De rechten van de vrouw waren zeker niet aantrekkelijk voor de wetswijziging 1958 en 1976.
Onder de code Napoleon was de man het gezinshoofd. De gehuwde vrouw was gehoorzaamheid aan de man verschuldigd en was handelingsonbekwaam in die zin dat zij geen rechtshandelingen kon stellen zonder toestemming van de man, die het huwelijksvermogen bestierde. Deze onbekwaamheid vloeide volgens de opstellers van de code voort uit de "natuurlijke superioriteit van de man", het gegeven dat "elke vereniging nu eenmaal een baas nodig had" en de vrouw diende "beschermd" te worden net zoals minderjarigen en zwakzinnigen. Zie:Portalis: “L’autorité maritale est fondée sur la nécessité de donner dans une société de deux individus, la voix pondérative à l’un des associés et sur la prééminence du sexe auquel cet avantage est attribué...L’administration du mari doit être sage et sa surveillance modérée, l’influence du mari se résout bien plus en protection qu’n autorité (M. LOCRÉ, Législation civile, commerciale et criminelle ou commentaire et complément des codes français, I, Brussel, Librairie de jurisprudence H. Tarlier, 1836, 165-174).
Deze macht van de man kreeg de term maritale macht, als zijnde de macht van de man als hoofd van de echtvereniging over de persoon en goederen van de vrouw.
Enkele voorbeelden van de maritale macht van de man onder de code Napoleon:
• de de man staat aan het hoofd van de echtvereniging
• de man beslist of de vrouw een beroepsactiviteit mag uitoefenen
• de man heeft het recht toezicht te houden op de persoonlijke omgang van zijn vrouw en haar verbieden bepaalde personen te zien
• de man kan de briefwisseling van zijn vrouw controleren
• de man kiest de echtelijke woonplaats en de vrouw is gehouden om met haar man samen te wonen en hem te volgen waar hij het nodig acht
• de gehuwde vrouw mag niet in rechte verschijnen zonder machtiging van haar man (Wanneer de vrouw vervolgd wordt in strafrechtelijke zaken is de machtiging niet vereist).
• de vrouw kan niet niet geven, vervreemden, met hypotheek bezwaren noch een schenking of een erfenis aangaan, zonder de schriftelijke toestemming of de medewerking in de akte van haar man
de man had onder de code Napoleon als tegenprestatie de plicht zijn vrouw te ontvangen en haar alles te verschaffen wat nodig is voor de levensnoodwendigheden, overeenkomstig zijn mogelijkheden en staat.
De emancipatie van de gehuwde vrouw gebeurde in 3 grote stappen:
1. de wet van 20 juli 1932
Deze wet brengt een aantal wijzigingen brengt aan in het hoofdstuk betreffende de wederzijdse rechten en plichten van de echtgenoten, waardoor de vrouwen werden beschermd tegen een aantal misbruiken van mannen en nadat ingevolge enkele wetgevende initiatieven de vrouwen reeds werd toegelaten een beroepsactiviteit uit te oefenen, weze het nog mits instemming van de man en ze sinds 1900 een spaarboekje op haar naam mocht openen bij de ASLK, naast een aantal wetten die vrouwen toelating zonder machtiging van hun man handelingen mocht stellen met betrekking tot haar onroerend goed om handel te drijven, en als getuige op te treden bij... notariële akten.
Ingevolge deze wet kon de gehuwde vrouw alleen in rechte verschijnen voor de geschillen tussen de echtgenoten, in alle gedingen die betrekking hebben op de goederen waarvan ze het bestuur heeft en in de geschillen omtrent de rechten die haar toegekend worden voor de uitoefening van haar beroep.
Ingevolgde deze wet wordt bepaald dat indien de man afwezig is of veroordeeld is tot een straf, de vrouw zonder machtiging van haar man in rechte kan verschijnen, kan contracteren en een beroepsactiviteit kan uitoefenen.
Ingevolgde deze wet bestaat de mogelijkheid voor de vrouw om zich tot de rechtbank te wenden zodra haar man misbruik maakt van zijn maritale macht of zijn plichten niet nakomt.
Ingevolgde deze wet zijn beide echtgenoten verplicht om bij te dragen in de lasten van het huishouden. Indien één van de echtgenoten dat niet doet kan de andere gemachtigd worden door de vrederechter om sommen te ontvangen die normaal in ontvangst zouden moeten worden genomen door de echtgenoot die zijn plicht niet nakomt.
Ingevolgde deze wet is de voorzitter van de rechtbank van eerste aanleg bevoegd om dringende en voorlopige maatregelen te nemen. en kan vrederechter maatregelen nemen indien de man misbruik maakt van zijn maritale macht.
Ingevolgde deze wet krijgt de vrouw uitsluitende bevoegdheden van genot, beheer en beschikking over de voorbehouden goederen. Dit zijn de goederen die verbonden zijn aan het uitoefenen van een beroepsactiviteit door de vrouw. Deze goederen worden als afzonderlijk gezien en worden gescheiden van de goederen van de gemeenschap
2. de wet van 30 april van 1958
Deze wet schaft de de maritale macht af en maakt de gehuwde vrouw handelingsbekwaam
Deze wet heeft echter weinig gevolgen gezien deze wet geen hervorming inhield van het huwelijksvermogensrecht en de handelingsbekwaamheid geen gevolg had voor het huwelijksvermogen.
