De loutere verwijzing in een notariële akte naar een onderhandse titel verleent geen uitvoerbare kracht aan de onderhandse titel (Cass. 21 juni 1990, Arr.Cass. 1989, 1361).
Dit belet niet dat een de notariële akte niet alleen verwijst naar een onderhandse akte maar in de notariële akte de schuldvordering omschrijft die vervat is in de onderhandse overeenkomst. In dit geval levert de notariële akte (en dus niet de onderhandse akte) de uitvoerbare titel op van de verbintenis die eerder reeds in de onderhandse akte werd opgenomen (E. Dirix, Beslag in APR, p. 211, nr. 303).
De onderhandse akte die als bijlage bij een authentieke akte wordt gevoegd en mee voldoet om er een integraal deel van uit te maken en die mee voldoet aan de voorwaarden van authenticiteit van de notariële akte (mede ondertekend door de notaris na integrale of gedeeltelijke voorlezing en toelichting) heeft evenzeer uitvoerbare kracht (E. Dirix, Beslag, in APR, p. 198, nr. 253) .
Wanneer alle vormvoorschriften die vereist zijn voor de authenticiteit van notariële akte werden toepast op de aangehechte stukken dan vormen deze samen met de akte zelf één authentieke akte en zijn de aangehechte stukken even uitvoerbaar als de akte Maar de loutere aanhechting op zichzelf (toevoeging) maakt echter deze stukken niet authentiek.
Zo kunnen stukken aan een akte worden gehecht louter ter bewaring zonder dat deze bijlagen een authentiek karakter krijgen.
Voorwaarden waaraan bijlagen moeten voldoen om een authentiek karakter te bekomen en de uitvoerbaarheid ervan te waarborgen.
1) In de akte zelf moet uitdrukkelijk verwezen worden naar de aangehecht stukken;
2) In de akte moet uitdrukkelijk gesteld dat de aangehecht stukken samen met de akte zelf een geheel vormen;
3) Bij het slot van de akte wordt verwezen naar de voorlezing en toelichting en tevens naar de ondertekening van de aangehechte stukken.
4) Op de aangehechte stukken worden de vermeldingen aangebracht de stukken geparafeerd en ondertekenden werd om een geheel uit te maken met de akte, eventueel met vermelding van de datum van de akte en het repertoriumnummer zodat het duidelijk en direct verband tussen de juist aangegeven stukken wordt aangegeven.