Onder het begrip betekening zoals voorzien in artikel 32 van het gerechtelijk wetboek moet worden verstaan de afgifte, bij gerechtsdeurwaardersexploot van een eensluidend afschrift van een akte.
Als wijze van gemeenrechtelijke mededeling van de rechterlijke beslissingen heeft de betekening tot doel, enerzijds, de geadresseerde ervan in te lichten over de inhoud van de betekende beslissing, die aldus uitwerking kan hebben, en, anderzijds, de termijnen van beroep, waaronder de gemeenrechtelijke termijn van hoger beroep bepaald in artikel 1051, eerste lid, van het Gerechtelijk Wetboek, te doen ingaan.
Onder kennisgeving wordt verstaan: de toezending van een akte van de rechtspleging in origineel of in kopie.
Een betekening geschiedt steeds via een gerechtsdeurwaardersexploot.
Een kennisgeving daarentegen is mogelijk via een gewone brief,, een gerechtsbrief. bij de inwerkingtreding van de wet van 20 oktober 2000 tot invoering van het gebruik van de telecommunicatiemiddelen en van de elektronische handtekening in gerechtelijke en buitengerechtelijke procedure, bij fax of elektronische post, op voorwaarde dat de geadresseerde een faxnummer of een e-mailadres heeft.
Een dagvaarding en een vonnis worden betekend door een gerechtsdeurwaarder. Een betekening is een officiële kennisgave. Wanneer u in persoon werd betekend wil dit zeggen dat de gerechtsdeurwaarder met u persoonlijk heeft aangetroffen bij het overhandigen van de dagvaarding of het vonnis.
Indien u niet aanwezig bent op het ogenblik dat de gerechtsdeurwaarder aanbelt, wordt een kopie van het document in uw brievenbus gedeponeerd en krijgt u nadien een aangetekend schrijven met melding dat u een kopij kan komen afhalen op het kantoor van de gerechtsdeurwaarder.
U bent niet verplicht deze kopie af te halen.
Door de betekening van een dagvaarding bent u officieel op de hoogte gesteld dat u wordt opgeroepen voor de rechtbank, waardoor u een advocaat kunt raadplegen. Tussen de dag van de betekening van de dagvaarding en de dag waarop een zaak voorkomt zijn er in de regel minstens 8 dagen. In kortgeding of wanneer de rechtbank op grond van uiterste hoogdringendheid verlof (machtiging) verleent om deze termijn in te korten, zal deze termijn korter zijn.
artikel 32, 1° van het Gerechtelijk Wetboek stelt:
"onder betekening wordt verstaan de afgifte van een afschrift van de akte; zij geschiedt bij deurwaardersexploot"
artikel 32, 2° van het Gerechtelijk Wetboek stelt:
"onder de kennisgeving wordt verstaan: de toezending van een akte van rechtspleging in origineel of een afschrift; zij geschiedt langs de post of, in de gevallen die de wet bepaalt, in de vormen die deze voorschrijft.."
De regels van het gerechtelijk wetboek zijn volgens artikel twee van het gerechtelijk wetboek van toepassing op alle rechtsplegingen, behoudens wanneer deze geregeld worden door niet uitdrukkelijk opgeheven wetsbepalingen of door rechts beginselen, waarvan de toepassing niet verenigbaar is met de toepassing van de bepaling van het wetboek. de definities van het Gerechtelijk Wetboek zijn onder meer niet toepasselijk op de voorlopige hechteniswet, op de wegverkeerweten in beginsel ook niet op de diverse procedures in het administratief recht.
Termijnen van verzet, hoger beroep een voorziening in cassatie vangen aan bij de betekening van de beslissing (zie artikel 57 van het gerechtelijk wetboek) in een aantal gevallen heeft de wetgever voorzien dat de kennisgeving van het vonnis niet gebeurt middels een betekening maar wel middels een gerechtsbrief. In deze gevallen begint de termijn van verzet, hoger beroep en voorziening incassatie, bij gebreke aan andere wetsbepaling te lopen vanaf deze kennisgeving. (Zie ter zake artikel 57, 792, 1051, 792 en 1048 Gerechtelijk Wetboek).
In het administratief recht wordt aangenomen dat de betekening niet onderworpen is aan vormvereisten, behoudens de gevallen waarin dit anders door de wet wordt bepaald. Aldus wordt in het administratief recht onder betekening verstaan, de mededeling bij individuele aanzegging van een rechtshandeling aan de persoon wiens rechtstoestand door deze handeling wordt gewijzigd of beïnvloed. In het administratief recht kan er dus "betekend" worden met een aangetekende brief met ontvangstmelding waarbij dit aangetekend schrijven termijnen doet lopen.
Artikel 53 bis van het gerechtelijk wetboek bepaalt: "ten aanzien van de geadresseerde, en tenzij de wet anders bepaald, worden de termijnen die beginnen te lopen vanaf een kennisgeving berekend vanaf:
1° wanneer de kennisgeving is gebeurd bij gerechtsbrief of bij een per post aangetekende brief met ontvangstbewijs, de eerste dag die volgt op deze waarop de brief aangeboden is geworden aan de woonplaats van de geadresseerde of, in voorkomend geval, aan zijn verblijfplaats of gekozen woonplaats.
2° wanneer de kennisgeving is gebeurd bij aangetekende brief of bij gewone brief, de derde dag die volgt op deze waarop de brief aan de postdiensten overhandigd is geworden, tenzij de geadresseerde het tegendeel bewijst.
