Naast de algemene informatieplicht bij het aangaan van alle contracten op grond van de verplichtingen van artikel 5.16 NBW (art. 1134 burgerlijk wetboek oud BW), voorzien ook tal van bijzondere wetten in aanvullende informatieplicht. Deze aanvullende informatieplicht is voornamelijk terug te vinden in het consumentenrecht.
Uittreksel uit het (nieuw) BWArt. 5.16. InformatieplichtenDe partijen verstrekken elkaar tijdens de precontractuele onderhandelingen de informatie die de wet, de goede trouw en de gebruiken, in het licht van de hoedanigheid van de partijen, hun redelijke verwachtingen en het voorwerp van het contract, hen opleggen te geven.
Art. 5.17. Precontractuele aansprakelijkheid
De partijen kunnen tijdens de precontractuele onderhandelingen jegens elkaar buitencontractuele aansprakelijkheid oplopen.
Bij foutief afbreken van onderhandelingen houdt deze aansprakelijkheid in dat de benadeelde persoon teruggeplaatst wordt in de situatie waarin hij zich zou hebben bevonden indien er niet zou zijn onderhandeld. Wanneer het rechtmatig vertrouwen is gewekt dat het contract zonder enige twijfel gesloten zou worden, kan deze aansprakelijkheid het herstel van het verlies van de verwachte netto-voordelen uit het niet gesloten contract inhouden.
De schending van een informatieplicht kan niet enkel leiden tot de precontractuele aansprakelijkheid maar ook tot de nietigheid van het contract indien voldaan is aan de vereisten bepaald in artikel 5.33."Uittreksel uit de Memorie van toelichting bij het wetsvoorstel houdende Boek 5 “Verbintenissen” van het Burgerlijk Wetboek5.16 Informatieplichten - Art. 5.16 Burgerlijk WetboekDit artikel is geïnspireerd op artikel 1112-1 C. civ. fr. (zie ook: A. DE BOECK, Informatierechten en -plichten bij de totstandkoming en uitvoering van overeenkomsten, Antwerpen, Intersentia, 2000, 572 p.; S. STIJNS, 1, 124-125, nr. 157; W. VAN GERVEN en A. VAN OEVELEN, 153; P. WÉRY, I, 151-153, nr. 126).Er geldt in het gemeen recht geen algemene informatieplicht: de partijen zijn niet verplicht elkaar alle informatie te geven die ze zelf hebben. Informatie moet dus alleen worden meegedeeld in de gevallen voorzien in deze bepaling, met name als de goede trouw het oplegt. Dat sluit niet uit dat partijen tijdens de onderhandelingen afspraken kunnen maken over de mee te delen informatie.Zie voor wettelijke informatieplichten, o.m. artikelen III.84 e.v., VI.2 en X.26 tot X.34 WER; artikel 7 van de wet van 22 augustus 2002 betreffende de rechten van de patiënt.Voor langs elektronische weg gesloten contracten door professionelen legt artikel XII.7 WER bijzondere informatieverplichtingen op.
5.17 Precontractuele aansprakelijkheid - Art. 5.17 Burgerlijk Wetboek
Dit artikel bevestigt en verduidelijkt het geldende recht inzake precontractuele aansprakelijkheid (zie: A. DE BOECK, Informatierechten en -plichten bij de totstandkoming en uitvoering van overeenkomsten, Antwerpen, Intersentia, 2000, nrs. 431-442; S. STIJNS, 1, 124, nr. 157 en 150, nr. 193; W. VAN GERVEN en A. VAN OEVELEN, 152-153).
Het eerste lid bevestigt het beginsel van de precontractuele aansprakelijkheid waarop de regels inzake buitencontractuele aansprakelijkheid van toepassing zijn, bijvoorbeeld ingeval van foutief afbreken van onderhandelingen of een schending van een informatieplicht. Bijgevolg leidt precontractuele aansprakelijkheid tot de verplichting om de door de andere persoon geleden schade te herstellen.
Het tweede lid is slechts van toepassing ingeval van foutief afbreken van onderhandelingen. Enkel het negatieve contractbelang komt in dit geval voor vergoeding in aanmerking, tenzij het rechtmatig vertrouwen gewekt is dat het contract zonder enige twijfel gesloten zal worden. In dat geval komt het positieve contractbelang voor vergoeding in aanmerking, zodat die vergoeding kan overeenstemmen met de verwachte netto-voordelen uit het niet gesloten contract (zie P. VAN OMMESLAGHE, I, nr. 339, p. 542 e.v.; contra: art. 1112 C. civ. fr.). In antwoord op de opmerkingen van de Raad van State lijkt het nuttig te preciseren dat dit slechts in uitzonderlijke omstandigheden zal kunnen plaatsvinden.
Enkel schade die in oorzakelijk verband staat met het foutief afbreken van de onderhandelingen komt voor vergoeding in aanmerking. Het herstel van het negatief contractbelang omvat bijvoorbeeld de gemaakte kosten die nutteloos geworden zijn en het verlies van een kans op een contract met een derde. Uitgaven die men sowieso gemaakt zou hebben, komen daarentegen niet voor vergoeding in aanmerking.
