Joke BAECK, Restitutie na nietigverklaring of ontbinding van contracten in het nieuw BW, RW 2022-2023, 1643
1. Inleiding
I. Behoud terugwerkende kracht van de nietigverklaring en de ontbinding van contracten
2. Plan
A. Principe: terugwerkende kracht van de nietigverklaring en de ontbinding van een contract
3. Principe: terugwerkende kracht van de nietigverklaring en de ontbinding
4. Terugwerkende kracht: begrip -
1. Terugwerkende kracht: gevolgen tussen partijen
5. Terugwerkende kracht: gevolgen tussen partijen
2. Terugwerkende kracht: gevolgen voor derden
6. Plan
a. Nadelige gevolgen voor derden
7. Terugwerkende kracht: nadelige gevolgen voor derden
b. Goederenrechtelijke en verbintenisrechtelijke derdenbeschermingsmechanismen
8. Tempering van de nadelige gevolgen van de terugwerkende kracht voor derden
9. Bescherming van derde-verkrijgers van zakelijke rechten op roerende goederen (artikel 3.28 BW) -
10. Bescherming van derde-verkrijgers van zakelijke rechten op onroerende goederen via kantmelding (artikel 3.34, lid 2 BW) -
11. Derdenbescherming bij ontbinding (roerende en onroerende goederen) (artikel 3.17, lid 1 BW) -
12. Artikel 3.17, lid 1 BW: ook van toepassing bij nietigverklaring? -
13. Derdenbescherming bij ontbinding van een verkoop van een onroerend goed (artikel 28 Hyp.W.)
14. Derdenbescherming bij ontbinding van een verkoop van een roerend goed (artikel 20, 5°, lid 7 Hyp.W.)
15. Nieuwe vorm van derdenbescherming bij ontbinding: artikel 5.95, lid 3 BW -
B. Uitzonderingen op de terugwerkende kracht van de ontbinding
16. Plan
17. Uitzondering op de terugwerkende kracht van de ontbinding voor deelbare contracten
18. Deelbare contracten
19. Terugwerkende kracht tot op de datum van de tekortkoming die tot de ontbinding aanleiding gaf
2. Uitzondering ten aanzien van derden te goeder trouw
20. Uitzondering op de terugwerkende kracht van de ontbinding ten aanzien van derden te goeder trouw
21. Derden te goeder trouw
22. Verhouding tot de reeds bestaande mechanismen van derdenbescherming
II. Wettelijke regeling van de restitutie na nietigverklaring of ontbinding van een contract
23. Nieuw: uitdrukkelijke wettelijke regeling van de restitutie na nietigverklaring of ontbinding -
A. Recht op restitutie: ontstaan en verjaring
24. Ontstaan van het recht op restitutie
25. Verjaring van de vordering tot restitutie
B. Goede trouw
26. Belang
27. Invulling
C. Vorm van de restitutie
28. Basisprincipes en plan
1. Ontvangen prestatie bestond uit een goed
29. Basisprincipes).
a. Goed nog aanwezig in het vermogen van de restitutieschuldenaar
30. Principe: restitutie in natura
31. Gedeeltelijk verlies van het ontvangen goed
32. Uitzondering: gedeeltelijk verlies door overmacht
33. Gedeeltelijk verlies door overmacht: bijkomende vereiste van deelbaarheid van het ontvangen goed?
34. Economische waardeschommelingen
35. Verbeteringen
36. Uitzondering: rechtsmisbruik
b. Goed niet meer aanwezig in het vermogen van de restitutieschuldenaar
37. Restitutie in waarde
38. Invulling waardebegrip
39. Economische waardeschommelingen
40. Uitzondering: verlies door overmacht
c. Vruchten en opbrengsten
41. Lot van de vruchten
42. Vruchten en opbrengsten
43. Genot van het ontvangen goed
d. Uitgaven voor bewaring
44. Noodzakelijke uitgaven voor bewaring
2. Ontvangen prestatie bestond uit een geldsom
45. Monetair nominalisme
46. Interest
3. Ontvangen prestatie bestond uit een doen of niet-doen
47. Restitutie in waarde
48. Invulling waardebegrip
D. Volgorde van restituties
49. Volgorde van restituties
50. Exceptie van niet-uitvoering
E. Uitzonderingen op de restitutieplicht na nietigverklaring
51. Overzicht
1. Weigering van restitutie bij opzettelijke inbreuk op de openbare orde
52. Wettelijke verankering van het adagium in pari causa -
53. Toepassingsvoorwaarden
54. Facultatief karakter
55. Weigering van restitutie op grond van het algemeen beginsel fraus omnia corrumpit?
2. Bescherming van onbekwamen
56. Bescherming van onbekwamen
Conclusie
57. Conclusie
58. Tot slot: toepassing in de tijd
Overige rechtsleer