In het administratief recht is een kennisgeving middels aangetekend schrijven geldig zodra de postbode zich aan de woning van de belanghebbende heeft aangeboden. Wanneer de postbode de brief niet persoonlijk aan de betrokkene of zijn gemachtigde heeft kunnen overhandigen, laat de postbode in de brievenbus van de geadresseerde een bericht achter met de melding dat de brief kan worden afgehaald op het postkantoor voor zover deze vormvereiste vervuld is, wordt het niet afhalen van de brief binnen de voorgeschreven termijn op het postkantoor gelijkgesteld met een weigering om de brief in ontvangst te nemen, behoudens voor zover de betrokkene in de onmogelijkheid verkeerde om de brief binnen deze termijn af te halen. Let wel, voor zover de geadresseerde er niet kan inslagen het bewijs te leveren dat hij in de onmogelijkheid verkeerde de brief af te halen, wordt de brief geacht ontvangen te zijn op de dag dat de brief aan de woning van de geadresseerde werd aangeboden en wordt de kennisgeving ook op deze dag vastgesteld. thans wordt aangenomen dat een aangetekende zending geacht wordt te zijn ontvangen op de derde werkdag die volgt op de verzendingen ervan (de raad van state in 19 oktober 2006 163.785).
Rechtspraak zie Cass. 12 januari 2007, RABG 200 7/10, 659 met noot
wettelijke bepalingen zie artikel 32 en volgende gerechtelijk wetboek (geconsolideerde tekst)
HOOFDSTUK VII. - (Betekeningen, kennisgevingen, neerleggingen en mededelingen.) <W 2006-08-05/45, art. 2, 008; Inwerkingtreding : 01-01-2013 (zie art. 16)>
Art. 32.<W 2006-08-05/45, art. 3, 008; Inwerkingtreding : 01-01-2013 (zie art. 165)> Voor de toepassing van dit Wetboek wordt verstaan onder :
1° " betekening " : " de afgifte van een origineel of een afschrift van de akte; zij geschiedt bij gerechtsdeurwaardersexploot of, in de gevallen die de wet bepaalt, in de vormen die deze voorschrijft ";
2° " kennisgeving " : " de toezending van een akte van rechtspleging in origineel of in afschrift; zij geschiedt langs de postdiensten of per elektronische post aan het gerechtelijk elektronisch adres of, in de gevallen die de wet bepaalt, per fax of in de vormen die de wet voorschrijft.
[1 3° "woonplaats" : de plaats waar de persoon in de bevolkingsregisters is ingeschreven als hebbende aldaar zijn hoofdverblijf;
4° "verblijfplaats" : iedere andere vestiging, zoals de plaats waar de persoon kantoor houdt of een handels- of nijverheidszaak drijft;
5° "gerechtelijk elektronisch adres" : het unieke, door de bevoegde overheid aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon toegekende elektronisch adres;
6° "adres van elektronische woonstkeuze" : elk ander elektronisch adres waarop een betekening overeenkomstig artikel 32quater/1 kan gebeuren na de uitdrukkelijke en voorafgaande toestemming door de geadresseerde telkens voor die bepaalde betekening.]1
----------
(1)<W 2016-05-04/03, art. 8, 018; Inwerkingtreding : 31-12-2016>
Art. 32bis.
<ingevoegd bij W 2006-08-05/45, art. 4; Inwerkingtreding : onbepaald en uiterlijk op : 01-01-2017 (zie art. 16) dezelfde wet van 2006 opgeheven door art. 177 van W 2016-12-25/14; Inwerkingtreding : 31-12-2016)>
Art. 32ter.[1 Elke kennisgeving of mededeling aan of neerlegging bij de hoven of rechtbanken, het openbaar ministerie, diensten die afhangen van de rechterlijke macht, met inbegrip van de griffies en parketsecretariaten, of andere openbare diensten, of elke kennisgeving of mededeling aan een advocaat, een gerechtsdeurwaarder of een notaris, door de hoven of rechtbanken, het openbaar ministerie, diensten die afhangen van de rechterlijke macht, met inbegrip van de griffies en parketsecretariaten, of andere openbare diensten, of door een advocaat, een gerechtsdeurwaarder of een notaris, kan gebeuren door middel van het informaticasysteem van Justitie dat door de Koning wordt aangewezen.
De Koning bepaalt de nadere regels van dat informaticasysteem, waarbij de vertrouwelijkheid en effectiviteit van de communicatie worden verzekerd. Het gebruik van het voormelde informaticasysteem kan door de Koning aan de instanties, diensten of actoren vermeld in het eerste lid of sommigen onder hen worden opgelegd.
De Koning kan de toepassing van deze bepaling bij besluit, vastgesteld na overleg in de Ministerraad, uitbreiden tot andere instellingen en diensten.]1
----------
(1)<W 2016-12-25/14, art. 57, 019; Inwerkingtreding : 09-01-2017>
Art. 32quater/1. [1 § 1. De betekening geschiedt elektronisch op het gerechtelijk elektronisch adres. Bij gebreke aan een gerechtelijk elektronisch adres, kan zij ook geschieden op het adres van elektronische woonstkeuze, op voorwaarde dat de geadresseerde telkens voor die bepaalde betekening, volgens de door de Koning bepaalde nadere regels, na advies van de Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer, uitdrukkelijk en voorafgaandelijk zijn toestemming heeft gegeven.