Informatieverplichting WER
Art. VI.2.[1 Vooraleer een consument wordt gebonden door een andere overeenkomst dan een overeenkomst op afstand of een buiten verkoopruimten gesloten overeenkomst, of [6 door een overeenkomst bedoeld in artikel VI.66, § 1, verstrekt]6 de onderneming de consument op duidelijke en begrijpelijke wijze de volgende informatie, indien die informatie al niet duidelijk is uit de context:
1° de voornaamste kenmerken van het product, op een wijze die is aangepast aan het gebruikte communicatiemiddel en aan het betrokken product;
2° de identiteit van de onderneming, onder meer haar ondernemingsnummer, haar handelsnaam, het geografische adres waar zij gevestigd is en haar telefoonnummer;
3° de totale prijs van het product, met inbegrip van alle belastingen, en alle diensten die door de consument verplicht moeten worden bijbetaald, of, als door de aard van het product de prijs redelijkerwijs niet vooraf kan worden berekend, de manier waarop de prijs moet worden berekend, en, desgevallend, alle extra vracht-, leverings-, of portokosten of, indien deze kosten redelijkerwijs niet vooraf kunnen worden berekend, in ieder geval het feit dat er eventueel dergelijke extra kosten verschuldigd kunnen zijn;
4° desgevallend, de wijze van betaling, levering, uitvoering, de termijn waarbinnen de onderneming zich verbindt het product te leveren en het beleid van de onderneming inzake klachtenbehandeling;
5° naast een herinnering aan het bestaan van de wettelijke waarborg van conformiteit [5 van de goederen, digitale inhoud en digitale diensten, bepaald door de artikelen 1649bis tot 1649nonies en 1701/1 tot 1701/19 van het oud Burgerlijk Wetboek]5, desgevallend het bestaan en de voorwaarden van diensten na verkoop en commerciële garanties;
6° desgevallend, de duur van de overeenkomst, of, wanneer de overeenkomst van onbepaalde duur is of automatisch verlengd wordt, de voorwaarden voor het opzeggen van de overeenkomst;
7° desgevallend, de verkoopsvoorwaarden, rekening houdend met de door de consument uitgedrukte behoefte aan informatie en met het door de consument meegedeelde of redelijkerwijze voorzienbare gebruik;
8° [6 desgevallend, de functionaliteit van goederen met digitale elementen, digitale inhoud en digitale diensten, met inbegrip van toepasselijke technische beveiligingsvoorzieningen;]6
9° [6 desgevallend, iedere relevante compatibiliteit en interoperabiliteit van goederen met digitale elementen, digitale inhoud en digitale diensten waarvan de onderneming op de hoogte is of redelijkerwijs kan worden geacht op de hoogte te zijn;]6]1
[2 10° [4 ...]4]2
[7 De Koning kan voor de producten die Hij aanwijst, nader bepalen welke aanvullende informatie de onderneming aan de consument verstrekt en op welke wijze deze informatie verstrekt wordt vooraleer deze gebonden is door een overeenkomst zoals bedoeld in het eerste lid. Hij kan ook het gebruik van een gestandaardiseerd informatiedocument opleggen.]7
----------
(1)<Ingevoegd bij W 2013-12-21/23, art. 3, 009; Inwerkingtreding : 31-05-2014>
(2)<W 2014-05-15/02, art. 40, 025; Inwerkingtreding : 01-10-2014; zie KB 2014-09-22/01, art. 1>
(3)<W 2015-12-18/17, art. 48, 029; Inwerkingtreding : 08-01-2016>
(4)<W 2019-05-02/28, art. 7, 077; Inwerkingtreding : 01-12-2019>
(5)<W 2022-03-20/05, art. 14, 106; Inwerkingtreding : 01-06-2022>
(6)<W 2022-05-08/01, art. 8, 107; Inwerkingtreding : 28-05-2022>
(7)<W 2022-09-25/14, art. 10, 120; Inwerkingtreding : 26-01-2023>
zie ook art. III.74 WER
Art. III.74. [1 § 1. Onverminderd bijzondere wettelijke en reglementaire voorschriften, stelt elke onderneming op een der wijzen vermeld in artikel III.75, de volgende gegevens ter beschikking :
1° haar naam of haar maatschappelijke benaming;
2° haar rechtsvorm;
3° het geografisch adres waar de onderneming is gevestigd;
4° haar adresgegevens, met inbegrip van haar eventueel e-mailadres, die een snel contact en een rechtstreekse en effectieve communicatie met haar mogelijk maken;
5° het ondernemingsnummer;
6° haar maatschappelijke zetel;
7° wanneer voor de activiteit een vergunningstelsel geldt, een vergunnings- of aangifteplicht, in overeenstemming met artikel 17 van de wet van 8 december 1992 tot bescherming van de persoonlijke levenssfeer ten opzichte van de verwerking van persoonsgegevens, de adresgegevens van de bevoegde autoriteit of het ondernemingsloket;
8° wat betreft de gereglementeerde beroepen :
a) de handelsvereniging of beroepsorganisatie waarbij de onderneming is ingeschreven;
b) de beroepstitel en de lidstaat waar die is verleend;
9° de algemene voorwaarden en de bepalingen die de onderneming in voorkomend geval hanteert alsmede de talen waarin deze algemene voorwaarden en bepalingen kunnen worden geraadpleegd;
10° het eventuele bestaan van door de onderneming gehanteerde contractbepalingen betreffende het op de overeenkomst toepasselijke recht of betreffende de bevoegde rechter;
11° het eventuele bestaan van een niet bij wet voorgeschreven garantie na verkoop;
12° de prijs van de dienst wanneer de onderneming de prijs van een bepaalde soort dienst vooraf heeft vastgesteld;
13° de belangrijkste kenmerken van de ondernemingsactiviteit;
14° de in artikel III.6 bedoelde verzekering of waarborgen, met name de adresgegevens van de verzekeraar of de borg en de geografische dekking.
