DE RECHTEN VAN OUDEREN VAN DAGEN
Oudere mensen hebben geen andere rechten dan andere burgers. Zij hebben identiek dezelfde rechten. Er is dan ook geen enkel juridisch statuut van de ouder wordende persoon. Meer zelfs de beperking van rechten van ouderen zou strijdig zijn met de wet en de gelijkheid van de Belgen voor de wet.
Ouderen van dagen zijn derhalve volwaardige burgers die met respect voor hun rechten dienen bejegend te worden.
Weliswaar hebben oudere personen andere problemen dan jongere personen waardoor bepaalde rechtsregels voor hen bijzondere aandacht verdienen.
U bent gehuwd en uw huwelijkspartner is niet meer in staat zijn wil kenbaar te maken
Wanneer uw huwelijkspartner fysiek of geestelijk niet meer in de mogelijkheid verkeert om op geldige wijze zijn wil te uiten, kan u uw advocaat verzoeken een procedure in te stellen voor de Vrederechter van uw laatste echtelijke verblijfplaats. De Vrederechter kan u dan machtigen om de geldsommen die derden aan u verschuldigd zijn geheel of ten dele te ontvangen ten behoeve van de huishouding en dit op grond van art. 220 § 3 B.W.
UW HUWELIJKSPARTNER IS NIET MEER IN STAAT ZIJN WIL TE KENNEN TE GEVEN EN U ZOU DE GEZINSWONING WILLEN VERKOPEN
Stel dat uw huwelijkspartner dement geworden is en u al dan niet samen met hem verkiest om verder verblijf te houden in een bijzondere instelling wat zeer hoge kosten met zich kan meebrengen. In deze gevallen is het vaak noodzakelijk dat de gezinswoning kan verkocht worden. De gezinswoning kan echter volgens de wet niet verkocht worden zonder de instemming van de andere echtgenoot. Uw advocaat kan een procedure inleiden voor de Rechtbank van Eerste Aanleg op grond van art. 220 §1 B.W. De Rechtbank van Eerste Aanleg kan u dan machtigen om deze handeling alleen te verrichten.
STEL DAT UW ECHTGENOOT NIET MEER IN STAAT IS OM ZIJN WIL TE KENNEN TE GEVEN EN U EEN ALGEMENE BEVOEGDHEID WENST TE BEKOMEN OM ZIJN RECHTEN UIT TE OEFENEN
Dit kan van belang zijn voor het beheer van het patrimonium, de ontvangst van gelden of welke andere burgerlijke verrichting ook.
In dit geval kan u uw advocaat verzoeken dat de rechtbank van eerste aanleg u aanstelt om in de plaats te worden gesteld voor de uitoefening van de bevoegdheden van uw huwelijkspartner.
Uzelf kan reeds een lasthebber aanduiden voor het geval u later ook niet meer in staat zou zijn om uw wil te uiten. Raadpleeg hiertoe uw advocaat. Let wel, een dergelijke volmacht kan u maar geldig verlenen op het ogenblik dat u zelf nog in staat bent om uw wil te kennen te geven. De ouder wordende burger die geen huwelijkspartner meer heeft aan wie hij een dergelijke lastgeving kan geven heeft er derhalve alle belang bij om een tijdige lastgeving te verlenen. Een advocaat kan perfect als uw lastgever optreden.
UW KINDEREN VERZETTEN ER ZICH TEGEN DAT U OPNIEUW ZOU HUWEN
oplossingen: wet Valkeniers beperking erfrecht echtgenoot in aanwezigheid van kinderen uit vorige relatie
DE BEWINDVOERDER
Naast de aanstelling van de andere huwelijkspartner of een lasthebber bestaat de mogelijkheid om een bewindvoerder te laten aanstellen t.a.v. meerderjarige personen die wegens een blijvende of tijdelijke verzwakking van geestestoestand of lichaamstoestand niet meer in staat zijn om zelf hun goederen te beheren.
Dit kan onder meer het geval zijn bij wankele geestestoestand, vermindering van geheugen en concentratie, de ziekte van Alzheimer, dementie, bewustzijnsverlies, coma.
Deze procedure kan evenwel niet gebruikt worden om een louter ouder wordende persoon onder voogdij te stellen, b.v. uit vrees dat een nieuwe relatie of inwonende persoon een al te grote invloed zou hebben. Evenmin kan de procedure worden aangewend in geval van het verlies aan spraak, gehoor of zicht zonder dat de geestestoestand geschonden wordt.
Elke belanghebbende kan een dergelijke procedure laten instellen voor de Vrederechter tot aanstelling van een voorlopige bewindvoerder. Deze voorlopige bewindvoerder kan een familielid zijn, een vzw, een OCMW, een advocaat, een notaris
Zelfs de Procureur des Konings zou de aanstelling kunnen vragen van een voorlopige bewindvoerder, maar ook de huwelijkspartner, de levenspartner, een familielid, een vriend, een buur, een huisdokter, een directeur van een bejaardentehuis, maar ook de te beschermen persoon zelf.
