Voorwaarden tot tegemoetkoming vanwege het Fonds
a) De aard van het ongeval
Het ongeval moet door een motorrijtuig zijn veroorzaakt zoals bepaald in de wet van 21 november 1989. Het betreft het voertuig dat is bestemd om zich over de grond voort te bewegen en die door een mechanische kracht kan worden gedreven zonder aan spoorstaven te zijn verbonden. Bovendien wordt al wat aan het voertuig is gekoppeld als een deel daarvan aangemerkt.De gekoppelde aanhangwagen maakt er deel van uit.
De tegemoetkoming vanwege het Fonds is dus uitgesloten wanneer de schade door een fietser is veroorzaakt.
b) De hoedanigheid van benadeelde persoon op het ogenblik van het ongeval
Wanneer het ongeval in België is overkomen, wordt er geen enkele nationaliteitsvoorwaarde gesteld, noch enige voorwaarde inzake de verblijfplaats van de benadeelde persoon.
Wanneer het ongeval is overkomen buiten het Belgische grondgebied, moet de benadeelde persoon de hoofdverblijfplaats in België aantonen
c) De slachtoffers die worden uitgesloten van tegemoetkoming vanwege het Fonds
1° Insolvabiliteit van de verzekeraar
Het Fonds neemt de verplichtingen over van de verzekeringsonderneming en kan dezelfde uitsluitingen doen gelden als zij.
2° Toevallig feit
- de eigenaar van het voertuig dat het ongeval heeft veroorzaakt
- de bestuurder die het toevallig feit heeft ingeroepen teneinde vrijuit te gaan
- de zwakke weggebruiker voor wat de lichamelijke schade betreft. Deze schade zal rechtstreeks door de BA Auto verzekeraar worden vergoed, nu het toevallig feit niet aan dit slachtoffer kan worden tegengeworpen ( artikel 29 bis van de wet van 21 november 1989)
3° Diefstal
- de voor het ongeval aansprakelijke persoon, tenzij het een zwakke weggebruiker betreft artikel 29 bis wet van 21 november 1989)
- de dief of deze die zich door geweld heeft meester gemaakt over het voertuig
- de heler van het voertuig
- de mededader of medeplichtige van de diefstal, geweld of heling
4° Afwezigheid van antwoord vanwege de verzekeraar of schaderegelaar op een verzoek tot schadevergoeding
1) Indien het ongeval in België is overkomen
- de voor het ongeval aansprakelijke persoon, tenzij het een zwakke weggebruiker betreft artikel 29 bis wet van 21 november 1989)
- de krachtens de WAM van schadevergoeding uitgesloten personen
2) Indien het ongeval in het buitenland is overkomen ( zie hierboven blz.4):
- de voor het ongeval aansprakelijke persoon
- de van vergoeding uitgesloten personen krachtens de volgens het land van het ongeval toepasselijke WAM
5° Geen schaderegelaar aangeduid door de verzekeraar
1) Indien het ongeval in België is overkomen
- de voor het ongeval aansprakelijke persoon, tenzij het een zwakke weggebruiker betreft (artikel 29bis wet van 21 november 1989)
- de krachtens de WAM van schadevergoeding uitgesloten personen
2) Indien het ongeval in het buitenland is overkomen ( zie hierboven blz. 4)
- de voor het ongeval aansprakelijke persoon
- de van vergoeding uitgesloten personen krachtens de volgens het land van het ongeval toepasselijke WAM
6° Niet-identificatie
1 )Indien het ongeval in België is overkomen
- de voor het ongeval aansprakelijke persoon, tenzij het een zwakke weggebruiker betreft (artikel 29 bis wet van 21 november 1989)
- het slachtoffer dat slechts stoffelijke schade heeft geleden ( de andere slachtoffers worden slechts vergoed voor de schade volgend uit lichamelijk letsel)
2 )Indien het ongeval in het buitenland is overkomen (zie hierboven blz. 4)
- de voor het ongeval aansprakelijke persoon
- de personen die van vergoeding zijn uitgesloten krachtens de wet die de tegemoetkoming bepaalt van het waarborgfonds van het land waar het ongeval zich heeft voorgedaan
7° Niet-verzekering
1) Indien het ongeval in België is overkomen
- de voor het ongeval aansprakelijke persoon, tenzij het een zwakke weggebruiker betreft
(artikel 29 bis wet 21 november 1989)
- de eigenaar van het voertuig waarvoor de verzekeringsplicht niet is nageleefd
- de verzekeringsnemer van dat voertuig
- de bestuurder, en de houder van dat voertuig indien zij er kennis van hadden dat de verzekeringsplicht niet werd nageleefd
- indien de eigenaar of de houder van dat voertuig een rechtspersoon is, de bestuurders, zaakvoerders en vennoten
- wanneer geen enkele verzekeringsonderneming werd geïdentificeerd binnen de 2 maanden na het ongeval : de personen uitgesloten van schadevergoeding krachtens de WAM
2) Indien het ongeval is overkomen in het buitenland ( zie hierboven blz.4)
- de voor het ongeval aansprakelijke persoon
- de van vergoeding uitgesloten personen krachtens de volgens het land van het ongeval toepasselijke WAM
d) Bewijslast
De benadeelde persoon welke in de hoedanigheid van gemotoriseerde weggebruiker (bestuurder) tegemoetkoming vraagt van het Fonds, moet de aansprakelijkheid aantonen van de bestuurder van het onbekend voertuig, het onverzekerde of gestolen voertuig, of moet het toevallig feit bewijzen door hetwelk de bestuurder van het veroorzakende voertuig vrijuit gaat.
