Het voorwerp van de vordering is het feitelijk resultaat dat de eiser met zijn vordering beoogt.
Het voorwerp van de vordering is niet de juridische grondslag of juridische kwalificatie van een eis, maar louter hetgeen wordt gevorderd (gevraagd van de rechter), lees hetgeen de eiser wil bekomen of wat de eiser met zijn vordering beoogt.(Cass. 28 september 2012, C.12.0049.N, Arr.Cass. 2012, 2075, conclusie advocaat-generaal C. Vandewal; Cass. 2 april 2010, C.09.0204.F, Arr.Cass. 2010, 1029; zie ook: J.-F. Van Droogenbroeck, «Chronique de l’office du juge», JLMB 2013, p. 1317, nr. 14).
Het voorwerp van een vordering en van het hoger beroep is dus hetgeen gevraagd (gevorderd) wordt.
In een arrest van 14/12/2017 (juridat) stelt het Hof van Cassatie dat het voorwerp van de vordering het feitelijke resultaat is dat de eiser met zijn vordering beoogt.
De oorzaak van de vordering daarentegen is het geheel van feiten dat de eiser tot staving van het gevorderde aanvoert.
Een vordering tot betaling van een geldsom moet niet enkel een kwalitatieve maar ook een kwantitatiever omschrijving moet omvatten.
Het door een partij aan de rechter gedane verzoek om een onderzoeksmaatregel te bevelen is geen punt van de vordering doch enkel een bewijsmiddel i.v.m. de gestelde vordering.
Evenmin is een voorbehoud een vordering.
Wanneer een beperkt hoger beroep wordt ingesteld tegen een vonnis kan er geen nakomend hoger beroep meer worden ingesteld door de appellant tegen de beslissingen waartegen hij geen hoger beroep had ingesteld,
De rechter is conform art. 780,3° gehouden om het voorwerp van de vordering te vermelden. Hieraan kan de rechter voldoen door verwijzing naar stukken van het dossier van de rechtspleging voor zover duidelijk is over welke stukken het gaat.
Het voorwerp van de vordering wordt niet decisief bepaald in de dagvaarding maar wel in de laatst neergelegde conclusie.
Cassatie 5 september 2019,
juridat, C.18.0302. NjW 2020, 78, met noot Françoise Auvray en Karen Ronsijn, Verlies van een kans en beschikkingsbeginsel