Deze procedure wordt bij verzoekschrift ingeleid en wordt best opgesteld door een advocaat gelet op een hele reeks vereisten waaraan dit verzoekschrift dient te voldoen. Bij dit verzoekschrift dient een geneeskundige verklaring gevoegd te worden die niet ouder is dan 15 dagen en die de gezondheidstoestand van de te beschermen persoon aanduidt. De geneesheer die dit attest opstelt mag geen dokter zijn die verbonden is aan de instelling alwaar de te beschermen persoon verblijft. Wanneer de te onderzoeken persoon weigert zich door de geneesheer te laten onderzoeken die door de verzoeker wordt aanzocht, volstaat het dat de dokter vermeldt dat de patiënt weigert zich medisch te laten onderzoeken. In dit geval zal de Vrederechter zelf een dokter aanstellen zonder dat hierbij dwang kan worden gebruikt.
Op grond van zijn innerlijke overtuiging zal de Vrederechter oordelen over de gevorderde maatregelen. Hierbij zal hij alle dienstige inlichtingen inwinnen en zonodig iedereen horen die ter zake volgens de Vrederechter bijkomende gegevens kan verschaffen.
Eens het verzoek dus neergelegd zal de griffier de te beschermen persoon en diens huwelijkspartner oproepen bij gerechtsbrief. De Vrederechter zal hen horen met gesloten deuren. De persoon die het verzoek heeft neergelegd kan zich laten bijstaan of vertegenwoordigen door zijn advocaat. Ook de te beschermen persoon kan zich laten bijstaan door een advocaat.
Wanneer de Vrederechter meent dat rekening houdende met de gezondheidstoestand van de te beschermen persoon en diens vermogen de aanstelling van een voorlopige bewindvoerder zich opdringt, zal deze een bewindvoerder aanstellen. Zijn keuze zal hierbij uitgaan zo mogelijk naar de echtgenote, een familielid of een vertrouwenspersoon. In geval van discussie wordt vaak een advocaat door de Vrederechter aangesteld.
Niemand is verplicht de opdracht van de Vrederechter te aanvaarden. De door de Vrederechter aangestelde bewindvoerder kan dus zonder problemen de opdracht weigeren. Gelet op de nieuwe wetgeving ter zake is het ook begrijpelijk dat heel wat gewone burgers een dergelijke opdracht weigeren en verkiezen dat een advocaat die vertrouwd is met de wetgeving dit mandaat uitoefent.
De bewindvoerder die door de Vrederechter werd aangesteld zal dan de goederen van de te beschermen persoon beheren als een goede huisvader. De bewindvoerder kan niet op eigen initiatief tot verkoop overgaan, leningen aangaan, een hypotheek toestaan, een nalatenschap, een schenking of een legaat aanvaarden, contracten aangaan, dadingen sluiten. Hiertoe zal de bewindvoerder de machtiging nodig hebben van de Vrederechter die toeziet op het belang van de te beschermen persoon.
De bewindvoerder dient zich daadwerkelijk te bekommeren over het lot van de te beschermen persoon. Dit vanzelfsprekend binnen de perken van de mogelijkheden. De bewindvoerder dient aldus de uitgaven te doen die op passende wijze de verzorging van de te beschermen persoon verzekeren. De woning en de huisraad dienen zolang mogelijk ter beschikking te blijven van de te beschermen persoon. Wanneer de woning van de te beschermen persoon dient verkocht te worden (b.v. bij een opname in een bejaardentehuis) zal de bewindvoerder hiertoe de toestemming dienen te vragen aan de Vrederechter.
Bepaalde goederen zoals persoonlijke voorwerpen die geen patrimoniale waarde hebben mogen door de bewindvoerder zelfs niet verkocht worden.
De bewindvoerder wordt wel degelijk gecontroleerd. Op het einde van zijn mandaat zal de voorlopige bewindvoerder aan de Vrederechter rekenschap dienen te geven van zijn beheer. Bovendien heeft ook de te beschermen persoon recht om rekenschap te krijgen, behoudens wanneer deze niet meer in staat is om zijn wil kenbaar te maken.
Ook de bewindvoerder kan plots niet meer in staat zijn om zijn opdracht verder uit te oefenen. In dit geval kan de Vrederechter voorzien in diens vervanging.
De bewindvoerder kan bij een beslissing van de Vrederechter een vergoeding bekomen. Deze vergoeding is evenwel geplafonneerd tot 3% van de inkomsten van de te beschermen persoon.