Telkens een betekening op elektronische wijze wordt verricht, wordt de geadresseerde volgens de door de Koning bepaalde nadere regels, na advies van de Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer, in kennis gesteld van :
1° de gegevens die hem betreffen en die in het in artikel 32quater/2 bedoelde register worden opgeslagen;
2° de categorieën van personen die toegang hebben tot de in de bepaling onder 1° bedoelde gegevens;
3° de bewaartermijn van de in de bepaling onder 1° bedoelde gegevens;
4° de in artikel 32quater/2, § 2, bedoelde verantwoordelijke voor de verwerking;
5° de wijze waarop hij inzage kan verkrijgen van de onder 1° bedoelde gegevens.
§ 2. Binnen vierentwintig uur na de verzending van het bericht tot betekening op elektronische wijze of het verzoek tot toestemming tot betekening op elektronische wijze aan de geadresseerde, laat het in artikel 32quater/2 bedoelde register een bericht van bevestiging van betekening aan de gerechtsdeurwaarder toekomen die de akte heeft betekend. De betekening wordt in dat geval geacht te zijn gedaan op de datum van de verzending van het voormelde bericht of verzoek.
Bij gebrek aan een bericht van bevestiging van betekening binnen de termijn vermeld in het eerste lid wordt de betekening op elektronische wijze als niet mogelijk beschouwd zoals bedoeld door artikel 32quater/3, § 3.
Bij de opening door de geadresseerde van de akte laat het register een bericht van opening door de geadresseerde toekomen aan de gerechtsdeurwaarder die de akte heeft betekend.
Bij gebrek aan ontvangst van een bericht van opening door de geadresseerde binnen vierentwintig uur na de verzending van het in het eerste lid bedoelde bericht of verzoek aan de geadresseerde, verstuurt de gerechtsdeurwaarder de eerstvolgende werkdag, een gewone brief van melding van de betekening op elektronische wijze aan de geadresseerde.]1
----------
(1)<Ingevoegd bij W 2016-05-04/03, art. 9, 018; Inwerkingtreding : 31-12-2016>
Art. 32quater/2.[1 § 1. Bij de Nationale Kamer van Gerechtsdeurwaarders wordt een geïnformatiseerde gegevensbank opgericht, "Centraal register van gedematerialiseerde authentieke akten van gerechtsdeurwaarders" geheten. Hierin worden de door de Koning aangeduide gegevens en digitale documenten, na advies van de Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer, verzameld die nodig zijn om de rechtsgeldigheid van een betekening na te gaan en in rechte vast te stellen. [2 Het register bevat eveneens elke andere door de Koning, na advies van de Gegevensbeschermingsautoriteit, aangeduide authentieke akte die opgemaakt wordt door een gerechtsdeurwaarder.]2 Dit register geldt als authentieke bron voor alle akten die erin zijn opgenomen.
De Nationale Kamer van Gerechtsdeurwaarders houdt in dit register een lijst bij van de adressen van elektronische woonstkeuze waarvoor de titularis de in artikel 32quater/1, § 1, bedoelde toestemming heeft gegeven. Deze lijst en de daarin opgenomen gegevens zullen, onder toezicht van de Nationale Kamer van Gerechtsdeurwaarders, uitsluitend door gerechtsdeurwaarders kunnen geraadpleegd worden in uitvoering van hun wettelijke opdrachten en mogen niet aan derden worden verstrekt. De Koning bepaalt, na advies van de Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer, de nadere regels voor de opstelling, de bewaring en de raadpleging van deze lijst.
§ 2. De Nationale Kamer van Gerechtsdeurwaarders wordt met betrekking tot het in paragraaf 1 bedoelde register beschouwd als de verantwoordelijke voor de verwerking in de zin van artikel 1, § 4, van de wet van 8 december 1992 tot bescherming van de persoonlijke levenssfeer ten opzichte van de verwerking van persoonsgegevens.
Het is de Nationale Kamer van Gerechtsdeurwaarders verboden om de in paragraaf 1 bedoelde gegevens te verstrekken aan andere dan de in paragraaf 3 bedoelde personen.
De bewaartermijn van de gegevens opgenomen in het in paragraaf 1 bedoelde register bedraagt dertig jaar.
De Koning stelt, na advies van de Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer, een procedure vast op grond waarvan de gegevens van een betekening op elektronische wijze onder de door Hem bepaalde voorwaarden op een eerder tijdstip uit het register kunnen worden verwijderd.
§ 3. De magistraten van de rechterlijke orde bedoeld in artikel 58bis, de griffiers en de parketsecretarissen, voor zover de raadpleging betrekking heeft op betekeningen die onder hun bevoegdheid vallen, en de gerechtsdeurwaarders, [2 voor de vervulling van hun wettelijke opdrachten]2, kunnen de gegevens van het in paragraaf 1 bedoelde register rechtstreeks raadplegen.
§ 4. Hij die in welke hoedanigheid ook deelneemt aan de verzameling, de verwerking of de mededeling van de in het in paragraaf 1 bedoelde register geregistreerde gegevens of kennis heeft van die gegevens, moet het vertrouwelijk karakter ervan in acht nemen. Artikel 458 van het Strafwetboek is op hem toepasselijk.
§ 5. De Nationale Kamer van Gerechtsdeurwaarders staat in voor de controle op de werking en het gebruik van het in paragraaf 1 bedoelde register. In voorkomend geval is hoofdstuk VII van boek IV van deel II van dit Wetboek van toepassing.
§ 6. De Koning bepaalt, na advies van de Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer, de nadere regels voor de inrichting en werking van het in paragraaf 1 bedoelde register en de gegevens die erin zullen worden opgenomen.
