Recht en geweld
Hoe controversieel ook dienen we te beseffen dat de grondslag van het recht, geweld is, terwijl anderzijds het recht een antwoord is op het zelfde geweld.
Het huidige recht is niet uit het niets ontstaan, het gaat terug op de vestiging van de Belgische staat die met geweld werd werd afgedwongen, het gaat terug op de Napoleontische codificaties, die met geweld en verovering werden ingevoerd, terug op canonieke teksten, Keizerlijke decreten van overheersers.
Elke staat wil echter onmiddellijk zijn bestaan legitimeren en in in stand houden waartoe recht onontbeerlijk is. Als legitimatie van de macht is het recht repressief tegen elke opstand tegen deze macht.
Anderzijds is het recht een instrument van maatschappelijke ordening, als antwoord op de eigenrichting en het geweld. Naast en los van het positieve geldende recht, is er de perceptie van recht en rechtvaardigheid, het natuurrecht en het recht van hogere orde. In deze hogere rechtsorde kan er een recht op geweld bestaan dat indruist tegen het heersende recht, wanneer de staat het karakter rechtstaat verliest.
De perceptie van het recht
Elke burger en rechtsonderhorige heeft een perceptie van het recht. In deze perceptie hoort recht rechtvaardig te zijn. Maar wat rechtvaardig is, is een ethisch en niet juridisch begrip dat bovendien bepaald wordt door individu, groep, cultuur, moment, filosofie, religie. En aangezien rechtvaardigheid een perceptie is, is zij zelfs van mens tot mens verschillend en hebben zelfs gestoorde personen en criminelen een vaak even gestoorde gevaarlijke perceptie van rechtvaardigheid.
Wanneer deze gestoorde percepties niet door een collectieve groepshysterie zijn teweeggebracht (bv. de criminele uitspattingen tijdens de repressie met het kaalscheren van vrouwen en het verbranden van woningen), dienen deze gezocht binnen het brein. Wij zijn immers niets meer en niets minder dan een brein, waarbij we afhankelijk zijn van de constructie van onze hardware (onze hersenen), de ene al beter geconstrueerd dan de andere en de software ondermeer gevoed door onze opvoeding, onderwijs, ervaringen, geschiedenis en onze omgeving die we waarnemen met input devices, zoals ogen, oren, gevoel, neus, tong. Input devices die echter verre van perfect zijn, ons vaak misleiden, al dan niet opgeslagen worden, al dan niet correct worden opgeslagen, al dan niet correct worden bewaard.
De vrije wil in de zin van onbevangen van elke externe of interne invloed ontdane mogelijkheid om keuzes te maken is dus een illusie. Dit betekent niet dat we ondanks het filosofisch materialisme geen keuzes kunnen maken en dat we niet de indruk kunnen hebben van vrijheid bij deze keuzes (Kierkegaard).
Ook het kwade en zelfs het onrecht kan een perceptie hebben van recht en rechtvaardigheid, die kan neerkomen op een perceptie van het recht op wraak, vergelding, eigenrichting of eigen andere deviante ordening.
In het recht kennen we rechtvaardigingsgronden en verschoningsgronden. Sommige eigen percepties worden aldus wettelijk erkend, zoals het recht op zelfverdediging wanneer men in de eigen perceptie fysiek bedreigd wordt, hetgeen resulteert in een vrijspraak, of de provocatie die resulteert in strafvermindering.
Het recht kent zelfs de onweerstaanbare drang op grond waarvan vrijspraak kan bekomen worden, weze het dat deze slechts zelden en onder zeer strikte voorwaarden wordt aanvaard door de gewone rechtbanken en iets meerdere mate kans maakt voor het hof van assisen.
Er bestaat bij een burger een ondermeer subjectief gevoel van onrecht, wanneer:
• de toegang tot de rechter niet verzekerd is;
• de rechter in de perceptie van de veroordeelde ten onrechte/verkeerd oordeelt of overbestraft;
• wanneer de rechtsonderhorige zijn argumenten niet beantwoord ziet;
• wanneer uitspraken onuitvoerbaar zijn of niet worden uitgevoerd;
• wanneer ernstige feiten niet vervolgd worden en straffen niet worden uitgevoerd;
• wanneer er een gevoel is van onmenselijkheid en het niet meer kunnen krijgen van een nieuwe kans;
• wanneer de rechtsgang tergend traag is;
• wanneer hij het gevoel heeft dat er andere invloeden hebben meegespeeld en bv. plots op het internet vaststelt dat rechter X lid is van dezelfde Rotaryclub, Lionsclub, loge ...) als de advocaat van de tegenpartij alwaar het lidmaatschap synoniem staat voor onvoorwaardelijke vriendschap;
• wanneer de burger zichzelf of zijn advocaat op de rechtbank onvoldoende gehoord zag of met disrespect werd benaderd;
Wanneer de burger het al dan niet correcte gevoel krijgt dat hij geen recht krijgt of verkeerd recht gekregen heeft kan deze op die manieren reageren:
• Hij aanvaardt dat het recht des mensens is en niet over goddelijke middelen beschikt, dat mensen zich kunnen vergissen; dat het recht een door de maatschappij aanvaarde feilbare procedure is om geschillen te regelen en berust;
• Hij blijft via het recht naar andere mogelijkheden zoeken;
• Hij koestert wrok en haat tegen recht, rechters, advocaten, wet, overheid, tegenpartij en neemt het recht soms in eigen handen;
Het is opvallend dat op plaatsen waar het recht en het gezag plots wegvalt, onmiddellijk het recht van de straat geldt, waarin alle oude afrekeningen worden vereffend met het meest brute geweld en op basis van kunstmatig gevoede haat er zelfs genocide kan optreden.