Psychiatrische opname onder dwang
Wanneer een persoon ernstig geestesziek is waarbij diens toestand een beschermingsmaatregel vereist gelet op diens gezondheid en diens veiligheid voor zichzelf en anderen en er bovendien geen andere geschikte behandelingen voor handen zijn, kan een procedure gestart worden tot gedwongen opneming ter observatie in een psychiatrische instelling. Een dergelijke procedure wordt ingeleid voor de Vrederechter van de woonplaats van de betrokkene. Een dergelijke procedure kan door een belanghebbende worden ingesteld maar wordt ook vaak door de Procureur ingesteld na klacht. Vanzelfsprekend dient bij een dergelijke procedure een psychiatrisch verslag gevoegd te worden.
WAT IS ERFENISBEJAGING
De oudere burger krijgt soms te maken met al te vriendelijke zorgverleners of familieleden die middels manoeuvres een erfenis trachten binnen te halen. Onder erfenisbejaging wordt verstaan het creëren van omstandigheden door derden waardoor een erflater bewogen wordt om in het voordeel van deze derden een testament te maken.
Voorbeelden :
- valse beloften;
- creëren van een band van afhankelijkheid;
- het onmogelijk maken van contact met de andere erfgenamen;
- lasterlijke uitspraken t.a.v. andere erfgenamen;
- verduistering van briefwisseling;
- ongeoorloofde inmenging in het beheer van het patrimonium van de erflater.
Voor zover erfenisbejaging kan worden bewezen kan het testament worden aangevochten op grond van een wilsgebrek. Een onderscheid dient evenwel gemaakt te worden tussen die personen die louter goede zorgen hebben verschaft aan de erflater waardoor de erflater meende hen te moeten begiftigen middels een testament.
Voorwaarden van de erfenisbejaging is wel degelijk een manoeuvre, een list, leugens, fraude, kortom een beperking van de beslissingsvrijheid van de erflater.
Dokters in de genees- heel- en verloskunde, officieren van gezondheid en apothekers die een persoon hebben behandeld gedurende de ziekte waaraan hij overleden is, kunnen geen voordeel genieten van beschikkingen onder levenden of bij testament die hij in de loop van de ziekte ten hunnen behoefte mocht hebben gemaakt. Ook beheerders en personeelsleden van rustoorden, rust- en verzorgingstehuizen als mede van om het even welke collectieve woonstructuur ook voor bejaarden kunnen voordeel genieten van beschikking onder de levenden of bij testament die een persoon die in hun instelling heeft verbleven gedurende zijn verblijf aldaar ten hunnen behoeve mocht hebben gemaakt.
Eén en ander wordt aldus gesteld door art. 909 B.W. waaraan dit zelfde artikel een aantal uitzonderingen koppelt.
Wie als familielid geconfronteerd wordt met erfenisbejaging van derden raadpleegt best zo vlug mogelijk een advocaat teneinde op die gronden het testament te kunnen aanvechten.
Indien u zelf het slachtoffer bent van erfenisbejaging, raadpleegt u best zo vlug mogelijk een advocaat. Uw advocaat zal u desnoods komen opzoeken in het rustoord waarna passende beschermende maatregelen kunnen genomen worden.
ONDERHOUDSPLICHT
De ouder wordende persoon heeft een onderhoudsplicht t.a.v. zijn kinderen. Dit voor zover de ouder wordende persoon beschikt over een vermogen en het kind in een staat van behoeftigheid verkeert. Omgekeerd zijn ook de kinderen onderhoudsplichtig t.a.v. hun ouders voor zover de ouders behoeftig zijn en de kinderen beschikken over een vermogen.
Voor zover een ouder wordende persoon behoeftig is en hun kinderen deze behoeftigheid bij gebrek aan vermogen niet kunnen opvangen, kan de grootouder zich richten tot het vermogende kleinkind om een onderhoudsvordering in te stellen.
Omgekeerd kan een behoeftig kleinkind met onvermogende ouders zich richten tot gebeurlijk vermogende grootouders teneinde een onderhoudsgeld te bekomen.
MISHANDELING VAN BEJAARDEN
De ervaring leert dat bejaarden vaak het slachtoffer zijn van mishandeling. Deze mishandeling gebeurt vaak door eigen familieleden of door verzorgers. Wanneer u als bejaarde met dergelijke feiten geconfronteerd wordt, raadpleegt u best zo vlug mogelijk uw huisarts. U kan u huisarts vragen uw advocaat te contacteren indien u zelf hiertoe niet in staat bent. T.a.v. dergelijke feiten zal elke goede advocaat onmiddellijk en kordaat handelen.
Mishandelingen t.a.v. bejaarden zijn in het merendeel strafbaar en kunnen aanleiding geven tot ernstige vervolging.
LIJFRENTE
De verkoop op lijfrente is ideale techniek voor oudere personen zonder erfgenamen om een mogelijkheid te scheppen om zich van een extra (belastingvrij) pensioen te voorzien en tegelijkertijd het genot van hun vertrouwde woning te bewaren.