Heel wat obscure "dienstverleners" zijn als paddenstoelen uit de grond gerezen die WCO's (thans gerechtelijke reorganisaties) letterlijk verkopen aan naïeve zelfstandigen. In het beste geval zijn het mooipraters, zonder enige financiële of juridische scholing die ofwel zelf iets ineenknutselen, dan wel klanten hoge commissies laten betalen voor doorverwijzing of naamlening door advocaten.
Om oplichting en bedrog, dan wel geknoei door onwetendheid te vermijden heeft de wetgever geëist dat de verslagen die bij een gerechtelijke reorganisatie worden gevoegd dienen opgesteld door een bedrijfsrevisor, een externe accountant, een extern erkende boekhouder of een externe erkende boekhouder-fiscalist.
Indien aan deze vormvoorwaarden niet is voldaan wordt de gerechtelijke reorganisatie niet toegestaan.
De advocaat is de ideale adviesverlener die samen met de cijferberoepen toeziet op de vervulling van de voorwaarden op een correcte wijze.
Het grondwettelijk hof definieert het begrip "pleegvormen door de WCO opgelegd" als "alle bepalingen van de WCO die de gerechtelijke reorganisatie door een collectief akkoord beheersen" (zie overw. B.15.1. tot B.15.3. in haar arrest van 18 januari 2012).
Rechtsleer:
• J. BRONDEL, "De grenzen van de rechterlijke toetsing van het reorganisatieplan in het kader van de toepassing WCO" (noot onder GwH 18 januari 2012), DAOR 2012, (103), p. 103-104, nrs. 3 en 4;
• I. VEROUGSTRAETE en A. VAN HOE, "De rechtsbescherming van schuldeisers bij een gerechtelijke reorganisatie door een collectief akkoord" (noot onder GwH 18 januari 2012), TBH 2012, (443), p. 446-447, nrs. 11t.e.m.14
Opgelet boek XX van het WER heeft de pleegvormen voor het verzoekschrift gerechtelijke reorganisatie grondig gewijzigd
Uittreksel uit het wetboek van economisch recht
Boek XX insolventie van de onderneming
Afdeling 3. [1 - Verzoek tot gerechtelijke reorganisatie en de daarop volgende procedure]1
----------
(1)<Ingevoegd bij W 2017-08-11/14, art. 3, 058; Inwerkingtreding : 01-05-2018>
Art. XX.41.[1 § 1. De schuldenaar die het openen van een procedure van gerechtelijke reorganisatie aanvraagt, richt een verzoekschrift aan de rechtbank.
§ 2. Op straffe van niet-ontvankelijkheid, voegt hij bij zijn verzoekschrift:
1° een uiteenzetting van de gebeurtenissen waarop zijn verzoek is gegrond en waaruit blijkt dat naar zijn oordeel de continuïteit van zijn onderneming onmiddellijk of op termijn bedreigd is;
2° een aanwijzing van de doelstelling of de doelstellingen waarvoor hij het openen van de procedure van gerechtelijke reorganisatie aanvraagt;
3° de vermelding van een elektronisch adres waarbij hij zolang de procedure van gerechtelijke organisatie duurt, kan worden bereikt en waaruit hij de ontvangst kan melden van de ontvangen mededelingen;
4° de twee recentste jaarrekeningen die volgens de statuten hadden moeten neergelegd zijn en de eventueel nog niet neergelegde jaarrekening van het laatste boekjaar of, indien de schuldenaar een natuurlijke persoon is, de twee recentste aangiftes in de personenbelasting; zo de onderneming geen twee boekjaren heeft bestaan, zal zij dit doen voor de gehele periode voor haar oprichting;
5° een boekhoudkundige staat die het actief en het passief weergeeft en de resultatenrekening die maximum drie maanden oud is, opgesteld met de bijstand van hetzij een bedrijfsrevisor, hetzij een externe accountant, hetzij een externe erkend boekhouder of een externe erkend boekhouder-fiscalist;
6° een begroting met een schatting van de inkomsten en uitgaven voor ten minste de duur van de gevraagde opschorting, opgesteld met de bijstand van een van de beroepsbeoefenaars vermeld in 5° ; op advies van de Commissie voor boekhoudkundige normen kan de Koning een model opleggen van geraamde begroting;