Deze wet werd ingepast in het Burgerlijk Wetboek als een geheel onder de artikelen 212 tot 226. De artikelen 226bis tot 226septies BW zijn tijdelijke bepalingen die zullen vervallen bij het in werking treden van de nieuwe wet op het huwelijksvermogensrecht. Niemand had verwacht dat dit huwelijksvermogensrecht pas in juli 1976 zou worden aangepast.
Ingevolgde deze wet wordt de samenwoningsplicht wederkerig.
Ingevolgde deze wet wordt de echtelijke woonplaats samen gekozen, tenzij bij onenigheid in welk geval de man beslist.
Ingevolge deze wet is het mogelijk voor de vrouw een woonplaats te hebben die niet deze van de man is.
Ingevolge deze wet wordt de bepaling afgeschaft waarin stond dat de man aan zijn vrouw bescherming en de vrouw aan haar man gehoorzaamheid verschuldigd is.
Ingevolge deze wet heeft de vrouw het recht een ambt, een beroep, een handels- of nijverheidsactiviteit uit te oefenen, zonder toestemming van haar man of van de rechtbank en mag ze nu ook ook voogd worden zonder machtiging van haar echtgenoot. Toch blijft de man het hoofd van de gemeenschap in het wettelijk stelsel, hij oefent alleen de ouderlijke macht uit.
Ingevolge deze wet heeft de man geen toezicht meer op de briefwisseling en de persoonlijke omgang van de vrouw.
Ingevolge deze wet is de vrouw rechts- en handelingsbekwaam geworden en kan ze vrij in rechte verschijnen.
Na deze wet ontstaat een hevige discussie over de interpretatie van een aantal bepalingen. Teneinde op dit punt rechtszekerheid te brengen werd op 22 juni 1959 het stelsel van scheiding van goederen hervormd, waardoor zeer duidelijk wordt gesteld dat de vrouw gescheiden van goederen hetzij door een huwelijkscontract, hetzij door een gerechtelijke beslissing, de volledige uitoefening van haar handelingsbekwaamheid bezit
3. de wet van 14 juli 1976
Deze wet hervormt huwelijksvermogensstelsels en realiseert de volledige gelijkheid tussen man en vrouw verwezenlijkt.
Nog sporen van de onbekwaamheid in het straatbeeld en in oude documenten
We kunnen dit zelfs op het straatbeeld terugvinden wanneer sommige benamingen van oude fabrieken beginnen met de letter “v”.
Deze v staat niet voor "vereniging" of "verenigde" maar voor “Veuve”. De champagneliefhebbers kennen zeker de Veuve Clicquot. Maar kennen wellicht ook tal van andere commerciële benamingen waar de naam weduwe of veuve met enige fierheid gebruikt wordt.
Historische achtergrond hiervan is dat een vrouw na het overlijden van haar man terug handelingsbekwaam was en zij op die wijze heel duidelijk kon maken dat zij een dame was bekleed met alle rechten. Welnu, de wetgever heeft in verschillende stappen tussen 1958 en 1976 ervoor gezorgd dat vrouwen ingevolge het huwelijk hun rechten niet langen verloren, waarbij alle oude huwelijkscontracten werden opgeheven en vervangen door het wettelijk stelsel zoals dit vervangen werd in het burgerlijk wetboek. Aldus werden de rechten van de mens en de rechten van de vrouw gerespecteerd zonder dat er een individuele tussenkomst nodig was.
Toch werd er een mogelijkheid geschapen om onder bepaalde strikte voorwaarden het oude stelsel aan te houden, recht waarvan zelden of nooit gebruik werd gemaakt.
Op tal van gemeentehuizen zijn er nog gigantische voorraden van oude trouwboekjes aanwezig.
Deze trouwboekjes zijn vaak luxe-uitgaven waarvoor men meer dient te betalen dan voor een gewoon trouwboekje, sommige zijn zelfs in het leer ingebonden met het wapenschild van de gemeente en dateren van de jaren 50 en 60.
Het wordt echt lachen geblazen wanneer de ambtenaar van burgerlijke stand de rechten en verplichtingen aan de echtgenoten op de dag van vandaag voorleest op basis van hetgeen in het huwelijksboekje van die jaren staat.
Stel u voor dat u als vrouw geconfronteerd wordt met een ambtenaar van de burgerlijke stand die bij het burgerlijk huwelijk aan u verklaart dat u door dit huwelijk handelingsonbekwaam wordt en uw volledig vermogen bestierd zal worden door uw echtgenoot. Menige vrouw diende gerust gesteld te worden en meer dan 1 vrouw heeft even geaarzeld, vooral wanneer de ambtenaar van burgerlijke stand die geen jurist is, niet in staat is om de nodige uitleg te verschaffen, namelijk dat de voorlezing van de huwelijksplichten geen wettelijk formalisme uitmaakt, in die zin dat de partijen door deze voorlezing gehouden zijn. Zij zijn enkel gehouden door hetgeen in de wet staat op dat ogenblik. Wie weet… is dit niet autobiografisch?