§ 7. Binnen de Nationale Kamer van Gerechtsdeurwaarders stelt de voorzitter van de Nationale Kamer van Gerechtsdeurwaarders een aangestelde voor de gegevensbescherming aan.
De aangestelde voor de gegevensbescherming is meer bepaald belast met :
1. het verstrekken van deskundige adviezen inzake de bescherming van de persoonlijke levenssfeer en de beveiliging van persoonsgegevens en informatie en inzake hun verwerking;
2. het informeren en adviseren van de voorzitter en de medewerkers die de persoonsgegevens behandelen over hun verplichtingen binnen het kader van deze wet en binnen het algemeen kader van de bescherming van de gegevens en de privacy;
3. het opstellen, het toepassen, het bijwerken en het controleren van een beleid inzake de beveiliging en de bescherming van de persoonlijke levenssfeer;
4. het vormen van het contactpunt voor de Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer;
5. de uitvoering van de andere opdrachten inzake de bescherming van de persoonlijke levenssfeer en de beveiliging die door de Koning worden bepaald, na advies van de Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer.
Bij het uitoefenen van zijn opdrachten handelt de aangestelde voor de gegevensbescherming volledig onafhankelijk en brengt hij rechtstreeks verslag uit aan de voorzitter van de Nationale Kamer van Gerechtsdeurwaarders.
De Koning bepaalt, na advies van de Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer, de nadere regels volgens welke de aangestelde voor de gegevensbescherming zijn opdrachten uitvoert.]1
----------
(1)<Ingevoegd bij W 2016-05-04/03, art. 10, 018; Inwerkingtreding : 31-12-2016>
(2)<W 2019-05-05/19, art. 75, 023; Inwerkingtreding : 01-01-2020>
Art. 32quater/3. [1 § 1. In strafzaken gebeurt de betekening op elektronische wijze of aan de persoon, naar keuze van de gerechtsdeurwaarder en afhankelijk van de specifieke omstandigheden van de zaak, tenzij het openbaar ministerie eist dat de betekening aan de persoon gebeurt.
§ 2. In andere dan in strafzaken geschiedt de betekening op elektronische wijze of aan de persoon, naar keuze van de gerechtsdeurwaarder, afhankelijk van de omstandigheden eigen aan de zaak.
§ 3. Indien geen betekening op elektronische wijze mogelijk is, geschiedt de betekening aan de persoon.]1
----------
(1)<Ingevoegd bij W 2016-05-04/03, art. 11, 018; Inwerkingtreding : 31-12-2016>
Art. 33. De betekening geschiedt aan de persoon, wanneer het afschrift van de akte aan de geadresseerde zelf wordt ter hand gesteld.
De betekening aan de persoon kan aan de geadresseerde worden gedaan op iedere plaats waar de gerechtsdeurwaarder hem aantreft.
Indien de geadresseerde het afschrift van de akte weigert in ontvangst te nemen, stelt de gerechtsdeurwaarder die weigering vast op het origineel en de betekening wordt geacht aan de persoon te zijn gedaan.
Art. 34. De betekening aan een rechtspersoon wordt geacht aan de persoon te zijn gedaan, wanneer het afschrift van de akte is ter hand gesteld aan het orgaan dat of de aangestelde die krachtens de wet, de statuten of een regelmatige opdracht bevoegd is om de rechtspersoon, zelfs samen met anderen, in rechte te vertegenwoordigen.
Art. 35. Indien de betekening niet aan de persoon kan worden gedaan, geschiedt zij aan de woonplaats of, bij gebreke van een woonplaats, aan de verblijfplaats van de geadresseerde en, voor een rechtspersoon, aan de maatschappelijke of de administratieve zetel.
Het afschrift van de akte wordt ter hand gesteld aan een bloedverwante, aanverwante, dienstbode of aangestelde van de geadresseerde.
Het mag niet worden ter hand gesteld aan een kind dat geen volle zestien jaar oud is.
De commissaris van politie moet aan de optredende gerechtsdeurwaarder de plaats aanwijzen waar de partij verblijft, wanneer die hem bekend is en de partij geen woonplaats heeft.
Art. 36.
<Opgeheven bij W 2016-05-04/03, art. 12, 018; Inwerkingtreding : 31-12-2016>
Art. 37.
<Opgeheven bij W 2010-04-06/19, art. 2, 010; Inwerkingtreding : 03-05-2010>
Art. 38.<W 1985-05-24/30, art. 2, 002> § 1. [1 In geval een exploot niet kan worden betekend zoals bepaald in artikel 35, bestaat de betekening in het door de gerechtsdeurwaarder achterlaten aan de woonplaats of, bij gebrek aan een woonplaats, aan de verblijfplaats van de geadresseerde, van een afschrift van het exploot onder gesloten omslag met vermelding van de in artikel 44, eerste lid, bepaalde gegevens.
De gerechtsdeurwaarder vermeldt op het origineel van het exploot en op het betekend afschrift, de datum, het uur en de plaats waarop dit afschrift werd achtergelaten.
Uiterlijk op de eerste werkdag die volgt op de betekening van het exploot, richt de gerechtsdeurwaarder hetzij aan de woonplaats, hetzij, bij gebreke van een woonplaats, aan de verblijfplaats van de geadresseerde, [2 ...]2, een door hem ondertekende brief. Deze brief vermeldt de datum en het uur van de aanbieding, alsmede de mogelijkheid voor de geadresseerde persoonlijk, of voor de houder van een schriftelijke volmacht een afschrift van dit exploot af te halen op het kantoor van de gerechtsdeurwaarder, tijdens een termijn van maximum drie maanden te rekenen vanaf de betekening.