De benadeelde persoon die de hoedanigheid heeft van zwakke weggebruiker, moet alleen de betrokkenheid aantonen van het onbekend voertuig, het onverzekerd of gestolen voertuig (artikel 29 bis wet van 21 november 1989).
e) Aangiftetermijn
Het slachtoffer moet het Fonds aanspreken binnen de 5 jaren na datum van het ongeval. Eenmaal deze termijn voorbij mag het Fonds de tegemoetkoming weigeren.Wanneer uit een gerechtelijke procedure of strafonderzoek naar behoren blijkt dat het ongeval te wijten is aan een toevallig feit, begint de termijn van 5 jaren slechts te lopen vanaf de dag volgend op die waarop de benadeelde daarvan kennis heeft gekregen.
Bij faillissement van de verzekeraar, gaat de termijn slechts in op de dag dat het bericht van faillissementsverklaring in het Belgisch Staatsblad verschijnt.
Bij intrekking of afstand van erkenning van de verzekeraar gaat de termijn in op de dag waarop de benadeelde de verzekeringsonderneming die de vergoedingen verschuldigd is, in gebreke heeft gesteld.
f) vergoedingsgronden
- lichamelijke schade : onbeperkt
- materiële schade : voor ongevallen overkomen voor 19 januari 2003 is een vrijstelling van 247,89 € toepasselijk, deze wordt niet vergoed indien het ongeval is veroorzaakt door een onbekend voertuig.
3.Stappen te ondernemen met het oog op tegemoetkoming
Het Fonds kan worden aangesproken, rechtsreeks door de benadeelde zelf of de rechthebbenden, hetzij door ieder persoon bevoegd om hen te vertegenwoordigen (verzekeraar, verzekeringstussenpersoon, advocaat)
4.Verplichtingen van de benadeelde persoon
- aan het waarborgfonds alle gevraagde inlichtingen verschaffen ( bij wijze van voorbeeld: medische bewijzen, personalia, inlichtingen omtrent de tegenpartij)
- Indien het Fonds erom verzoekt, een vordering instellen tegen de aansprakelijke dader
- Opdat het Fonds een tegemoetkoming zou kunnen verlenen voor lichamelijke schade moet er een proces-verbaal van politie zijn opgesteld binnen de 30 dagen na het ongeval.Uitzondering : indien wegens overmacht het niet mogelijk was voor de benadeelde om binnen de 30 dagen een klacht neer te leggen
5.De tegemoetkoming vanwege het Waarborgfonds
De op het Waarborgfonds toepasselijke wetgeving geeft geen toelichting aangaande de te volgen werkwijzen, uitgezonderd dat de aangifte moet gebeuren bij aangetekende brief en binnen een bepaalde termijn.
De vordering tegen het Fonds is in principe een burgerlijke vordering en het behoort de verzoeker toe te bewijzen dat hij onder de voorwaarden valt die een tegemoetkoming mogelijk maken.
Ten aanzien van de leek ( een privé-persoon) moet het Fonds een actieve rol vervullen en er zich niet toe beperken de door de verzoeker meegedeelde inlichtingen louter in ontvangst te nemen. Het Fonds zal de onderneming die weigert van waarborg te verlenen, ondervragen en toegang vragen tot het strafdossier, alsook alle wegen onderzoeken die kunnen leiden tot een tegemoetkoming van een verzekeraar.
De professionele verzoeker ( verzekeringsonderneming, of tussenpersoon) wordt geacht een volledig dossier in te dienen en alle elementen over te maken die aan het Fonds toelaten van een beslissing met kennis van zaken te nemen.
Het Fonds duidt eigen deskundigen aan, en neemt deel aan minnelijke of gerechtelijke expertises al naargelang het geval.
De genomen beslissingen kunnen in vraag worden gesteld voor de hoven en rechtbanken.
Het Waarborgfonds kan vrijwillig verschijnen in procedures aangaande ongevallen die kunnen leiden tot tegemoetkoming. De benadeelde kan de gedwongen tussenkomst van het Fonds eisen voor de hoven en rechtbanken.
Er bestaat geen onderscheiden regelgeving betreffende gerechtelijke procedures
6.Lijst van bewijsstukken te voegen bij de aangifte
Er bestaat geen regelgeving desbetreffend.
Het fonds kan echter slechts een dossier openen indien de hiernavolgende elementen worden meegedeeld:
- plaats en datum van het ongeval
- de identiteit van de benadeelde persoon en de vermoedelijke aansprakelijke dader ( tenzij in het geval van niet-identificatie)
Tenzij reeds van bij de aanvang de verzoeker de hiernavolgende stukken zou hebben overgemaakt, zal het Fonds een afdruk vragen van :
- het tegensprekelijk aanrijdingsformulier indien dit werd opgesteld
- de ongevalsaangifte van de benadeelde aan de eigen verzekeraar
- medische bewijsstukken betreffende de opgelopen letsels
- het expertiseverslag en het BTW attest
- de bevestiging van dekking van de schade , of de ontkenning daarvan, door een andere verzekering.
Het Fonds vraagt eveneens aan de benadeelde persoon een formulier in te vullen dat inlichtingen verschaft aangaande de basiselementen die de desgevallend aangeboden tegemoetkoming kunnen beïnvloeden.
bron GWF