Voorbeelden:
• Genocide Joegoslavië
• Genocide in Rwanda
Maar het meest beangstigend is de confrontatie met plegers van genocide.
De criminologische wetenschap heeft aangetoond dat de massamoordenaars van de concentratiekampen, de massamoordenaars (vaak kindsoldaten) in Rwanda, de uitvoerders van de genocide in Joegoslavië verassend "gewone" mensen bleken, die niet voldeden aan het klassieke patroon van crimineel. De massahysterie, de rassenhaat, het racisme, bracht hen tot een declick, waarbij zij op het ene moment de meest gruwelijke daden stelden en daarna als van een dagtaak terug naar huis gingen, liefdevol voor hun kinderen en huwelijkspartner zorgden, plezier maakten, uitsapjes pleegden.
Een en ander maakt de daden op zich nog afschrikwekkender. Zeker wanneer we beseffen dat het kwaad geen entiteit is die buiten ons bestaat maar in meerdere of mindere onderdrukte wijze in elk mens zit.
Het bewijs hiervan wordt bewezen door de neurologie:
Wanneer bepaalde delen van de hersenen beschadigd of gestimuleerd worden kan dit resulteren in het meest onbegrijpelijke gedrag.
Wie in bejaardenhuizen werkt of er vaak komt ken de demente mannen die met hun broek op hun enkels achter de verpleegsters hollen en hun levenslang zeer voorname burgers zijn geweest.
Mensen met hersenletsel, kunnen plots compulsief, impulsief en gevaarlijk gedrag vertonen.
Alcoholmisbruik gaat juist hand in hand met snelheidsmisdrijven, maar ook met geweldmisdrijven, kan resulteren in het syndroom van Korsakov met verregaande gedragsstoornissen.
Echtparen die jarenlang harmonieus en liefdevol hebben samengeleefd kunnen bij dementie bijzonder agressief worden tegenover mekaar, met messen achter mekaar zitten, de begrafenisondernemer opbellen in plaats van de ziekenwagen bij een beenbreuk door partnergeweld.
Middels drugs en alcohol worden morele waarden van strijdende troepen weggeveegd om ze vlak voor de aanval tot moordmachines te maken.
De drift van de demente die met enkels op de broek verpleegsters lastig viel bestond misschien ook tijdens zijn leven, maar hij had een werkend normen en waardensysteem waardoor dit in bedwang werd gehouden.
Het killersinstinct is een instinct tot zelfbehoud in elk mens aanwezig verborgen in het oerbrein, dat door het wegvallen van bepaalde functies in de hersenen, door brainwashing, conditionering tot leven kan komen.
Het roedelinstinct, het volgen van de leider en van de groep is een instinct dat veel hoger aan de oppervlakte ligt en zeer gemakkelijk kan aangewakkerd worden.
Het bewijs hiervan vraagt geen grote criminologische kennis:
• Een drugprobleem op een school is in de regel geen individueel probleem van een leerling maar van een hele klas.
• Wanneer er gepest wordt op de werkvloer, drijven pesters collega's mee, zodat het pestgedrag het gedrag van een heel bedrijf (of toch een groot deel van de werknemers kenmerkt).
• Godsdienstfanatisme met gewelddadige uitspattingen van kruistochten tot Jihad, zijn daden waartoe wordt opgeroepen en waarbij honderdduizenden volgen.
• Racisme is een keuze voor de eigen soort en de eigen clan, is eigen volk eerst, is een oerinstinct dat afstamt van ons brein als holbewoner, strijdend voor ons eigen hol eerst. Daarom zeggen zoveel mensen: "Ik ben geen racist maar...' of "ik ben een racist en ben er fier op"). Het vergt weinig moeite om door de aanwezigheid van dit oerinstinct mensen tot de meest idiote en gevaarlijke gedachten en daden te brengen.
De aanwezigheid van het kwaad in ons brein en de afwezigheid van absolute vrije wil, maakt ons niet onverantwoordelijk en dus ook niet onstrafbaar. Wel begrijpbaar en aanpakbaar, vaak behandelbaar.