Wanneer de geadresseerde van het exploot de overbrenging van woonplaats heeft aangevraagd, wordt de in het derde lid bedoelde brief gericht aan de plaats waar hij in het bevolkingsregister is ingeschreven en aan het adres waarop hij aangekondigd heeft zijn nieuwe woonplaats te willen vestigen.
Wanneer de in het derde en het vierde lid bedoelde voorschriften verzuimd of onregelmatig verricht zijn, kan de rechter gelasten dat een nieuwe brief wordt gericht aan de geadresseerde van het exploot.]1
§ 2. Wanneer uit de ter plaatse vastgestelde feitelijke omstandigheden blijkt dat het materieel onmogelijk is tot de betekening over te gaan door het achterlaten van een afschrift van het exploot aan de woonplaats of bij gebrek aan een woonplaats, aan de verblijfplaats van de geadresseerde, bestaat zij in de terhandstelling van het afschrift aan de procureur des Konings in wiens rechtsgebied deze feitelijke toestand zich voordoet; op het origineel en op het afschrift worden de feitelijke omstandigheden vermeld die de betekening aan de procureur des Konings noodzakelijk maken. [6 ...]6 [4 De betekening aan de procureur des Konings [6 zoals bedoeld in de artikelen 38, 40 en 42]6 geschiedt [6 door het opladen van het exploot op het in het artikel 32quater/2 bedoelde register, en in alle andere gevallen]6 bij voorrang op elektronische wijze overeenkomstig artikel 32quater/1. [6 Wanneer een exploot wordt opgeladen zoals voorzien in dit artikel, geldt het tijdstip van opladen als het tijdstip van betekenen, waarna het register zoals bedoeld in artikel 32quater/2 een bericht van betekening aan de bevoegde procureur des Konings en het Rijksregister zendt.]6 [6 In geval van betekening op elektronische wijze aan de procureur des Konings overeenkomstig dit lid, is artikel 32quater/1, § 2, vierde lid, niet van toepassing.]6]4
Hetzelfde geldt wanneer de woning waar de persoon aan wie betekend wordt zijn woonplaats heeft, klaarblijkelijk verlaten werd zonder dat hij de overbrenging van woonplaats heeft gevraagd.
Op verzoek van de procureur des Konings worden de nodige maatregelen getroffen opdat het afschrift binnen de korst mogelijke tijd bij de betrokkene toekomt.
[5 ...]5
----------
(1)<W 2010-04-06/19, art. 3, 010; Inwerkingtreding : 03-05-2010>
(2)<W 2013-01-14/16, art. 74, 013; Inwerkingtreding : 01-09-2013>
(3)<W 2015-10-19/01, art. 4, 015; Inwerkingtreding : 01-11-2015>
(4)<W 2016-05-04/03, art. 13, 018; Inwerkingtreding : 31-12-2016>
(5)<W 2018-05-25/02, art. 7, 021; Inwerkingtreding : 09-06-2018>
(6)<W 2020-07-31/03, art. 69, 025; Inwerkingtreding : 01-10-2020>
Art. 39. Wanneer de geadresseerde bij een lasthebber woonplaats heeft gekozen, mogen de betekening en de kennisgeving aan die woonplaats geschieden.
Wordt het afschrift aan de gekozen woonplaats ter hand gesteld aan de lasthebber persoonlijk, dan wordt de betekening geacht aan de persoon te zijn gedaan.
De betekening en de kennisgeving mogen niet meer aan de gekozen woonplaats geschieden, indien de lasthebber overleden is, indien hij er zijn woonplaats niet meer heeft, of indien hij er zijn bedrijf niet meer uitoefent.
Art. 40.Ten aanzien van hen die in België geen gekende woonplaats, verblijfplaats, of gekozen woonplaats hebben, stuurt de gerechtsdeurwaarder bij een ter post aangetekende brief het afschrift van de akte aan hun woonplaats of aan hun verblijfplaats in het buitenland en met de luchtpost indien de plaats van bestemming niet in een aangrenzend land ligt, onverminderd enige andere wijze van toezending overeengekomen tussen België en het land waar zij hun woon- of verblijfplaats hebben. De betekening wordt geacht te zijn verricht door de afgifte van de akte aan de postdienst tegen ontvangbewijs in de vormen die in dit artikel worden bepaald.
Heeft de betrokkene in België noch in het buitenland een gekende woonplaats, verblijfplaats, noch gekozen woonplaats, dan wordt de betekening gedaan aan de procureur des konings in wiens rechtsgebied de rechter die van de vordering kennis moet nemen of heeft genomen, zitting houdt; is of wordt er geen vordering voor de rechter gebracht, dan geschiedt de betekening aan de procureur des Konings in wiens rechtsgebied de verzoeker zijn woonplaats heeft of, indien hij geen woonplaats in België heeft, aan de procureur des Konings te Brussel. [5 ...]5 [2 De betekening door het openbaar ministerie aan het openbaar ministerie wordt geacht te zijn verricht door het aanbrengen, door een griffier van een rechtbank of van een hof, in de akte, van vermeldingen die een vaste dagtekening eraan toekennen.]2 [3 De betekening aan de procureur des Konings [5 zoals bedoeld in de artikelen 38, 40 en 42]5 geschiedt [5 door het opladen van het exploot op het in het artikel 32quater/2 bedoelde register, en in alle andere gevallen]5 bij voorrang op elektronische wijze overeenkomstig artikel 32quater/1. [5 Wanneer een exploot wordt opgeladen zoals voorzien in dit artikel, geldt het tijdstip van opladen als het tijdstip van betekenen, waarna het register zoals bedoeld in artikel 32quater/2 een bericht van betekening aan de bevoegde procureur des Konings en het Rijksregister zendt.]5 [5 In geval van betekening op elektronische wijze aan de procureur des Konings overeenkomstig dit lid, is artikel 32quater/1, § 2, vierde lid, niet van toepassing.]5]3
De betekeningen mogen altijd aan de persoon worden gedaan, indien deze in België wordt aangetroffen.
