Wanneer heeft de agent recht op commissie wanneer de klant betaalt met gespreide betalingen.
Vooreerst dient nagegaan onder welke wetgeving het contract valt en wat de contractuele termen voorzien.
De Belgische wet voorziet:
De commissie is opeisbaar zodra en voor zover een van de volgende omstandigheden zich voordoet :
1° de principaal heeft de overeenkomst uitgevoerd of had, krachtens de overeenkomst met de derde, zijn contractuele verplichtingen moeten nakomen;
2° de derde is zijn contractuele verplichtingen nagekomen.
De commissie is uiterlijk opeisbaar wanneer de derde zijn deel van de overeenkomst heeft uitgevoerd of had moeten uitvoeren, indien de principaal zijn deel had uitgevoerd.
De commissie wordt uiterlijk op de laatste dag van de maand volgend op het kwartaal waarin zij opeisbaar is geworden, betaald.
Op basis hiervan kan de stelling verdedigd dat de commissie verschuldigd is omdat de principaal zijn verplichtingen is nagekomen. De agent is (behoudens andersluidende bepaling in het contract) immers niet verantwoordelijk voor de betalingen.
Wanneer we ons baseren op de uitvoering door de klant maakt de wet geen onderscheid tussen gedeeltelijke en gehele uitvoering en kan verdedigd worden dat bij gedeeltelijke uitvoering ontstaat het recht op commissie naar verhouding. Indien de commissie opeisbaar is op het ogenblik van de betaling door de klant, zal een deel van de commissie moeten betaald worden indien de eindklant een deel van de prijs betaald heeft.
Het strekt tot aanbeveling de hypothese van de partiële betaling en de afbetaling door de klant te voorzien in het agentuurcontract of in een aanhangsel op het contract.