Spontane bekentenissen, medewerking aan het onderzoek, bereidheid om het slachtoffer te vergoeden en inzicht in de eigen levensstructuur en persoonlijkheidsstructuur en bereid zijn hierin de nodige correcties aan te brengen zijn de basisbouwstenen van een pleidooi over de strafmaat.
Natuurlijk is de strafrechter niet naïef en weet deze welke argumenten vaak standaard worden aangehaald. Dat ze aangehaald worden blijft evenwel belangrijk teneinde de rechter de gelegenheid te verschaffen met verzachtende omstandigheden rekening te houden. Daarnaast kan de wijze waarop deze argumenten van 13 uit een dozijn een verschil maken.
Het vrijwillig voorafgaand aan de procedure volgen van een therapie maakt indruk en geeft blijk van schuldinzicht zo ook een voorafgaande regeling dan wel reeds eerste afkorting op de regeling van de schade van de burgerlijke partij. Het betuigen van spijt is dan de verwachte kers op de taart.
Excuses worden best geuit en spijt wordt inderdaad best getoond. Wordt dit niet geuit dan mag een tirade verwacht worden dat er zelfs geen grammetje spijt wordt betuigd. Worden excuses geuit dan worden ze vaak ofwel niet aanvaard, ofwel zijn ze te laat en zelden worden ze aanzien als oprecht.
Het stereotiep antwoord op excuses is dat deze niet oprecht zijn en dat spijt vooral het spijt betreft van de dader dat hij betrapt werd. Dit kan gecounterd door de verwachte reactie zelf vooraf in de mond te nemen en deze reeds vooraf te weerleggen dan wel te ontmoeten.
Schelden, beledigen, zedepreken, bedreigen, grimassen, we zien ze dagelijks in de woorden of uitingen van rechters... Niettegenstaande de macht van de rechter ver gaat, toch is zijn bevoegdheid en dus ook zijn macht beperkt tot hetgeen in de wet staat en nergens in het wetboek staat er iets over verbale of non verbale toevoegingen aan een rechterlijke uitspraak. Hoeksteen van het strafrecht is dat er geen straf bestaat behoudens deze die in de wet is bepaald. Zo kennen we gevangenisstraffen, geldboeten, werkstraffen, rijverbod, verbeurdverklaringen... maar we kennen geen publieke beledigingen meer in ons strafrecht. Let wel, dit heeft ooit bestaan in een aantal rechtstelsel, zo ook bij ons in de middeleeuwen met bijvoorbeeld de schandpaal. Doch deze straffen kennen we niet meer in onze rechtstaat. We kennen in staten die het EVRM eerbiedigen geen lijfstraffen en dus ook geen psychische straffen zoals beledigingen meer.
Deze uitspraken en gedragingen maken geen motivering uit. Motiveringen staan in het vonnis of het arrest. Evenmin maken zij de verpakking uit van een straf. Straffen worden niet verpakt. Evenmin maken zij een begeleiding uit of dragen zij bij aan de preventieve functie. De wet bepaalt zelfs hoe er begeleid wordt en hoe ze de preventie organiseert en de strafrechter kreeg hierbij geen taak toebedeeld. De rechter heeft geen andere bevoegdheid dan te onderzoeken, vrij te spreken of te veroordelen. Niets meer, niets minder.
Sommige strafrechters menen een eigen appendix aan het strafwetboek te kunnen toevoegen en beseffen niet dat hun uitspraken en houdingen daadwerkelijk bijkomende straffen uitmaken die diepe wonden kunnen slaan in geest en zelfs vlees van hun rechtsonderhorigen.
De betere rechtvaardige rechter spreekt recht uit zonder haat en zonder vrees en zonder zijn eigen emotie te tonen. De rechter past de wet toe. De enige plaats waar de strafrechter een bedenking mag en kan geven bij zijn uitspraak is voor het Hof van assisen. Enkel daar voorziet de wet in een rechterlijke aansporing. Zie artikel 396 tweede lid. Strafwetboek: "Na uitspraak kan de voorzitter naar gelang van de omstandigheden de beschuldigde aansporen tot moed, tot gelatenheid of tot verbetering van zijn gedrag. "
Toch zijn er nog steeds rechters die hun emoties de vrije loop laten gaan. Zo zagen we nog op de TV in de reeks de rechtbank een rechter die na een uiting van spijt door een beklaagde stelde "Weet ge wat spijt is, spijt is verstand dat te laat komt". Het verstand kwam te dezen duidelijk van de beklaagde die in een grotere wijsheid antwoordde met een eenvoudige "ik weet het", hetgeen zijn zaak diende. Het was het verstand van de rechter dat hier te laat kwam. Maar dit is misschien eigen aan het medium TV. Misschien heeft de rechter zich ter zitting onmiddellijk haar houding rechtgezet.
Een andere maal meende een rechter voor de correctionele rechtbank in Oudenaarde bij een vrijspraak te moeten stellen: "Wij spreken u vrij maar dit neemt niet weg dat de rechtbank bedenkingen heeft bij uw gedraging", waarbij deze uitspraak zelfs in de pers verscheen. Daar waar de vrijspraak na een jarenlange tergend onderzoek met onterechte valse betichtingen en bijhorend leed een pleister op de wonde kon zijn die justitie had toegebracht aan de vrijgesproken man (het parket tekende geen beroep aan), meende de strafrechter nog eens in de wonde te moeten duwen. De rechter in kwestie kreeg herhaaldelijk de gelegenheid zijn spijt te betuigen en zijn excuses aan te bieden. Hij deed het niet. Spijt is verstand dat te laat komt...
Met recht werken... het vergt een dik vel... zeker in een wereld waar sinds het Bologna decreet ethiek een minder belangrijke plaats in de opleiding recht heeft gekregen en er anders dan bij de opleiding voor artsen er geen lessen worden gegeven over
attitude van de beoefenaars van het recht. Deze attitude vergt niet alleen rechtschapenheid, maar ook empathie, veruitwendiging van neutraliteit, bescheidenheid, matigheid, hoffelijkheid, voornaamheid, wijsheid en het kunnen omgaan met macht en controle houden over taal en lichaamshouding.