Termijn van wraking
zie Artikel 833 Ger.W. "Hij die een wraking wil voordragen, moet dit doen voor de aanvang van de pleidooientenzij de redenen van wraking later zijn ontstaan.
Wanneer de redenen van wraking later zijn ontstaan (dus na de pledooien, dient de wraking onverwijld te worden voorgedragen. Met "onverwijld" wordt hierbij bedoeld: "van zodra de grond van wraking bekend is (Cass. 31/01/2003, A.C. 2003, 289).
In een arrest van het Hof van Cassatize van 12 maart 2010, A.C. 2010, 747 wordt dit verdr verduidelijkt als volgt: "zodra de partij die zich erop beroept ervan op de hoogte is en, in elk geval, voor de sluiting van het debat".
De wraking is het recht aan elke procespartij toegekende om te weigeren gevonnist te worden door één of meerdere redenenvan het bevoegde gerecht op basis van gegronde motieven" Aldus kan wraking niet meer worden voorgedragen eens er een uitspraak is tussengekomen..
Zie ook Hof van Beroep Gent, 18 april 2013, NJW, 2014/296, 136 (Alwaar het Hof de stelling van Cassatie volgde en eraan toevoegde dat eens er een uitspraak gewezen is , een partij geen dadelijk belang meer heeft bij een wraking conform de bepalingen van artikel 17 en 18 Ger.W. Zie ook noot onder dit arrest van C. Van Severen, Wraking, NJW 2014/296, 136