Preview
Een loutere tuchtrechterlijke sanctie die geen strafrechtelijk karakter heeft en noch een geldboete, een vrijheidsberoving of een specifiek beroepsverbod voor een lange periode inhoudt, belet volgens het Hof van Cassatie in haar arrest van 25.02.2014, RABG 2015/1 met noot van Peter Hoet, een tuchtrechterlijke vervolging , niet.
In casu oordeelde het Hof van Cassatie dat zelfs een tuchtrechterlijke schorsing met gedeeltelijk salarisverlies en uiteindelijk ontslag niet kon aanzien worden als een strafsanctie.
De sanctie betrof een gemeenteambtenaar waarbij het Hof van Cassatie stelde dat de inbreuk op artikel 282 van de nieuwe gemeentewet die in casu van toepassing was geen betrekking heeft op alle burgers, maar zich slechts richt tot een beperkte categorie van personen met name de leden van het gemeentepersoneel.
Het algemeen rechtsbeginsel “non bis in idem” werd ook vastgelegd in artikel 14, 7. IVBPR en in artikel 4,1.7de aanvullend protocol IVRM.
Maar het Hof van Cassatie oordeelt in haar voormeld arrest dat dit algemene rechtsbeginsel, noch de voormelde bepalingen beletten een strafvervolging en een veroordeling na een tuchtprocedure waarin een einduitspraak is gewezen, wanneer die tuchtprocedure niet ...