Elementen van het misdrijf
Witwassen wordt aldus danig niet in de wet zelf gedefinieerd. Uit art. 505 SW kan afgeleid worden dat als strafbare gedraging (witwassen kan aangemerkt:
- kopen, ruilen, krijgen, bezit, bewaring of beheer van illegale vermogensvoordelen, terwijl de dader de illegale oorsprong kent of moest kennen (505 lid 1,2°);
- inbrengen of wederinbrengen van illegale vermogensvoordelen het officiële financiële milieu of het reguliere maatschappelijke verkeer (505 lid 1,3°)
- het verhelen of verhullen van de aard, de oorsprong, de vindplaats, de vervreemding, de verplaatsing of de eigendom van illegale vermogensvoordelen (505 lid1,4°);
Band met het onderliggend misdrijf
Zelfs wanneer de rechter het onderliggend misdrijf niet kan bewijzen (de oorsprong van de gelden) dan nog kan de rechter veroordelen tot witwassen voorzover de rechter op grond van de feitelijke gegevens van de zaak elk legaal karakter kan uitsluiten. Een loutere niet verifieerbare bewering, zal meestal niet volstaan. Het volstaat dat de dader minstens argwaan moest hebben om tot een veroordeling te besluiten.
Verplichte verbeurdverklaring
Het misdrijf witwassen impliceert een verplichte verbeurdverklaring (art. 505 lid 3 van alle vermogensvoordelen, vervangingsgoederen, evenals de waarden en de inkomsten van de belegde goederen. Wie gedagvaard wordt voor witwassen dient zich derhalve bij zijn verdediging voor te bereiden op de stelling en de vordering die het parket dienaangaande verplicht is te vorderen.