Preview
Artikel 1432 B.W. bepaalt dat elk der echtgenoten vergoeding verschuldigd is ten belope van de bedragen die hij uit het gemeenschappelijk vermogen heeft opgenomen om een eigen schuld te voldoen, en, in het algemeen, telkens als hij persoonlijk voordeel heeft getrokken uit het persoonlijk vermogen.
De vergoeding mag overeenkomstig artikel 1435 van dat wetboek niet kleiner zijn dan de verarming van het vergoedingsgerechtigde vermogen, indien de in het vergoedingsplichtige vermogen gevallen bedragen en gelden echter gediend hebben om een goed te verkrijgen, in stand te houden of te verbeteren, zal de vergoeding gelijk zijn aan de waarde of de waardevermeerdering van dat goed, op het ogenblik van de ontbinding van het stelsel indien het zich op dat tijdstip in het vergoedingsplichtige vermogen bevindt.
Hieruit volgt:
Indien een lening werd aangegaan om een eigen onroerend goed te verkrijgen, in stand te houden of te verbeteren leidt de afbetaling van die lening door het gemeenschappelijk vermogen krachtens voormeld artikel 1435 tot een vergoeding gelijk aan de waarde of de waardevermeerdering van dat goed, daar het gemeenschappelijk vermogen rechtstreeks heeft bijgedragen tot ...