Het een nieuw artikel 29quater van de wet van 16 maart 1968 betreffende de politie over het wegverkeer voorziet voor het Vlaamse gewest in de bestuurlijke beteugeling van snelheidsovertredingen als alternatief voor de strafrechtelijke beteugeling.
Deze beteugeling is evenwel afhankelijk van voorafgaande opname in een politiereglement door de gemeenteraad.
Deze mogelijkheid bestaat echter enkel voor beperkte e snelheidsovertredingen, met overschrijdingen van de toegelaten maximumsnelheid met niet meer dan 20 kilometer per uur met een technische tolerantiemarge van 6 kilometer per uur voor snelheden tussen 30 en 100 kilometer per uur.
Deze mogelijkheid is verder bepekt tot plaatsen met snelheidsbeperkingen tot 30 of 50 kilometer per uur.
De gemeentelijke GAS-boete kan opgelegd op lokale of gewestelijke wegen. Zij kan niet toegepast worden in woonerven, waar de toegelaten snelheid is beperkt tot 20 kilometer per uur.
De overtredingen moeten worden vastgesteld met automatisch werkende toestellen die volledig worden gefinancierd door de lokale overheid.
De beteugeling via GAS moet beperkt blijven tot meerderjarigen en rechtspersonen.
De GAS-boete mag niet gelijktijdig een andere overtreding vastgesteld worden.
Art. 29quater_VLAAMS_GEWEST.
[1 § 1. De gemeenteraad kan in zijn reglementen of verordeningen administratieve geldboetes bepalen voor beperkte snelheidsovertredingen in welk geval die overtredingen niet strafrechtelijk worden bestraft.
§ 2. De gemeenteraden kunnen alleen administratieve geldboetes als vermeld in paragraaf 1 bepalen als al de volgende voorwaarden vervuld zijn:
1° het betreft een overschrijding van de toegelaten maximumsnelheid met niet meer dan 20 kilometer per uur;
2° de snelheidsovertredingen worden begaan op een plaats waar de snelheid beperkt is tot 30 of 50 kilometer per uur;
3° het gaat om snelheidsovertredingen vastgesteld volgens de voorwaarden, vermeld in artikel 62, met uitzondering van het zesde en achtste lid, met automatisch werkende toestellen als vermeld in hetzelfde artikel, die volledig worden gefinancierd door de lokale overheid;
4° de snelheidsovertredingen worden begaan door meerderjarige natuurlijke personen of door rechtspersonen;
5° er wordt niet gelijktijdig een andere overtreding vastgesteld.
§ 3. De bedragen van de administratieve geldboetes die de gemeenteraad in zijn reglementen of verordeningen bepaalt, zijn gelijk aan de bedragen die de Vlaamse Regering bepaalt ter uitvoering van artikel 65, § 1, tweede lid.
De administratieve geldboete wordt betaald op de wijze die in het betalingsverzoek is bepaald.
§ 4. Het proces-verbaal van de overtreding wordt binnen veertien dagen nadat de overtreding is vastgesteld, aan de sanctionerend ambtenaar, vermeld in artikel 6 van de wet van 24 juni 2013 betreffende de gemeentelijke administratieve sancties, bezorgd.
Binnen veertien dagen na de dag waarop de sanctionerend ambtenaar het proces-verbaal heeft ontvangen, bezorgt hij dat proces-verbaal samen met de vermelding van het bedrag van de administratieve geldboete aan de overtreder.
De overtreder betaalt de administratieve geldboete binnen dertig dagen na de kennisgeving ervan, tenzij de overtreder binnen die termijn zijn schriftelijke verweermiddelen bezorgt aan de sanctionerend ambtenaar.
Als de sanctionerend ambtenaar de verweermiddelen onontvankelijk of ongegrond verklaart, brengt hij de overtreder daarvan op de hoogte binnen dertig dagen met de vermelding van de administratieve geldboete die moet worden betaald.
De administratieve geldboete wordt betaald binnen dertig dagen na de kennisgeving van de beslissing, vermeld in het vierde lid.
Als de sanctionerend ambtenaar binnen dertig dagen na de dag waarop hij de verweermiddelen van de overtreder heeft ontvangen, de verweermiddelen van de overtreder niet onontvankelijk of niet ongegrond verklaart, worden die verweermiddelen geacht aanvaard te zijn.
De beslissing om een administratieve geldboete op te leggen, heeft uitvoerbare kracht als ze definitief geworden is. De voormelde beslissing is definitief op een van de volgende tijdstippen:
1° dertig dagen na de kennisgeving van de administratieve geldboete, vermeld in het tweede lid, als er geen beroep is aangetekend;
2° dertig dagen na de kennisgeving van de beslissing, vermeld in het vierde lid, als er geen beroep is aangetekend.
§ 5. Tegen een beslissing waarbij een administratieve geldboete wordt opgelegd, kan degene aan wie de boete is opgelegd, binnen een maand na de kennisgeving van de beslissing volgens de burgerlijke procedure beroep aantekenen bij de politierechtbank.
De politierechtbank oordeelt over de wettelijkheid en de proportionaliteit van de opgelegde administratieve geldboete. Hij kan de opgelegde administratieve geldboete bevestigen of herzien. De beslissing van de politierechtbank is niet vatbaar voor hoger beroep.
§ 6. Als de sanctionerend ambtenaar tijdens de procedure, vermeld in paragraaf 4, vaststelt dat de voorwaarden om een administratieve geldboete op te leggen, vermeld in paragraaf 2, niet vervuld zijn, brengt hij de vaststeller van de overtreding daarvan op de hoogte zodat de strafrechtelijke procedure kan worden gevolgd. Met het oog hierop kan een protocol worden opgesteld tussen de betrokken diensten en overheden.
§ 7. De relevante persoons- en informatiegegevens, bedoeld in artikel 44, § 2, eerste lid, van de wet van 24 juni 2013 betreffende de gemeentelijke administratieve sancties, worden opgenomen in het register van gemeentelijke administratieve sancties, vermeld in artikel 44, § 1, van dezelfde wet.
§ 8. De vordering tot voldoening van de administratieve geldboete verjaart na vijf jaar vanaf de datum waarop zij betaald moet worden. De verjaring kan gestuit worden op de wijze en onder de voorwaarden, vermeld in artikel 2244 tot en met 2250 van het Burgerlijk Wetboek.
§ 9. De gemeente kwalificeert als verwerkingsverantwoordelijke in de zin van artikel 4, 7), van de verordening (EU) 2016/679 en voldoet aan de verplichtingen vervat in artikel 26 van de verordening (EU) 2016/679 die in dat verband op haar rusten.
De gemeente en de sanctionerende ambtenaar verzamelen en verwerken slechts die persoonsgegevens die noodzakelijk zijn om de overtreder te identificeren en noodzakelijk zijn voor de controle en de sanctionering van de snelheidsovertreding.
De verzamelde gegevens worden bewaard voor een periode van zes jaar.]1
----------
(
1)<DVR
2020-10-09/08, art. 6, 051; Inwerkingtreding : onbepaald>