[4 ...]4
----------
(1)<W 2015-10-19/01, art. 5, 015; Inwerkingtreding : 01-11-2015>
(2)<W 2016-02-05/11, art. 125, 017; Inwerkingtreding : 29-02-2016>
(3)<W 2016-05-04/03, art. 14, 018; Inwerkingtreding : 31-12-2016>
(4)<W 2018-05-25/02, art. 8, 021; Inwerkingtreding : 09-06-2018>
(5)<W 2020-07-31/03, art. 70, 025; Inwerkingtreding : 01-10-2020>
Art. 41. Iedere betekening ten aanzien van de Koning met betrekking tot zijn domeinen wordt gedaan aan de persoon en aan het kabinet van de intendant of van de administrateur van zijn civiele lijst.
Art. 42.De betekeningen worden gedaan:
1° aan de Staat, (op het kabinet van de minister die bevoegd is om er kennis van te nemen of op het kantoor van de door hem aangewezen ambtenaar) of, indien het voorwerp van het geschil behoort tot de bevoegdheid van de Senaat of de Kamer van volksvertegenwoordigers, aan de griffie van de betrokken vergadering, onverminderd de in artikel 705 gestelde regels; <W 1999-03-23/30, art. 2, 004; Inwerkingtreding : 06-04-1999>
2° aan de provincie, op de zetel van het provinciebestuur;
3° aan de gemeente, op het gemeentehuis;
4° aan openbare instellingen, instellingen van openbaar nut en stichtingen, op de zetel van hun bestuur;
5° aan vennootschappen met rechtspersoonlijkheid, op de maatschappelijke zetel of, bij gebreke daarvan, de bedrijfszetel of, indien er geen is, aan de persoon of aan de woonplaats van een der beheerders, zaakvoerders of vennoten;
6° aan buitenlandse vennootschappen met rechtspersoonlijkheid, op hun maatschappelijke zetel, op hun filiaal of op hun bedrijfszetel in België;
7° aan in vereffening zijnde vennootschappen, op de maatschappelijke zetel of op de woonplaats van een der vereffenaars of, indien er geen vereffenaar is, aan de procureur des Konings in wiens rechtsgebied de laatste maatschappelijke zetel gevestigd was. [3 ...]3 [2 De betekening aan de procureur des Konings [3 zoals bedoeld in de artikelen 38, 40 en 42]3 geschiedt [3 door het opladen van het exploot op het in het artikel 32quater/2 bedoelde register, en in alle andere gevallen]3 bij voorrang op elektronische wijze overeenkomstig artikel 32quater/1. [3 Wanneer een exploot wordt opgeladen zoals voorzien in dit artikel, geldt het tijdstip van opladen als het tijdstip van betekenen, waarna het register zoals bedoeld in artikel 32quater/2 een bericht van betekening aan de bevoegde procureur des Konings en het Rijksregister zendt.]3 [3 In geval van betekening op elektronische wijze aan de procureur des Konings overeenkomstig dit lid, is artikel 32quater/1, § 2, vierde lid, niet van toepassing.]3]2
(Lid 2 opgeheven) <W 2003-05-26/34, art. 3, 007; Inwerkingtreding : 26-07-2003>
----------
(1)<W 2015-10-19/01, art. 6, 015; Inwerkingtreding : 01-11-2015>
(2)<W 2016-05-04/03, art. 15, 018; Inwerkingtreding : 31-12-2016>
(3)<W 2020-07-31/03, art. 71, 025; Inwerkingtreding : 01-10-2020>
Art. 42_WAALS_GEWEST.
