De regelingen met betrekking tot de kinderen na echtscheiding onderlinge toestemming kunnen worden herzien "wanneer een nieuwe omstandigheden buiten de wil van de partijen hun toestand of die van de kinderen ingrijpend wijzigen" (artikel 1288 laatstelijk gerechtelijk wetboek). Anders dan vroeger moeten de nieuwe omstandigheden dus geen onvoorzienbaar karakter hebben. Natuurlijk zijn ook de maatregelen met betrekking tot de kinderen genomen door de rechter ook steeds voor wijziging vatbaar door de rechter onder zelfde voorwaarden.
Om in te kunnen gaan op een verzoek wegens gewijzigde omstandigheden moeten er met betrekking tot de organisatie van de verblijfsregeling, het recht op persoonlijk contact en de uitoefening van het ouderlijk gezag, nieuwe omstandigheden zijn die de toestand van de partijen of die van het kind wijzigen, vooraleer er sprake kan zijn van nieuwe elementen die een wijziging rechtvaardigen. In dit laatste geval kan de rechtbank dit nieuwe verzoek echter enkel inwilligen indien het belang van het kind zulks rechtvaardigt. Het is niet vereist dat de gewijzigde omstandigheden die worden ingeroepen om de wijziging van de vorige regeling te bekomen, zich buiten de wil van de partijen moeten hebben voorgedaan.
Enkele concrete gevallen:
Alcoholisme in hoofde van een van de ouders werd niet weerhouden als omstandigheid om het gezagscoouderschap te beëindigen.
Prostitutie, transseksualiteit en homoseksualiteit werden herhaaldelijk door de rechtbank afgewezen als omstandigheid om het gezagscoouderschap te beëindigen omdat zij op zich niet de ongeschiktheid tot het uitoefenen van het ouderlijk gezag met zich meebrengen.
Een gevangenisstraf is natuurlijk een nieuwe omstandigheid waardoor de omgangsregeling dient aangepast, maar een gevangene heeft recht op contact met zijn kind, zo ook het kind met de gevangen ouder en de gevangenisstraf is dus geen reden om het omgangsrecht af te schaffen.
Psychologische problemen en een moeilijke relatie met de kinderen kunnen aanleiding geven om een andere regeling uit te werken maar daarom nog niet een regeling waarbij het kind hoofdverblijf zou houden bij de andere ouder. De kortgedingrechter in Brussel stelde in dit geval een alternerend verblijf voor.
Het langdurig ontbreken van contact is daarentegen een omstandigheid om het omgangsrecht te wijzigen in die mate dat het contact met het kind op een progressieve wijze dient hersteld te worden met de nodige begeleidende maatregelen.
Het hof van beroep te Bergen oordeelde dat de eenzijdige beslissing om het hoofdverblijf van de kinderen te wijzigen met als gevolg een wijziging van school en omgeving voor het kind een reden was om de omgangsregeling en verblijfsregeling te wijzigen, dit nadat en afhankelijk van het verhoren van het kind over deze problematiek
Over de geografische afstand na co-ouderschap is vrij veel rechtspraak. Meestal overheerst bij de ouders het gezond verstand dat een afstand van 120 km tussen beiden geen verblijfs-co-ouderschap meer mogelijk maakt en zal bij gebrek aan akkoord de rechter het hoofdzakelijk verblijf aan een van de twee kinderen toekennen.
Bij de redenen tot wijziging van een verblijfsregeling voor de kinderen in een EOT kunnen we niet genoeg de feitelijke onwerkbaarheid benadrukken van heel wat gedeelde gelijke verblijfsregelingen.
Jacques Mahieu, stelt in zijn bijdrage "Een blik in het hoofd van een familierechter (T. Fam. 2020/1, p. 7, jurabibliotheek.) de vraag of de bilocatieregel van artikel 374, §2 BW, (gelijkmatige verdeelde verblijfsregeling) wel een passende oplossing is. Zelfs wanneer ouders een gelijkmatig verdeelde verblijfsregeling vragen durft meerdere familierechter de partijen wel eens verzoeken hierover conclusies te nemen, teneinde partijen formeel te verzoeken standpunten in te nemen en uit te wisselen, waarbij het belang van het kind en niet dat van partijen centraal staat.
Sommige ouders denken dat bilocatie nu éénmaal moet, anderen dat het hun "recht" , nog anderen gebruiken de regeling als drukkingsmiddel in de één of andere zin. In vele gevallen maakt de gelijkmatig verdeelde verblijfsregeling ouders en vooral kinderen ongelukkig, zelfs wanneer deze regelingen in overleg tot stand zijn gekomen. In veel gevallen leidt de bilocatie tot ingewikkelde nieuw samengestelde gezinstoestanden, waarbij de ouderzorg gedelegeerd wordt aan stiefouders.
Kinderen kunnen niet zelf de familierechter vatten om een wijziging van de omgangsregeling te vragen.
Belang van het kind alleen volstaat nietDe enkele reden dat de wijziging in het belang van de kinderen is zonder een nieuwe omstandigheid vast te stellen die dergelijke wijziging toelaat volstaat niet tot wijziging van de verbljifsregeling van kinderen zoals vastgelegd in een EOT..