Het slachtoffer van een onrechtmatige daad heeft recht op vergoeding voor de hulp die het nodig heeft van een derde persoon, ongeacht de manier waarop deze hulp hem verstrekt wordt, zelfs wanneer deze vrijwillig wordt verstrekt door familieleden.
Eens de schadevergoeding betaald, mag het slachtoffer erover beschikken zoals hij dat zelf wil. Hij mag, net zoals voor elk ander goed, deze schadevergoeding aanwenden voor om het even welk doel. Zie ook artikel 83 van de wet van 25 juni 1992 op de landverzekeringsovereenkomst.
Grootouder die na het overlijden van hun dochter bij een verkeersongeval vrijwillig hun kleinzoon onder hun hoede namen, kunnen voor de meerinspanningen die zij deden voor hun kleinkind, en vergoeding vorderen van degenen die aansprakelijk zijn voor de dood van diens moeder. Pol.rb. Brugge, 27/10/2004, RW 2006-2007, 807.
Rechtspraak Cass. 06/11/2001, R.W. 2001-2002,1466
en Cass. 30/11/1977, Arr. Cass. 1978, 368, Pas. 1978, I, 351 en R.W. 1978-79, 1157.
Rechtsleer: Het beginsel van de vrije beschikking over de schadevergoeding en de begroting van de schade in geval van hulp van derden.
De vrijwillige hulp door familieleden, Inge De Braekeleer in jura Falconis
Zie ook: schadevergoeding voor vrijwillige prestaties, Ingrid Boone, NJW 149,741