De betekeningen worden gedaan:
1° aan de Staat, (op het kabinet van de minister die bevoegd is om er kennis van te nemen of op het kantoor van de door hem aangewezen ambtenaar) of, indien het voorwerp van het geschil behoort tot de bevoegdheid van de Senaat of de Kamer van volksvertegenwoordigers, aan de griffie van de betrokken vergadering, onverminderd de in artikel 705 gestelde regels; <W 1999-03-23/30, art. 2, 004; Inwerkingtreding : 06-04-1999>
2° aan de provincie, op de zetel van het provinciebestuur;
3° aan de gemeente, op het gemeentehuis;
4° aan openbare instellingen, instellingen van openbaar nut en stichtingen, op de zetel van hun bestuur;
5° aan vennootschappen met rechtspersoonlijkheid, op de maatschappelijke zetel of, bij gebreke daarvan, de bedrijfszetel of, indien er geen is, aan de persoon of aan de woonplaats van een der beheerders, zaakvoerders of vennoten;
6° aan buitenlandse vennootschappen met rechtspersoonlijkheid, op hun maatschappelijke zetel, op hun filiaal of op hun bedrijfszetel in België;
7° aan in vereffening zijnde vennootschappen, op de maatschappelijke zetel of op de woonplaats van een der vereffenaars of, indien er geen vereffenaar is, aan de procureur des Konings in wiens rechtsgebied de laatste maatschappelijke zetel gevestigd was. [1 De betekening aan de procureur des Konings mag gedaan worden door het afschrift van de akte aan een parketsecretaris of aan een parketjurist ter hand te stellen.]1 [2 De betekening aan de procureur des Konings geschiedt bij voorrang op elektronische wijze overeenkomstig artikel 32quater/1. In dat geval is artikel 32quater/1 § 2, vierde lid, niet van toepassing.]2
[3 8° aan het Waals Gewest, in het kader van het beroep bedoeld in artikel 29 van het decreet van 4 april 2019 betreffende de administratieve geldboetes inzake verkeersveiligheid, aan de bevoegde dienst bedoeld in artikel 27, 1°, van hetzelfde decreet.]3
(Lid 2 opgeheven) <W 2003-05-26/34, art. 3, 007; Inwerkingtreding : 26-07-2003>
----------
(1)<W 2015-10-19/01, art. 6, 015; Inwerkingtreding : 01-11-2015>
(2)<W 2016-05-04/03, art. 15, 018; Inwerkingtreding : 31-12-2016>
(3)<DWG 2019-04-04/76, art. 53, 024; Inwerkingtreding : 01-06-2022>
Art. 42bis.<ingevoegd bij W 2006-08-05/45, art. 6, 008; Inwerkingtreding : 01-01-2017 (zie art. 15)> Onverminderd de toepassing van de internationale overeenkomsten ter zake, kan de betekening elektronisch gebeuren.
Zij geschiedt op het gerechtelijk elektronisch adres via een dienstverlener inzake communicatie zoals bepaald in artikel 2, 4, van de wet van 10 juli 2006 betreffende de elektronische procesvoering.
Binnen vierentwintig uur na de verzending door de gerechtsdeurwaarder, laat de dienstverlener inzake communicatie bedoeld in het tweede lid een bericht van afgifte van de akte toekomen aan de gerechtsdeurwaarder die de akte heeft verzonden.
Indien de gerechtsdeurwaarder die de akte heeft verzonden binnen de in het derde lid bedoelde termijn geen bericht van afgifte heeft ontvangen, gebeurt de betekening onverwijld overeenkomstig de artikelen 33 en volgende. Het exploot vermeldt het ontbreken van een bericht van afgifte, alsmede de datum en het uur van de elektronische verzending en van het bericht van ontvangst van de dienstverlener. De datum van betekening is de datum waarop de dienstverlener het verzoek tot afgifte aan de geadresseerde ontvangt, overeenkomstig artikel 9, § 1, van de wet van 10 juli 2006 betreffende de elektronische procesvoering.
Art. 43.[2 Het exploot van betekening moet]2 door de optredende gerechtsdeurwaarder ondertekend zijn en vermelden:
1° de dag, de maand en het jaar, en de plaats van de betekening;
2° [1 de naam, de voornaam [3 ...]3, de woonplaats en, in voorkomend geval, het gerechtelijk elektronisch adres of het adres van elektronische woonstkeuze, de hoedanigheid en de inschrijving in de Kruispuntbank van ondernemingen van de persoon op wiens verzoek het exploot wordt betekend;]1
3° [1 de naam, de voornaam, de woonplaats of, bij gebreke van een woonplaats, de verblijfplaats en, in voorkomend geval, het gerechtelijk elektronisch adres of adres van elektronische woonstkeuze en de hoedanigheid van de persoon voor wie het exploot bestemd is;]1
4° (de naam, voornaam en, bij voorkomend geval, de hoedanigheid van de persoon aan wie afschrift ter hand gesteld is, of in het geval bedoeld in artikel 38, § 1, het achterlaten van het afschrift, of in de gevallen bedoeld in artikel 40, de afgifte van het exploot op de post;) <W 1985-05-24/30, art. 3, 002>
5° de naam en de voornaam van de gerechtsdeurwaarder en het adres van zijn kantoor;
6° de omstandige opgave van de kosten der akte.
De persoon aan wie het afschrift wordt ter hand gesteld, tekent het origineel voor ontvangst. Weigert hij te tekenen, dan maakt de deurwaarder daarvan melding in het exploot.
(NOTA : gewijzigd door W 2006-07-10/39, art. 7, 008; Inwerkingtreding : 01-01-2017 (zie W 2014-12-19/24, art. 21), dezelfde wet van 2006 opgeheven door art. 177 van W 2016-12-25/14; Inwerkingtreding : 31-12-2016)
----------
(1)<W 2016-05-04/03, art. 16, 018; Inwerkingtreding : 31-12-2016>
(2)<W 2018-05-25/02, art. 9, 021; Inwerkingtreding : 09-06-2018>
(3)<W 2018-12-21/09, art. 130, 022; Inwerkingtreding : 10-01-2019>
Art. 44.[1 Wanneer het afschrift niet aan de persoon zelf kan worden betekend, wordt het achtergelaten onder gesloten omslag, met de vermelding van het kantoor van de gerechtsdeurwaarder, de naam en voornaam van de geadresseerde, de plaats van betekening en de vermelding " Pro Justitia - Dadelijk af te geven ". Op de omslag mag geen andere vermelding voorkomen.
Van het vervullen van al die formaliteiten wordt melding gemaakt in het exploot en op het afschrift.