7° een volledige lijst van de erkende of beweerde schuldeisers in de opschorting, met vermelding van hun naam, hun adres en het bedrag van hun schuldvordering en de bijzondere vermelding van de hoedanigheid van buitengewone schuldeiser in de opschorting en van het goed dat is belast met een zakelijke roerende zekerheid of een hypotheek of dat eigendom is van de betrokken schuldeiser;
8° een toelichting omtrent de wijze waarop de maatregelen en voorstellen die hij overweegt om de rendabiliteit en de solvabiliteit van zijn onderneming te herstellen, om een eventueel sociaal plan in te zetten en om de schuldeisers te voldoen;
9° een toelichting omtrent de wijze waarop de schuldenaar voldaan heeft aan de wettelijke of conventionele verplichtingen de werknemers of hun vertegenwoordigers in te lichten of te raadplegen;
10° de lijst van vennoten indien de schuldenaar een in [2 artikel I.1, eerste lid, 1°, c)]2 bepaalde onderneming, of een rechtspersoon waarvan de vennoten onbeperkt aansprakelijk zijn, is en het bewijs dat de vennoten op de hoogte werden gebracht;
11° een kopie van de exploten van bevel en van uitvoerende roerende en onroerende beslagen, zoals deze verschijnen in het centraal bestand van berichten van beslag, delegatie en overdracht en collectieve schuldenregeling, in het geval dat hij de schorsing van de werkzaamheden van verkoop op onroerend uitvoerend beslag vordert overeenkomstig artikelen XX. 44, §§ 2 en 3 en XX. 51, §§ 2 en 3.
Daarnaast kan de schuldenaar bij zijn verzoekschrift alle andere stukken voegen die hij nuttig oordeelt om het verzoekschrift toe te lichten. Hij waakt erover dat de neergelegde stukken geen gegevens inhouden die zijn beroepsgeheim zouden kunnen schenden en voegt, in voorkomend geval, een noot bij zijn verzoekschrift die verantwoordt waarom hij bepaalde stukken op die gronden niet heeft kunnen neerleggen.
§ 3. Het verzoekschrift wordt ondertekend door de schuldenaar of door diens advocaat. Het wordt met de nuttige stukken neergelegd in het register zoals bepaald in artikel XX.15.
§ 4. Binnen achtenveertig uur deelt de griffier bericht van de indiening van het verzoekschrift mee aan de procureur des Konings, die alle handelingen van de procedure zal kunnen bijwonen. De griffier geeft hierover eveneens een bericht aan de Orde of Instituut waarvan de verzoeker deel uitmaakt indien het verzoekschrift is neergelegd door een onderneming bedoeld in artikel I.1.14°.
De rechtbank kan het verslag dat is opgesteld door de kamer voor ondernemingen in moeilijkheden overeenkomstig artikel XX.28 voegen bij het dossier van de gerechtelijke reorganisatie.]1
----------
(1)<Ingevoegd bij W 2017-08-11/14, art. 3, 058; Inwerkingtreding : 01-05-2018>
(2)<W 2018-04-15/14, art. 222, 059; Inwerkingtreding : 01-05-2018>
Art. XX.42. [1 In elk geval wijst de voorzitter van de rechtbank onmiddellijk na de indiening van het verzoekschrift een gedelegeerd rechter aan die rechter in de rechtbank is, de voorzitter uitgezonderd, of een rechter in handelszaken, om bij de kamer van de rechtbank waaraan de zaak is toebedeeld, verslag uit te brengen over de ontvankelijkheid en de gegrondheid van het verzoek en over elk element dat nuttig is voor de beoordeling ervan.
In het geval bedoeld in artikel XX.84, duidt de rechtbank een gedelegeerd rechter aan met de opdracht die dit artikel preciseert.
De gedelegeerd rechter hoort de schuldenaar en elke andere persoon van wie hij het horen nuttig acht. Hij kan bij de schuldenaar de informatie opvragen die nodig is om diens toestand te beoordelen.]1
----------
(1)<Ingevoegd bij W 2017-08-11/14, art. 3, 058; Inwerkingtreding : 01-05-2018>
Art. XX.43. [1 De gedelegeerd rechter waakt over de naleving van deze wet en licht de rechtbank in over de evolutie van de toestand van de schuldenaar.]1
----------
(1)<Ingevoegd bij W 2017-08-11/14, art. 3, 058; Inwerkingtreding : 01-05-2018>