de werkelijke wil van de beschermde persoon, laat staan met de gelijkheid die hij misschien wil behouden met de andere kinderen.
Een advocaat bewindvoerder krijgt een vaste kleine en betaalbare vergoeding van 3 % van de inkomsten. Maar bovendien en vooral staat een advocaat-bewindvoerder onder toezicht van de vrederechter en onder deontologisch toezicht van de stafhouder.
De beste regeling voor te beschermen gehuwde personen
Voor gehuwde personen is de zorgvolmacht al helemaal een foutieve keuze gelet op de maatregelen die de familierechtbank kan nemen in toepassing van artikel 220 BW.
Dit artikel stelt:
“Art. 220 BW:
§ 1 Ingeval een der echtgenoten vermoedelijk afwezig is, of ingeval de rechtbank oordeelt, op grond van feiten vastgesteld in een met redenen omkleed proces-verbaal, dat een der echtgenoten in de onmogelijkheid verkeert zijn wil te kennen te geven of wilsonbekwaam is, dan kan de andere echtgenoot zich door de familierechtbank laten machtigen om de in artikel 215, § 1, bedoelde handelingen alleen te verrichten.
§ 2. Indien de echtgenoot die in de onmogelijkheid verkeert zijn wil te kennen te geven of wilsonbekwaam is, geen lasthebber heeft aangesteld of geen wettelijke vertegenwoordiger heeft, kan de andere echtgenoot aan de familierechtbank vragen om in zijn plaats te worden gesteld voor de uitoefening van al zijn bevoegdheden of een gedeelte ervan.
§ 3. In de gevallen bepaald in § 1, kan de andere echtgenoot zich door de [3 familierechtbank]3 laten machtigen om de door derden verschuldigde geldsommen geheel of ten dele te ontvangen ten behoeve van de huishouding.”
De perfecte aanslag op het vermogen onder het mom van successieplanning
Het pijnlijkste in het verhaal van de zorgvolmacht is dat dit onding mensen wordt aangepraat als een soort successieplanning die het moet mogelijk maken om op het einde van het leven van de beschermde persoon diens vermogen nog vlug te verkassen zodat begunstigden zo weinig mogelijk successierechten moeten betalen.
Sommige websites trachten mensen te overtuigen aldus hun vermogen in handen te geven van een derde die op het door deze derde geschikt geachte ogenblik, zelfs zonder enige machtiging of controle van de rechter, schenkingen gaat doorvoeren. Griezelig heet dat.
De notaris ziet toe maar heeft ook belang bij zijn akte
De meeste zorgvolmachten worden notarieel opgesteld, hetgeen dan toch nog enige controle inhoudt en waarbij de notariële akte garant kan staan voor evenwichtige clausules. Maar de beslissing om al dan niet een zorgvolmacht op te stellen, is een beslissing waar de notaris belang bij heeft, namelijk het belang een akte te kunnen verlijden, hetgeen op zich stimulerend voor de zorgvolmacht kan zijn, niet in het minst gesteund door de publiciteit die voor de zorgvolmacht kritiekloos gegeven wordt op het web.