De afschriften van een exploot betreffende verscheidene personen met dezelfde woonplaats of, bij gebreke daaraan, dezelfde verblijfplaats worden evenwel niet onder gesloten omslag afgegeven indien de afgifte geschiedt aan een van die personen.]1
----------
(1)<W 2010-04-06/19, art. 4, 010; Inwerkingtreding : 03-05-2010>
Art. 45.Het afschrift van het exploot moet [1 ...]1 alle vermeldingen van het origineel bevatten en door de gerechtsdeurwaarder getekend zijn.
----------
(1)<W 2018-05-25/02, art. 10, 021; Inwerkingtreding : 09-06-2018>
Art. 46.[3 § 1.]3 [1 In de bij de wet bepaalde gevallen, zorgt de griffier of, in voorkomend geval, het openbaar ministerie ervoor dat de kennisgeving bij gerechtsbrief geschiedt.]1
[3 In geval de gerechtsbrief in gedrukte vorm wordt bezorgd, wordt de brief door de postdiensten ter hand gesteld aan de geadresseerde in persoon of aan diens woonplaats zoals bepaald in de artikelen 33 tot 35 en 39. De persoon aan wie de brief ter hand wordt gesteld, tekent en dateert het ontvangstbewijs dat door de postdiensten aan de afzender wordt teruggezonden. Het ontvangstbewijs in gedrukte vorm kan vervangen worden door een ontvangstbewijs in elektronische vorm. Weigert de persoon te tekenen of te dateren, dan maken de postdiensten van die weigering melding onderaan op het ontvangstbewijs of door middel van een elektronische toepassing in geval van een elektronisch ontvangstbewijs.]3
Ingeval de gerechtsbrief noch aan de geadresseerde in persoon noch aan diens woonplaats ter hand kan worden gesteld, [3 wordt daarvan een bericht achtergelaten in de brievenbus]3. De brief wordt gedurende acht dagen [3 op de plaats aangewezen op het bericht]3 in bewaring gehouden. Hij kan tijdens die termijn afgehaald worden door de geadresseerde in persoon of door de houder van een schriftelijke volmacht.
Wanneer evenwel de geadresseerde van de gerechtsbrief om de terugzending van zijn briefwisseling heeft verzocht of hij de bewaring ervan op het postkantoor heeft gevraagd, wordt de brief tijdens de periode die door het verzoek wordt gedekt, terug gezonden naar of bewaard op het adres dat de geadresseerde heeft aangewezen.
De aan een gefailleerde geadresseerde brief wordt aan de curator ter hand gesteld.
De Koning regelt de wijze waarop [3 de leden 2 tot 5]3 worden toegepast.
[3 § 2.]3 De Minister tot wiens bevoegdheid (DE POST) behoort, bepaalt het formaat en de dienstaanwijzingen die op de omslag en op het ontvangstbewijs moeten voorkomen. <W 1991-03-21/30, art. 130, 003; Inwerkingtreding : 01-10-1992>
Ligt de plaats van bestemming in het buitenland, dan wordt de gerechtsbrief vervangen door [3 een aangetekende zending]3, onverminderd de wijzen van overbrenging bij de internationale overeenkomsten bepaald.
[3 § 3.]3 Wanneer een eisende of verzoekende partij zulks verlangt in het exploot van rechtsingang of in het verzoekschrift, hetzij schriftelijk en ten laatste op het ogenblik van de eerste verschijning voor de rechter, worden de kennisgevingen bij gerechtsbrief evenwel vervangen door betekeningen, verricht op verzoek van de partij wie de betekening toekomt.
(NOTA : gewijzigd door W 2006-07-10/39, art. 8, 008; Inwerkingtreding : 01-01-2017 (zie W 2014-12-19/24, art. 21), opgeheven zichzelf door art. 177 van W 2016-12-25/14; Inwerkingtreding : 31-12-2016
----------
(1)<W 2010-04-06/19, art. 5, 010; Inwerkingtreding : 03-05-2010>
(2)<W 2012-05-15/04, art. 5, 012; Inwerkingtreding : 18-06-2012>
(3)<W 2018-05-25/02, art. 11, 021; Inwerkingtreding : 31-12-2019>
Art. 46/1.[1 De kennisgeving bij gewone brief aan een partij voor wie [2 ...]2 een advocaat optreedt en die de griffie niet overeenkomstig artikel 729/1 heeft gemeld op te houden voor die partij op te treden, gebeurt door een gewone brief aan die advocaat.]1
----------
(1)<Ingevoegd bij W 2015-10-19/01, art. 7, 015; Inwerkingtreding : 01-11-2015>
(2)<W 2018-05-25/02, art. 12, 021; Inwerkingtreding : 09-06-2018>
Art. 47. <W 24-6-1970, art. 2> Geen betekening mag worden gedaan:
1° in een voor het publiek niet toegankelijke plaats, vóór zes uur 's morgens en na negen uur 's avonds;
2° op zaterdag, zondag of een wettelijke feestdag behalve in spoedeisende gevallen en met verlof van de vrederechter, wanneer het een dagvaarding betreft in een zaak die voor hem moet worden gebracht, met verlof van de rechter die machtiging heeft verleend voor de akte, wanneer het een akte betreft waartoe voorafgaande machtiging is vereist, en in alle andere gevallen met verlof van de voorzitter van de rechtbank van eerste aanleg.
Art. 47bis. [1 De in dit hoofdstuk opgenomen bepalingen zijn voorgeschreven op straffe van nietigheid.
Ingeval de betekening of de kennisgeving van een beslissing nietig is, neemt de termijn om een rechtsmiddel aan te wenden geen aanvang.]1
----------
(1)<Ingevoegd bij W 2018-05-25/02, art. 13, 021; Inwerkingtreding : 09-06-2018>