§ 2. Wanneer de ondernemingen in een informatiedocument hun ondernemingsactiviteiten in detail beschrijven, nemen zij hierin informatie op over hun multidisciplinaire activiteiten en partnerschappen die rechtstreeks verband houden met de betrokken ondernemingsactiviteiten en over de maatregelen genomen ter voorkoming van belangenconflicten.]1
----------
(1)<Ingevoegd bij W 2013-07-17/32, art. 4, 007; Inwerkingtreding : 09-05-2014>
Art. III.75. [1 Op initiatief van de onderneming worden de gegevens bedoeld in artikel III.74 :
1° verstrekt aan de afnemer; of
2° voor de afnemer gemakkelijk toegankelijk gemaakt op de plaats waar de ondernemingsactiviteit wordt verricht of de overeenkomst wordt gesloten; of
3° voor de afnemer gemakkelijk toegankelijk gemaakt op een door de onderneming meegedeeld elektronisch adres; of
4° opgenomen in elk door de onderneming verstrekt informatiedocument waarin haar activiteiten in detail worden beschreven.]1
----------
(1)<Ingevoegd bij W 2013-07-17/32, art. 4, 007; Inwerkingtreding : 09-05-2014>
Art. III.76. [1 Op verzoek van de afnemer, verstrekt de onderneming de volgende aanvullende informatie :
1° wanneer de onderneming de prijs van een bepaald soort goed of dienst niet vooraf heeft vastgesteld, de prijs van het goed of de dienst of, indien de precieze prijs niet kan worden gegeven, de manier waarop de prijs wordt berekend, zodat de afnemer de prijs kan controleren, of een voldoende gedetailleerde kostenraming;
2° voor gereglementeerde beroepen, een verwijzing naar de geldende beroepsregels en de wijze waarop hierin inzage kan worden verkregen;
3° informatie over haar multidisciplinaire activiteiten en partnerschappen die rechtstreeks verband houden met het betrokken goed of de betrokken dienst, en over de maatregelen genomen ter voorkoming van belangenconflicten;
4° de gedragscodes die op de onderneming van toepassing zijn alsmede het adres waar zij elektronisch kunnen worden geraadpleegd en de beschikbare talen waarin deze codes kunnen worden geraadpleegd;
5° de vorige versies, die van toepassing waren op het ogenblik van de ondertekening van de overeenkomst, met de van toepassing zijnde begin- en einddatum, van de gegevens bedoeld in artikel III.74, 9°.]1
----------
(1)<Ingevoegd bij W 2013-07-17/32, art. 4, 007; Inwerkingtreding : 09-05-2014>
Art. III.77. [1 De informatie bedoeld in de artikelen III.74 en III.76 worden helder, ondubbelzinnig en tijdig voor de sluiting van enige overeenkomst of, indien er geen schriftelijke overeenkomst is, voor de levering van de goederen of verrichting van de dienst, meegedeeld of beschikbaar gesteld.]1
----------
(1)<Ingevoegd bij W 2013-07-17/32, art. 4, 007; Inwerkingtreding : 09-05-2014>
Art. III.78. [1 Elke onderneming heeft de plicht aan te tonen dat aan de eisen voorzien in de artikelen III.74 tot III.77 is voldaan en dat de verstrekte informatie juist is.]1
----------
(1)<Ingevoegd bij W 2013-07-17/32, art. 4, 007; Inwerkingtreding : 09-05-2014>
Art. III.79. [1 De bepalingen van deze afdeling doen geen afbreuk aan de bijkomende informatieverplichtingen die van toepassing zijn op ondernemingen die in België hun vestiging hebben.]1
----------
(1)<Ingevoegd bij W 2013-07-17/32, art. 4, 007; Inwerkingtreding : 09-05-2014>