De wet van 21 maart 2022 met betrekking tot het seksueel strafrecht decriminaliseert het sekswerk en voorziet in een aantal bepalingen met betrekking tot sekswerkers.
Klik hier voor de krachtlijnen van deze wet.
Voor zelfstandige sekswerkers decriminaliseert de wet van 21 maart 2022 de 'derde partijen".
Met derde partijen wordt bedoeld de dienstenverstrekkers zoals bankdirecteurs, boekhouders, advocaten, verzekeraars, verhuurders, die een rekening of een lening geven aan een sekswerker, de boekhouding verzorgen, adviezen verlenen, verzekeringen verschaffen, ruimtes verhuren. Ook deze derde partijen worden uit het strafrecht gehaald, zodat zelfstandige sekswerkers hun job kunnen omkaderen zoals andere zelfstandigen.
Wie een ruimte verhuurt met oog op prostitutie tegen abnormaal hoge prijzen of ander abnormaal profijt valt onder de toepassing van art. 380 Sw. Bij de beoordeling van het abnormaal profijt dat de exploitatie oplevert, dient niet enkel met het netto- winstcijfer rekening te worden gehouden.
Het begrip « abnormaal profijt »wordt door de wetgever aangewend in artikel 77bis, § 1bis Vreemdelingenwet en in artikel 380, § 1, 3°, van het Strafwetboek. De wetgever beoogde hoofdzakelijk een abnormale huurprijs en heeft niet het enkele begrip « nettowinst of belastbare winst » in aanmerking genomen, maar heeft de voorkeur gegeven aan het begrip « profijt », een begrip dat ruimer is en door de rechter ten gronde moet worden aangevuld, dat verder reikt dan het fiscale begrip winst en duidelijk verwijst naar de financiële voordelen en de activa in het algemeen die worden verkregen door abnormale huurprijzen die worden opgelegd aan vreemdelingen of aan prostituees.
Artikel 380, § 1, 3°, Strafwetboek dat bestraft hij die kamers of enige andere ruimte verkoopt, verhuurt of ter beschikking stelt met het oog op prostitutie met de bedoeling een abnormaal profijt te realiseren, vereist niet het bewijs dat de dader kennis heeft van enige uitbuiting.