Het gebeurt dat een schuldenaar die zijn schuld wil voldoen botst op de weigering of het verzuim van zijn schuldeiser; ook kan het gebeuren dat hij het spoor van die schuldeiser bijster is.
Art. 5.211 (nieuw) Burgerlijk Wetboek en volgende geven een overzicht van de verschillende manieren waarop deze schuldenaar zich desondanks kan bevrijden van zijn verbintenis.
In tegenstelling tot andere buitenlandse rechtsstelsels omvat het oud Burgerlijk Wetboek geen bepaling betreffende het verzuim van de schuldeiser. Het bevat enkel de procedure van aanbod van gerede betaling, gevolgd door consignatie (art. 1257 e.v.). Deze procedure is evenwel omslachtig en nodeloos ingewikkeld; ook heeft zij nu enkel betrekking op de geldelijke verbintenissen en de verbintenissen met betrekking tot de afgifte van een zeker roerend voorwerp
Het (nieuw) BW, stelt een alomvattend systeem voor, dat tegelijk minder formalistisch is dan de procedure van aanbod van gerede betaling, gevolgd door consignatie.
De schuldeiser kan enkel in gebreke gesteld worden indien hij de betaling vanwege de schuldenaar belemmert. Die belemmering kan verband houden met het feit dat hij de betaling niet in ontvangst neemt of dat hij dit verhindert door zijn daad (bijvoorbeeld de bouwheer die zijn medecontractant de toegang tot de werf weigert).
De daad van de schuldeiser die aan de basis van de belemmering ligt, hoeft niet noodzakelijk een fout te zijn. De schuldenaar kan de schuldeiser evenwel niet in gebreke stellen wanneer diens onthouding of belemmering ingegeven is door een wettige reden (bijv. wanneer de schuldeiser verneemt dat het te overhandigen goed gestolen werd of dat de herkomst van het geld, dat de schuldenaar hem wil afgeven, in strijd is met de antiwitwas-wet van 11 januari 1993).
De vorm, net als de inhoud, van de ingebrekestelling is vrij. Wel is het noodzakelijk dat de schuldeiser op zekere wijze eruit kan opmaken dat hij in gebreke gesteld wordt om de nakoming te aanvaarden of mogelijk te maken.
Uittreksel uit het (nieuw) BW
Art. 5.211. Beginsel
Wanneer de schuldeiser, op de vervaldag en zonder wettige reden, zich ervan onthoudt de hem verschuldigde prestatie te ontvangen of dat verhindert door zijn daad, kan de schuldenaar hem in gebreke stellen voor het aanvaarden ervan of voor het mogelijk maken van de uitvoering ervan.
Art. 5.212. Verbintenis tot betaling van een geldsom
Indien aan de belemmering geen einde is gekomen binnen een redelijke termijn te rekenen van de ingebrekestelling, kan de schuldenaar van een verbintenis tot de betaling van een geldsom het bedrag ervan consigneren bij de Deposito- en Consignatiekas.
De consignatie bevrijdt de schuldenaar vanaf de kennisgeving ervan aan de schuldeiser.
Art. 5.213. Verbintenis om een voorwerp te overhandigen
Indien aan de belemmering geen einde gekomen is binnen een redelijke termijn te rekenen van de ingebrekestelling, kan de schuldenaar, wanneer de verbintenis betrekking heeft op de overhandiging van een voorwerp, het in bewaring geven bij een professionele sekwester.
Indien de inbewaringgeving onmogelijk of te duur is, kan de rechter de openbare of onderhandse verkoop van het voorwerp toelaten. Na aftrek van de kosten van de verkoop, wordt de prijs ervan geconsigneerd bij de Deposito- en Consignatiekas.
De inbewaringgeving en de consignatie bevrijden de schuldenaar vanaf de kennisgeving ervan aan de schuldeiser.
Art. 5.214. Verbintenis tot een andere prestatie
De schuldenaar van een andere prestatie dan de prestatie tot het betalen van een geldsom of het overhandigen van een voorwerp kan via het gerecht de veroordeling van de schuldeiser eisen om de prestatie te ontvangen.
Art. 5.215. Andere gevolgen van het verzuim
Het verzuim van de schuldeiser verhindert het lopen van de interest die de schuldenaar verschuldigd is.
Het bevrijdt de schuldenaar van het herstel van de schade die voortvloeit uit de latere vertraging bij de nakoming van de verbintenis.
Het legt de risico's bij de schuldeiser, zo hij ze niet reeds draagt.
Het houdt evenwel geen onderbreking of schorsing van de verjaring in.
Art. 5.216. Kosten
De redelijke kosten van de ingebrekestelling alsook die van de consignatie of inbewaringgeving zijn ten laste van de schuldeiser.