Personen die zich vestigen in een woning waarin permanente bewoning niet is toegelaten om redenen van veiligheid, gezondheid, urbanisme of ruimtelijke ordening, kunnen enkel door de gemeente voorlopig worden ingeschreven in de bevolkingsregisters.
Hun inschrijving blijft voorlopig zolang de hiertoe bevoegde gerechtelijke of administratieve instantie geen beslissing of maatregel heeft genomen om een einde te maken aan de aldus geschapen onregelmatige toestand. De voorlopige inschrijving neemt een einde zodra de personen de woning hebben verlaten of een einde wordt gesteld aan de onrechtmatige toestand.
(artikel 1, §1, 1°, tweede lid, van de wet van 19 juli 1991 betreffende de bevolkingsregisters, de identiteitskaarten, de vreemdelingenkaarten en de verblijfsdocumenten en tot wijziging van de wet van 8 augustus 1983 tot regeling van een Rijksregister van de natuurlijke personen)
De beslissing waarbij de permanente bewoning niet is toegelaten om redenen van veiligheid, gezondheid, urbanisme of ruimtelijke ordening, wordt vastgesteld door de daartoe bevoegde gerechtelijke of administratieve instantie,
Deze regeling geldt dus onder meer ten aanzien van personen die weekend- en vakantieparken als hoofdverblijfplaats willen aangeven waar de permanente bewoning niet is toegelaten om urbanisme of ruimtelijke ordening en die dus aanspraak kunnen maken op een voorlopige inschrijving zolang de woning niet verlaten is of zolang geen einde wordt gesteld aan de onrechtmatige toestand.
Klachten tegen weigering voorlopige inschrijving:
Tegen een weigering tot voorlopige inschrijving kan er geen administratief beroep bij de Minister van Binnenlandse Zaken worden ingesteld maar zijn de gewone rechtbanken bevoegd. Betwistingen over een voorlopige inschrijving vallen niet onder artikel 8 van de wet van 19 juli 1991 aangezien het hier niet gaat over de realiteit van de hoofdverblijfplaats maar over het al dan niet voldoen aan de voorwaarden.
Uittreksel uit de wet van 19 juli 1991
betreffende de bevolkingsregisters