Een vordering tot rooien van bomen kan ingesteld op grond van artikel 3.134 van het nieuw burgerlijk wetboek (het vroegere artikel 37 van het veldwetboek)
De rechter beveelt de verwijdering wanneer de voordelen van de bomen voor hun eigenaar niet opwegen tegen de ernstige nadelen van de duur. Wanneer een deskundig verslag stelt dat het snoeien van de bomen de levensvatbaarheid van de bomen bedreigt, kan het rooien principieel niet als rechtsmisbruik worden aangehaald wanneer de private nadelen op zichzelf voldoende belangrijk zijn om rechtsmisbruik uit te sluiten.
De lagere rechtspraak in Luik meende dat het rechtsmisbruik alsnog een rekening kon worden gebracht door te verwijzen naar het algemeen belang van de stedelijke omgeving van de stad Luik waarbij het kappen van een aantal bomen dit stedelijk belang zou schaden.
Deze rechtspraak werd hervormd door het Hof van Cassatie stellende dat een rechter de proportionaliteit van de uitoefening van een recht niet kan beoordelen wanneer een private persoon een recht inroept ten aanzien van een andere private persoon.
Algemeen belang mag immers niet in rekening worden genomen bij de beoordeling van particuliere belangen tussen partijen en al zeker niet bij een evenredigheidstoets inzake rechtsmisbruik.
Aldus lijk het er op het eerste zicht op dat het Hof van Cassatie ingaat tegen de bepalingen van de wetgever die stellen in artikel 3.133 van het nieuwe Burgerlijk wetboek dat bij de beoordeling van het rechtsmisbruik rekening kan houden met het algemeen belang als criterium voor de beoordeling ervan.
Toch betekent dit niet dat de uitspraak van het Hof van Cassatie ingaat tegen de bepalingen van de wet. Het algemeen belang is immers geen eigen belang in de zin van artikel 17 gerechtelijk wetboek (zie cassatie 19 november 1982, rechtskundig weekblad 1983,84: 2029 met noot Laenens (Eikendaekarrest)).
Hiermee wordt met zoveel woorden gesteld dat de behartiging van het algemeen belang enkel toekomt aan de overheid en dus aan het Openbaar Ministerie. Niets belet dat met het algemeen belang wordt rekening gehouden bij de beoordeling van rechtsmisbruik, doch in dit geval dient dit door de overheid zelf ingeroepen en niet door de particulier.
Voor de beplantingen ontstaan voor 1 september 2021 (waarop de oude wet ingevolge de overgangsbepalingen van het nieuwe burgerlijk wetboek nog van toepassing zijn) wordt het al zo goed als onmogelijk om nog rechtsmisbruik in te roepen tegen een vordering tot rooien.
Zie arrest van het Hof van Cassatie 22 november 2021, zoals besproken in de juristenkrant van 24 november 2021 op pagina 3 en 6 in de bijdrage van Johan van de Voorde, cassatie verfijnt rechtspraak overplaats van algemeen belang bij rechtsmisbruik .
Weze opgemerkt dat het verbod op rechtsmisbruik ook een mogelijkheid biedt om een vordering af te wijzen voor het verstrijken van de verjaringstermijn en een vordering toe te wijzen na het verstrijken van de wettelijk omschreven verjaringstermijn.